620
Nou de doorkijk van de toekomst. Want los van het feit dat er weinig beleidsintensiveringen in
staan, wat volgens mij ook hoort bij een overgangsjaar van de ene op de andere coalitie, is er wel
degelijk sprake van een doorkijk.
Namelijk als je kijkt naar de 3 grote rijkstaken die op ons afkomen. Maar u krijgt daar ook volop
allerlei informatie over de Jeugdzorg, de participatie en de WMO. En die voorbereidingen zijn in
volle gang. Dus 2014 wordt daarin een cruciaal overgangsjaar waarin het zeker aankomt op
ambitie tonen binnen de beperkte middelen die het Rijk ons daarvoor stelt. Dat is onze uitdaging
en volgens mij is daarom ook nog lang de stad niet af.
Tegelijkertijd de uitdaging van de Structuurvisie 2030, een intensief proces waar u zelf ook
nadrukkelijk een rol bij heeft gespeeld. Wij hebben dat vastgesteld en we moeten in 2014 verder
aan de slag. Ook een ambitie die zeker niet kan blijven liggen en waarvan we in deze
bestuursperiode gezegd hebben: laten we ook om dat te verwezenlijken een extra
investeringsimpuls van 10 miljoen naar de volgende periode verschuiven.
Kortom het fundament gelegd, even ademhalen maar niet achterover leunen. Want het broze
evenwicht wat we nu bereikt hebben, ja dat moet in een volgende periode wel geëffectueerd
worden. En ik wens u allen die daar vorm aan gaan geven heel erg veel succes bij want makkelijk
was het niet de afgelopen 3,5 jaar en dat zal het ongetwijfeld ook niet worden in de toekomst.
Dat brengt mij bij de volgende moties en amendementen die in mijn portefeuille zitten en de
beantwoording van het college daarop.
Allereerst de motie die door u allen is ingediend, motie 1. Ja en dat is wel een beetje een
bijzondere motie, met ook een bijzonder dictum, als ik zo vrij mag zijn om dat zo te zeggen. Want
wij hebben met elkaar een intensief contact met de provinciaal toezichthouder. Ik kan me nog
levendig de discussies in mei van dit jaar herinneren. Toen heeft u ook advies gevraagd. Toen
heeft u daar van alles mee gedaan. Nu vraagt u weer advies en nu zie ik eigenlijk dat u het advies
bij ons als college voorlegt en zegt: college ga met dat advies aan de slag. Ja, en dan denkt het
college wel: prima, wij willen graag aan de slag maar als ik naar uw dictum kijk, dan zou het
college wel heel graag weten wat voor maatregelen dat u dan wilt dat wij uitzoeken met elkaar.
Want als ik kijk naar de brief van de Provincie waarvan wij uiteindelijk een afschrift hebben
ontvangen, dan zie ik dat de Provincie daarin eigenlijk 3 dingen concludeert die eigenlijk ook
aansluiten bij mijn inleiding op dit begrotingsdebat.
Ten eerste het weerstandsvermogen is vergroot. En daar krijgen we complimenten voor. Even voor
de goede orde, we kwamen van 34 miljoen en we zitten, ondanks de crisistijd nu bijna op 80. We
krijgen complimenten over de transparantie de we met ons grondbeleid gevoerd hebben. En we
krijgen complimenten over het sluitende perspectief. En tegelijkertijd, - en zo kennen we de
Provincie ook zijn ze al jaren kritisch op onze kapitaalgoederen, namelijk in normale mensentaal:
onze wegen en het onderhoud daarop. Dat erkennen we, dat staat ook letterlijk in deze Begroting.
En het college heeft gemeend daar 2,5 miljoen als een eerste structurele impuls aan te geven en
2,5 miljoen incidenteel. Dat alles allemaal naar aanleiding van het Rekenkamerrapport waarvan wij
zeggen dat wij ook voelen dat daar iets moet gebeuren en dat wij dit probleem niet meer voor ons
uit kunnen schuiven en kunnen zeggen: wat vindt een volgende coalitie daarvan? Maar we vinden
het ook niet opportuun om als college, - en dat staat ook in die Begroting -, het complete bedrag
op dit moment al weer te doen want dat zou betekend hebben dat we bij u terug zouden hebben
moeten komen met extra bezuinigingen waarvan u dan misschien ook gezegd zou hebben: nou
college, is dat niet over uw graf heen regeren. Dus wij zitten een beetje met een dilemma. Dus ik
zou heel graag van de raad dan zoekgebieden willen weten die wij zouden kunnen opnemen in wat
u dan zelf zegt het overdrachtsdocument. Dus ik zou graag in de 2e termijn die suggesties van u
zien zodat wij daar als college weer op kunnen reageren opdat we de motie op een ordentelijke
manier kunnen uitvoeren. Het is niet alleen wat het college vindt; dit is feitelijk wat de Provincie
ook zegt. Want een van de zinsneden die zij in een brief aanhalen, is eigenlijk dat zij vinden dat u
vandaag voor 12.00 uur, want dat is het uitstel wat u gekregen heeft voor deze Begroting, voor
24.00 uur eigenlijk tot een sluitend perspectief zou moeten komen en dat dit, ik citeer: door uw
raad zelf opgepakt zou moeten worden. Misschien komen we daar vandaag niet uit. Misschien dan
een volgende keer.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, mogen we al interrumperen?
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Andersom kun je ook het volgende stellen. De Provincie zegt: we kunnen dit niet goedkeuren, deze
Begroting en als de raad dit goedkeurt, dan zitten ze met een probleem en we geven jullie als raad