631 aangepakt. Aan de ene kant. En wat dat ook kost. En aan de andere kant in feite de opdracht om in een aanpak vanuit de wijk, zoveel mogelijk ontschot, - dat is de aanpak waar ik net ook al op doelde te kijken hoe het beter en effectiever en efficiënter zou kunnen. En om die 2 aanpakken naast elkaar te zetten voor die 10 gezinnen. En dat levert input op voor verdere besluitvorming in de stad. En in die zin, als ik de motie zo mag lezen, dan lijkt, dan is dat een motie die heel goed uitvoerbaar is en ook goed past in het proces waarvan de organisaties zelf hebben gezegd: geef ons die opdracht maar, geef ons die opdracht maar om met die 10 gezinnen eens aan de slag te gaan en geef ons maar het podium om te laten zien welk resultaat we kunnen boeken als we de ruimte krijgen om met die 10 gezinnen ontschot aan de slag te gaan. Laatste motie MEVROUW GROENEWEG: Wethouder DE VOORZITTER: Gaat uw gang, mevrouw. MEVROUW GROENEWEG: Even voor de duidelijkheid: het is toch geen theoretische exercitie? Ze gaan ook echt die zorg beter en ontschot doen? DE VOORZITTER: Ik denk dat de wethouder hier getracht heeft zijn antwoord te geven. Wethouder. WETHOUDER BERGKAMP: Ja, daar waar dat kan, ja. Daar waar dat kan. Ik bedoel: daar waar dat kan. Maar daar waar dat niet kan, ik bedoel, kijk voor een deel hebben we al op dit moment te maken met bestaande regelgeving. Dus ik denk dat de aantrekkelijkheid van de motie is, zo lees ik hem en reageer ik er positief en enthousiast op, en als dat niet zo is, dan word ik wat minder enthousiast. Ik ben er enthousiast over omdat die exercitie bewijslast geeft hoe bijvoorbeeld in het kader van de zorgverzekeraars een aantal dingen beter, effectiever en efficiënter kan. Want daar zit een groot deel van de crux. In de praktijk zal dat nog niet kunnen worden toegepast omdat we te maken hebben met bestaande regelgeving. Maar dat geeft dus wel een impuls aan hoe het beter en effectiever kan. Dus deels, ja daar waar het kan, doen we het. Maar het is voor een deel ook, ja, een theoretische input daar waar het beter kan. Dus het wordt een mix van en en, afhankelijk van waar we tegen aan lopen. Het is nadrukkelijk bedoeld, - zo lees ik hem -, om input te geven in hoe kan het beter, effectiever, efficiënter. DE VOORZITTER: Gaat u verder. WETHOUDER BERGKAMP: Dan voorzitter, mijn laatste. Ik had 10 minuten van u en daar zit ik nog niet aan. Ik blijf daar ook binnen. Het Zorginnovatie investeringsfonds. Motie 19. Ja dat is een eerdere afspraak die in deze raad gemaakt is om in het kader van de aanpak ook een bedrag uit te trekken voor innovatie. En als ik de motie goed lees, dan zegt u: laten we dat handen en voeten geven. En deels geeft u daar al invulling aan met elkaar door in het kader van de mantelzorg al een koers te bepalen. Ik begrijp die koers omdat dat ook een van de onderdelen is waar je die innovatie ook daadwerkelijk en concreet kunt toepassen. We hebben een pilot lopen. De evaluatie daarvan is bijna afgerond. En dat geeft ook aan dat, als je naar de markt en naar de omstandigheden in de stad kijkt, dat dat een van de lijnen is waar we echt komende tijd meer mee moeten doen. Dus wat het college betreft, kan die motie worden overgenomen en gaan we er op die manier ook mee aan de slag. Tot zover, voorzitter. DE HEER DE BEER: Voorzitter DE VOORZITTER: Mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Daar heb ik wel een vraag over. Want dat Zorginnovatiefonds dat kan ik me heel goed heugen van het voorjaar nog. En daar zijn we ook nog groot voorstander van. Maar als het gaat om die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 45