619
2. Reactie van het college le termijn.
mensen in bijvoorbeeld Tuinzigt die altijd de wijk gedragen hebben, die het helemaal niet meer
zien zitten en die ik persoonlijk heb beloofd samen met mijnheer Elbertse een afspraak te maken
met de wethouder, en de wethouder heeft dat ook toegezegd, die wil best wel. Als voorwaarde van
die bemiddeling heb ik gezegd dat ik dat alleen wil doen als de mensen dat gesprek met een
positieve grondslag in willen gaan. Ik heb al 2 weken niets van die mensen gehoord. Dat is triest.
We hebben vorig jaar 4 uren door die wijk gelopen en we waren allemaal aangenaam verrast over
het enthousiasme van die heerlijke gewone mensen die apentrots op hun wijk waren. En nu zien ze
het niet meer zitten.
Ik had een motie voorbereid met het verzoek het college per onmiddellijk op zoek te laten gaan
naar een andere baan. Maar die motie zou ik vanavond toch weer intrekken en daarom dien ik hem
niet in. Zonde van het papier. En stel je eens voor dat hij breed gesteund zou worden.
Ik moet toegeven voorzitter dat ik blij ben dat mij le termijn achter de rug is.
DE VOORZITTER:
Dank u wel.
Zijn er nog vragen?
Geen vragen.
Dan stel ik voor dat we de beraadslagingen sluiten, schorsen, tot 18.50 uur.
SCHORSING
DE VOORZITTER:
De beraadslagingen worden heropend.
Ik geef het woord aan de wethouder van Financiën, wethouder Boelema.
WETHOUDER BOELEMA:
Dank U wel, voorzitter.
Voordat ik inga op de moties en de amendementen die op mijn portefeuille betrekking hebben, wil
ik toch nog heel even kort een aantal algemene inleidingen geven. En die zijn dat dit college blij is
dat een sluitende Begroting voor 2014 en verder gerealiseerd is. De laatste Begroting, het sluitstuk
van een coalitieperiode en van onze bestuursperiode, en ik denk dat de financiële doelstellingen die
we onszelf ten doel stellen en zowel ook als inhoudelijke doelstellingen, ook gerealiseerd zijn.
Sterker nog, we hebben er juist voor gekozen om niet heel veel nieuw beleid in te zetten maar juist
ook ruimte te laten voor een volgende coalitie om andere keuzes te maken. Keuzes die voor een
gedeelte door u ook al ruim geaccordeerd zijn in de Structuurvisie zoals u die heeft vastgesteld.
We hebben eigenlijk met elkaar in de stad in 3,5 jaar een enorme omslag bereikt. En dat was hard
nodig want financieel stond Breda er slecht voor met een verslechterde woning- en kantorenmarkt,
oplopende werkeloosheid en de verliezen op het Grondbedrijf. En wat we als eerste gedaan
hebben, is het bijstellen van de ruimtelijke plannen, het treffen van voorzieningen in de
grondexploitaties en zijn daarmee uiteindelijk tot het legendarische getal van 130 miljoen
afwaarderingen en voorzieningen gekomen. Dat in Breda de noodzaak en de urgentie hoger was
dan in andere steden blijkt wel uit het feit dat wij ook versneld zijn begonnen met onze
bezuinigingen. Anders dan andere steden hebben wij voor deze Begroting geen extra bezuiniging
meer hoeven te treffen. En ik denk dat dat te maken heeft gehad met het feit dat bij ons de
urgentie eerder gevoeld is maar daarmee ook de pijn in de stad eerder gevoeld wordt.
Nou zijn we in zekere zin, en dat is het sluitstuk van deze Begroting, in wat rustiger vaarwater
gekomen waarin we ook ruimte hebben om ook weer naar de toekomst te kijken, naar dingen die
voor onze stad zo noodzakelijk zijn waar het gaat over het vergroten van onze verdiencapaciteit,
een van de dingen waarin we altijd gezegd hebben als college, daar gaan wij voor als het gaat over
het plegen van die weinige investeringen die we nog wel met elkaar kunnen doen. Dus vandaag
geen Begroting waarin allerlei fundamentele keuzes gemaakt worden. Die investeringsmiddelen zijn
in 2011 en 2013 weg gezet en worden nu als zo verder geëffectueerd. En tegelijkertijd hebben we
bij een aantal onderdelen waarop we ook zware boodschappen hebben gebracht tot de stad
gezegd: daar maken we pas op de plaats. Ik kom daar dadelijk nog even op terug waar het gaat
over de motie over de buurthuizen, om daar even een voorbeeld van te noemen.
En niettemin wil ik ook niet vergeten, - en daar komt de burgemeester straks ook nog even op
terug -, hebben we natuurlijk ook een hoop offers gevraagd, niet alleen van onze burgers, maar
ook van onze ambtelijke organisatie waarin we toch met elkaar, u ook voorop, in de
kerntakendiscussie hebben gezegd: daar zouden we ook moeten kijken hoe we tot een ander type
overheid en een kleinere overheid kunnen komen.