633
Pardon, mag ik nog een vraag over deze motie, waar u net over sprak Want hier staat ook in
het dictum dat mogelijke opbrengsten voor een revolving fund idee. Ziet u daar mogelijkheden in
vanuit uw positie dat dat zichzelf gaat vullen? Want ik kan me daar niet zoveel bij voorstellen.
WETHOUDER BERGKAMP:
Dat zal in de uitwerking moeten blijken. Ik zie de revolving ook nog niet helemaal, maar goed. We
moeten maar eens kijken wat er komt. Als het gaat om een onrendabele top zit een revolving fund
er in ieder geval niet in. Als het gaat om het 2e deel van de invulling, namelijk het fonds, is het een
opdracht om dat in de uitwerking mee te nemen. Dus in die zin willen we die opdracht best
aannemen.
MEVROUW HAAGH:
Met de risico's van dien. Want dan bent u het dus kwijt in dit geval.
WETHOUDER BERGKAMP:
De revolving fund zit niet in het stuk mantelzorgwoning want daar zit een onrendabele top in. Die
is per definitie niet revolving. Als het gaat om het 2e deel van de invulling, namelijk het
innovatiefonds, ja zit de opdracht er in en is dat dus een opdracht om hem zo uit te werken. En het
is aan u ter beoordeling straks als de uitwerking er ligt, of u vindt dat het aan de eisen voldoet.
DE VOORZITTER:
Goed.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, er lag nog een vraag van de Partij van de Arbeid fractie om toch nog even te reageren
op het thema werkgelegenheid en de wijken. Dat is best een lastig punt. U weet dat ik me niet zo
gauw van dingen af maak. Daar zit het spanningsveld tussen aan de ene kant
werkgelegenheidsbeleid, - collega Meeuwis schetste dat -, wat we lokaal en sterk regionaal voeren.
En aan de andere kant zien we in wijken heel veel dynamiek, kansen en mogelijkheden. Wat we
zoeken en wat we tot nu toe eigenlijk niet gevonden hebben, is dat we een verbinding willen
leggen tussen dat werkgelegenheidsvraagstuk en de mogelijkheden in de wijk. Je ziet dat dat bijna
nergens matcht. We zijn nu in de Haagse Beemden bezig met een prachtig project voor Grote
Broers. Daar willen we eigenlijk die jongens matchen op vacatures van bedrijven in de Haagse
Beemden en je weet nu al dat dat bijna niet lukt want je zult dat lokaal en misschien wel
bovenlokaal moeten doen. En aan de andere kant zit er dus heel veel, zie je het Tientjesproject, de
corporatie, de coöperatie die in Geeren Zuid ontstaat, zie je het Buurtavontuur, we hebben heel
veel projecten waar potentie in zit om tot ontwikkeling te komen. En ik zou over dat vraagstuk...,
Want ik vind dat een worsteling, tussen hoe kun je nou aan de ene kant in de wijkontwikkeling
energie stoppen in werkgelegenheid, we zijn niet voor niks bezig met de Meidoorn om te kijken of
je daar een bedrijfsverzamelgebouw kunt maken, we waren ook blij dat dat in de Heuvel kon, maar
niet zodanig dat dat alleen maar leidt tot werk voor mensen uit die wijk. Dat zouden we wel graag
willen maar dat werkt gewoon in de praktijk niet.
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter, ik zou hier even op in willen gaan want ik denk dat het dan wat verduidelijking behoeft.
Natuurlijk zou het fijn zijn als mensen die wonen in bepaalde wijken ook kunnen werken in die
wijk. Wat wij met de motie niet zeggen, is dat alle inspanningen per se gericht moeten zijn op het
creëren van werken in de wijk voor de mensen die in diezelfde wijk wonen. Want wij constateren
hier dat de problematiek van werkeloosheid gezien de achtergrond bij samenstelling van de wijken
juist in bepaalde wijken samen komt en dat wat ons betreft die analyse zal moeten leiden tot een
aanpak. En dan zou je daar wat ons betreft niet de oogkleppen van de lijnen van de wijk bij op
moeten houden
WETHOUDER BERGKAMP:
Maar daar zit dan ook meteen de beperking wat mij betreft van de motie. Er komt een notitie. Die
was al eerder toegezegd, laatste vergadering van dit jaar, eerste vergadering van het nieuwe jaar,
waarin we de koers schetsen van de wijkontwikkeling naar wijkgericht werken. En daar is dat
vraagstuk van hoe kun je nou met die werkgelegenheidskant in die aanpak het beste overweg. Mijn
voorstel zou zijn om de ideeën en de gedachten die daarover zijn in die vergadering nog eens goed
met elkaar te delen en dan te kijken tot welke conclusies en afspraken dat leidt. Deze motie is
daarin op dit moment toch iets te rigide want die vraagt voor een datum weer een plan van aanpak
terwijl we in de praktijk weer een ander traject lopen. De problematiek die u aansnijdt, is een hele
herkenbare en daar zou ik ook graag met u in die vergadering over willen doorpraten.