624
WETHOUDER BOELEMA:
Motie 25. Die gaat over de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie. En wat eigenlijk opgedragen
wordt, is eigenlijk iets wat we met elkaar al doen. Want dat heet het invulling geven aan actieve
informatieplicht, een van de kernbegrippen die wij als college naar u zouden moeten vervullen. En
wat wij doen is het volgende. Iedere keer als wij nieuwe financiële informatie hebben, krijgt u
daarvan ook verslag en wij hebben natuurlijk met elkaar ook een cyclus afgesproken waarvan de
Begroting natuurlijk de opmaat is, dan krijgt u de Jaarrekening, de Voorjaarsnota en zo zit dat in
elkaar, en 2 keer per jaar een Bestuursrapportage. Dat zijn de momenten om in zijn algemeenheid
over ontwikkelingen financieel gezien, met elkaar te spreken en daar kunt u ons dan ook op
controleren en bevragen. Mocht er tussendoor nieuwe informatie zijn, dan krijgt u dat middels
raadsbrieven ook tot u. Wij zien geen enkele noodzaak om in die systematiek op dit moment
verandering te brengen.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u wel.
Het woord is aan wethouder Meeuwis.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, dank u wel.
Ik zal op de moties kort ingaan. Er zijn geen concrete vragen gesteld op mijn portefeuille maar wel
een hele batterij aan moties, waarvoor mijn dank. Op mijn leeftijd hoefje niet meer te liegen.
Even kijken, ik begin bij de motie Regels zijn regels ook voor de gemeente, ingediend door de VVD.
Feitelijk is dit een debat wat we al gehad hebben, waarin we ook gewisseld hebben dat er ook
breed draagvlak is ook bij het college voor, op deze vorm van dienstverlening, ook bij
uitkeringsverstrekking van toepassing te verklaren. Dus het college is blij met zeg maar het vast
leggen van deze motie, hoewel hij ook zonder de motie in uitvoering zou zijn gebracht.
Dan even kijken motie, bij mij is dat nummer 3, de doelgerichte aanpak bij arbeidsparticipatie. Dat
gaat over de regionale benadering en de sectoren. De motie is feitelijk niet nodig. Het is natuurlijk
wel prettig om te constateren dat de indieners van deze motie het werk wat dit college en ook het
vorige college op het regionale vlak op het gebied van arbeidsparticipatie doet, volledig omarmd.
Het Regionaal Arbeidsmarktplatform, het RPA, is een regionaal platform wat bestaat uit de
vertegenwoordigers uit de 3 O's plus de werkgeversvertegenwoordigers. Die stellen alle regionale
plannen op waarbij de uitvoering zoveel mogelijk bij de sectoren zoals de zorg, de techniek,
zakelijke dienstverlening, worden neergelegd. Hiervoor zijn ook regionale sectorgroepen,
werkgroepen, ingesteld, - dat is enige jaren geleden al gebeurd -, en daar worden plannen
uitgewerkt. Ook de plannen worden regionaal opgetuigd. U kent die: West Brabant werkt en pakt
door, en het regionale plan wat we onlangs nog besproken hebben op het gebied van
Jeugdwerkeloosheid. Ik wil u wel graag toezeggen, en dat hangt af van de strekking van deze
motie, dat we u, en dat zal vanuit het college gaan, over het RPA, bij voorkeur via de werkgroep
Regio regelmatig informeren over nieuwe ontwikkelingen.
Dan de wijkontwikkelingswijken in relatie tot de bestrijding van de werkeloosheid. Dat is een beetje
een motie in tegenspraak met de motie die hiervoor is ingediend, omdat we daarjuist kiezen voor
de regionale sectorale aanpak wat een goede ontwikkeling is. Daartegenover het kiezen voor de
wijkgerichte aanpak als het gaat over werkeloosheidsbestrijding. Daarvan zeggen wij als college,
voor zover dat niet in wijkplannen al georganiseerd is wat we op dit moment doen, wethouder
Bergkamp is daar druk mee bezig, is het juist de ambitie en ook de wetgevingsintenties zijn er op
gericht om als het gaat over participatiewetgeving, als het gaat over bestrijding van werkeloosheid,
om meer regionaal te gaan werken en niet versnipperd naar wijken. Er zijn een aantal taken op dat
vlak
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, mag ik misschien iets
DE VOORZITTER:
Mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Want dit is een motie die meer op het gebied van wijkontwikkeling ligt dat dan daadwerkelijk op
het gebied van participatie. De aanleiding is zeker de werkeloosheidscijfers. Waar het ons om gaat,
is het volgende en misschien mag ik dat heel kort toelichten. Drie weken geleden zijn wij in Heuvel
geweest, een wijkontwikkelingswijk waar we trots op zijn, fysiek, sociaal, economische
componenten. De fysieke component van de wijkontwikkeling loopt goed maar de economische