616 DE VOORZITTER: Mijnheer Van den Berg. DE HEER VAN DEN BERG: Dat is natuurlijk ook een beetje de onderliggende teneur van het verhaal. Er zijn behoorlijke slagen gemaakt. Ik denk dat we 130 miljoen zo'n beetje afgeschreven hebben de laatste jaren. En als je dan kijkt dat je nu naar een soort van positief een kleine 50 miljoen gaat, dan vragen wij ons af van ja, had dat niet een beetje meer volgens de weg der geleidelijkheid gekund of moest dat allemaal met die grote hakken en zagen. Dat is eigenlijk een beetje wat ik probeer te DE VOORZITTER: Goed. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik nog een vraag stellen aan mijnheer Van den Berg? DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Ja, zag u ook niet de hosanna in de manier waarop de wethouder het presenteerde? Want zij zei: ja, de fundamenten versterkt, de risico's zijn gedekt, we staan er weer goed voor voor het komende jaar. Daar zag ik het in. Zag u dat ook niet? Want het was vooral de toonzetting waarop het gepresenteerd werd van we hebben het lek boven en deze wethouder heeft het fantastisch gedaan en stem vooral op haar. DE HEER VAN DEN BERG: Nou ja voorzitter, mijnheer Van Lunteren, als u mij een beetje kent, dan prik ik daar meestal wel doorheen door die presentatie en kijk ik dan toch meer naar de cijfertjes. En de cijfertjes lijken natuurlijk op zich de goede kant op te gaan dus. Maar ja, van hosanna heb ik net ook niet gesproken; zeg maar: het lijkt erop. Dus het lijkt er dan ook op alsof deze periode meteen aangegeven wordt om nog extra douceurtjes links en rechts vrij te gaan maken. DE VOORZITTER: Mijnheer Ernst, VVD. DE HEER ERNST: Ja voorzitter, ik vind het ook wel heel opmerkelijk. Want aan de ene kant geeft u een aantal wensen weer die volgens mij ook wensen zijn van velen hier in deze raadszaal. Aan de andere kant weet u ook dat wij juist door het behoedzame beleid en juist door de afgelopen tijd heel weinig te investeren, dat we namelijk nu een beetje, ik bedoel, ik zeg ook een beetje, weer wat ruimte hebben, en eigenlijk de achterstand die we hebben, wellicht een heel klein beetje kunnen weg werken. Dus inderdaad, geen hosanna, maar juist een realistisch beeld volgens mij. DE HEER VAN DEN BERG: Ja volgens mij ga ik nou voor de 5e keer zeggen dat ik niet heb gezegd dat ik het heel hosanna..., Ik begrijp niet dat ik dat voor de 6e keer ook nog een keer doe. DE VOORZITTER: Goed. Tot slot mijnheer Ernst. En dan ronden we dit af. DE HEER ERNST: Ja maar u doet net of we het beleid van de afgelopen tijd zodanig in hebben gezet om dat nu zo te presenteren, terwijl het volgens mij consistent beleid is geweest van enkele jaren om tot dit resultaat te komen. En dat het nog zo ver is, dat is volgens mij alleen maar te prijzen en moet u niet presenteren als dat we dat expres nu gedaan hebben voor deze periode. DE VOORZITTER: Mijnheer Van den Berg tot slot. DE HEER VAN DEN BERG: Laten we het dan houden op een gelukkig toeval.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 30