618
Met betrekking tot de flexibele schil rondom het ambtelijk apparaat, vragen we ons af hoe groot
die schil zou moeten worden en of het niet goedkoper en efficiënter is om een regionale
ambtenarenpool te vormen in plaats van een flexibelere schil.
Met betrekking tot de Alliantie Breda met de woningbouwverenigingen zijn we afgelopen
dinsdagavond bijgepraat en ons is gebleken dat tot nu toe aangegane verplichtingen van de
woningbouwverenigingen ondanks de door het Rijk opgelegde Huurderstoeslag 2013-2014
nagekomen zullen worden en daarover zijn we verheugd.
Voor wat betreft de moties en amendementen die ingediend gaan worden, zullen we per motie en
amendement aangeven of we die steunen of niet.
Dat was het, voorzitter.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer, mijnheer De Jong.
Zijn er nog vragen voor mijnheer De Jong? Nee.
Dan geef ik het woord aan mijnheer Stubenitsky, Leefbaar Breda.
DE HEER STUBENITSKY:
Ja dank u wel, voorzitter.
Dit is de laatste begroting die ik als Leefbaar Breda mag behandelen. Bijna 15 jaar geleden, toen ik
mijn eerste stapjes zette in deze raadszaal, ging ik naar de wethouder en stelde mij voor als John
Stubenitsky, commissielid, niet raadslid van de Parel van het Zuiden. De wethouder bleef met de
armen over elkaar zitten en zei alleen maar: bent u officieel benoemd want anders wil ik niets met
u te maken hebben. Ja, dat is even schrikken. Maar later begreep ik die reactie. Ik was wel officieel
benoemd, maar mijn partij was al jaren bezig overal tegen te stemmen, dwars te liggen en tegen
te werken. En daar bereik je niets mee. Vooral de afgelopen drie jaar ben ik zoveel als mogelijk
een positieve lokale partij geweest. En kijk, af en toe kon ik als eenmanspartij ook nog wat
bereiken. Ik zal nog een keer een Leefbaar Breda/Parel van het Zuiden beschouwing van de
begroting geven. Na de le termijn vanmiddag heet ik nog tot de verkiezing Leefbaar Breda maar
zal me gedragen als Gemeentebelangen Breda. En dat is eigenlijk niets anders dan wat ik de
afgelopen 3 jaren gedaan heb.
De arrogantie van deze coalitie begint al bij de inleiding. De bestuursperiode 2010-2014 staat in
het teken van het op orde brengen en houden van een gezonde financiële positie van Breda.
Moet ik daar dan uit opmaken dat de vorige coalitie waar ook het CDA en GroenLinks in zaten er
een zootje van hebben gemaakt? De coalitiepartijen en het college zijn best tevreden over de
afgelopen 4 jaar. En ik begrijp ook wel dat je niet gaat zeggen: we hebben er niks van gebakken.
Zeker niet met de verkiezingen in zicht. Maar wat is nou de werkelijkheid? De VVD heeft gewoon
een op een het landelijk beleid gevoerd. Zegt Opstelten dat er een wietpas moet komen, dan moet
er een wietpas komen, ongeacht de Bredase situatie. Gelukkig was daar vorig jaar een klein
scheurtje in. Den Haag wil de 16 en 17 jarigen droog zetten en onze VVD stemt in met een motie
niet te streng te controleren.
Het CDA wil het zoveel mogelijk iedereen naar de zin maken zodat ze volgend jaar de grootste
partij kunnen zijn en dan misschien wel de koopzondagen kunnen afschaffen.
GroenLinks had o zo graag een Biomassacentrale en nu die niet door gaat, graag extra boompjes.
Met zoethouttakjes. Dat zijn dan de zoethoudertjes.
D66 wil meer en beter onderwijs. Wat zit daar nou weer achter? Ik heb 2 weken geleden veel
geleerd van die ingevlogen filosoof van Nijenrode en ik ben er over gaan nadenken. D66 wil dat de
mensen van Breda door beter te leren, beter onderwijs, verstandiger worden en daardoor niet
meer op de Partij van de Arbeid gaan stemmen. Ja, ik had u gezegd: ik ga het nog een keer als
Leefbaar Breda/Parel van het Zuiden doen.
De staat van onderhoud van de openbare ruimte is zorgelijk. Een open deur. Ik ga met vakantie
vaak naar de voormalige Oostbloklanden en alleen daar is het nog erger. Omdat alle wegen daar
bijna allemaal gewoon door de steden gaan, voel je direct verschil met de rijksweg als de rijksweg
verandert in een dorpsweg die door het stadje onderhouden moet worden. Daar zie je ook geen
auto's, die verdwijnen in de kuilen. Die 2,5 miljoen structureel en nog eens 2,5 miljoen eenmalig is
hard nodig.
De tevredenheid van het college en de coalitie over het gevoerde beleid hoor ik niet terug bij de
mensen op straat en in de wijken. Bij voetbalvereniging Boeimeer is het schoolvoorbeeld van hoe
het buurthuis van de Toekomst zich kan vormen. De kantine en velden multifunctioneel gebruiken
is een fantastische combinatie die vooral bereikt wordt door de uiterst energieke Jos Verdonschot.
Daar staat tegenover dat er in Tuinzigt en Gerardus Majella een grafstemming heerst. Daar is geen
voetbalclub met accommodaties. Mensen die daar al jarenlang de kar trekken om de buurt leefbaar
te houden, kappen er mee.
Mensen die me op straat aanspreken over bijvoorbeeld de kosten van de Hoge Brug van Bruisend
Waterplein of over NAC, kan ik uitleg geven. De meesten zeggen van ja, dat is wel waar. Maar die