625
component daar zitten een hoop zorgen. En als je de mensen spreekt, dan blijkt dat de
ondernemers aan een plein niet kunnen overleven omdat de mensen gewoonweg niet het geld
hebben om naar de kleine ondernemers te gaan en alleen nog maar naar de grote supers gaan
waar ze goedkoper kunnen inkopen. Dat is een probleem van zo'n wijkontwikkeling...,
DE VOORZITTER:
Kort. Korte vraag. Dat is te lang mevrouw Haagh. Kort en puntig.
MEVROUW HAAGH:
Ik zal hem kort en puntig vragen.
DE VOORZITTER:
Dat moet dan nu.
MEVROUW HAAGH:
Dus de economische achteruitgang is van invloed op de wijkontwikkeling. Dus mijn vraag is: kan
de wethouder wijkontwikkeling hier zo dadelijk toch nog op reageren?
DE VOORZITTER:
Mag ik allemaal vragen om te proberen ook de vraagstelling en interrupties Want als u met een
eigen observatie gaat komen en vertaling en daarop een vraag, dan zijn wij erg lang onderweg. En
u krijgt daarvoor een 2e termijn.
De wethouder.
WETHOUDER MEEUWIS:
Ja goed, de wethouder Wijkontwikkeling is aanwezig en die zal daar ongetwijfeld wat van vinden.
Als het gaat over de economische component in de wijken, dan heeft u ook kennis kunnen nemen
van initiatieven van het college op het gebied van de opdracht die wij van u hebben gekregen om
kleinschalige ontwikkelingen in wijken voor ondernemerschap mogelijk te maken. Dat zoeken we
ook in wijken, we hebben daar in de Heuvel toevallig een zeer succesvolle eerste stukje
bewijsvoering van kunnen leveren in de Oranjeboomstraat. Dus er gebeurt wel het een en ander.
Helaas, dat ben ik met u eens, is niet alles vanaf het Stadskantoor te regisseren als het gaat over
de negatieve effecten van de crisis en die dit op de stad heeft.
Dan kom ik op het punt de Lokale Investeringsfondsen wat wordt voorgesteld. Dat vinden we als
college een lastige want dit klinkt namelijk met het gevaar om het, en zo bedoel ik het niet, het
klinkt heel erg sympathiek, maar als gemeente ga je wel op de stoel van de bank zitten. En als
gemeente ben je dan overheid voor bank en geld en spelregels en die gelden dan ook voor de
overheid. Dat zie je dan ook nu in Eindhoven. Los van de goede bedoelingen, het is eenmalig geld,
daarom ook wordt net 5 ton gewerkt als cofinanciering vanuit de Eindhovense begroting, je ziet dat
er eigenlijk 2 bedrijven onder hele strenge voorwaarden worden geholpen en dat het merendeel,
de helft, al is afgewezen. Dat zijn allemaal noodlijdende bedrijven die allemaal het geld nodig
hebben en die krijgen geen geld omdat die bank die eisen oplegt ook aan dit soort initiatieven. En
dan kun je in Breda zeggen: we gaan dit ook doen. Dan ga je feitelijk diezelfde bureaucratie
organiseren. Er zitten heel veel kosten aan het project zoals ik het heb begrepen. Wij vinden het
goed als particuliere initiatieven zoals die Start Foundation dat ook doet en ook mogelijk maakt om
maatschappelijke initiatieven te ondersteunen. In dit geval gaat het om bedrijven, want u refereert
eraan en dus refereer ik er ook even aan, die arbeidsgehandicapten, kwetsbare mensen in dienst
hebben Daar hebben we andere afspraken met elkaar over gemaakt in het kader van de
participatiewetgeving en het sociaal akkoord dat is gesloten door het kabinet. Daar zijn afspraken
gemaakt over hoe we met arbeidsbeperkten omgaan in de bedrijven, in de bedrijven die dat wel
aan kunnen, als stok achter de deur naar die quota toe. Dus ik zou dat liever over die band spelen
dan nu bankje te gaan spelen als gemeente waarbij je op voorhand weet dat je toch niet de
bedrijven die, met alle goede intenties, die je zou willen helpen, kunt helpen.
Dan de verkende kansen voor reshoring. Wederom een hartstikke goed idee. Het gaat natuurlijk
niet om reshoring als zodanig alleen. Het gaat erom dat we bedrijvigheid moeten hebben voor alle
typen doelgroepen, ook in het kader van het ondersteunen van de ambities op het gebied van
arbeidsbeperkten in de Bredase en de regionale arbeidsmarkt. Dat doen we ook. Reshoring als
zodanig zal niet het soelaas bieden wat ook Tilburg denkt dat het zou kunnen hebben. Wat je vaak
ziet, toch een kleine uitweiding voorzitter, is dat reshoring uit voormalige lage lonenlanden vooral
wordt ingegeven doordat arbeidsmechanisatie en automatisering de loonkostencomponent minder
relevant maakt in de kostprijs van de producten die er uit komen. Daardoor worden door grote
bedrijven zeg maar productiewerkzaamheden terug gehaald. Overigens met alle dramatische
consequenties voor de landen waar dat werk ooit is uitbesteed. Dat is ook zo'n overweging die u in
uw achterhoofd zou moeten houden als u breed en zeker als u wereldwijd sociaal delend wilt