643
DE VOORZITTER:
Besluit het ter vaststelling voorliggend ontwerp raadsbesluit te wijzigen als volgt:
Beslispunt 4 te wijzigen als volgt: instemmen met een extra verlaging voor de jaren 2014, 2015 en
2016 van de Afvalstoffenheffing met 400.000,
En deze verlaging voor deze jaren voor 3000.000,— te dekken uit de reserve Afvalstoffenheffing
en voor 197.000,-- uit een verdere verbetering van de bedrijfsvoering binnen het
Afvalservicebedrijf.
De oorspronkelijke beslispunten 4 tot en met 6 van het raadsvoorstel te vernummeren tot 5 tot en
met 7.
Is ondertekend door de fractie D66, VVD.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, en dat is dan ook een uitvloeisel van mijn actie die we bij de vorige Voorjaarsnota al
hebben ingezet, de heer Ernst en ik zelf, en ook afgelopen Voorjaarsnota. En daarmee past hij ook
bij mijn verhaal in le termijn dat ik deze Begrotingsbespreking ook zie als een uitwerking van die
besprekingen in de Voorjaarsnota. En dat ik het juist zo mooi vind dat het college ook heeft gezegd
van nou, we gaan nu niet alle ruimte die - of alle ruimte, hoor mij, ik trap bijna zelf in het frame
van onder andere de heer van Lunteren, ja heel goed -, laten we nu, nu de zaken er net wat beter
voor staan, dan ook niet meteen het geld er met scheppen weer uit gooien maar laten we
behoedzaam zijn.
Maar dat wil ik even koppelen aan iets anders. En dat is namelijk de rol van de Provincie als
toezichthouder. Want daar is volgens mij toch nog wel een misverstand aan het ontstaan in Den
Bosch. Want wat wij nu dus doen is 10 miljoen euro toevoegen aan het investeringsbudget voor de
volgende raadsperiode zodat er verschillende politieke opinies de komende maanden op los gelaten
kunnen worden. Maar die 10 miljoen euro had natuurlijk ook heel plat aan de kapitaalgoederen
gekoppeld kunnen worden zoals de Provincie ook in haar brief aangeeft. Want daar heeft de
Provincie ook gezegd: daar zit nog wel een verbeterpunt, daar moet u nog wel aan de slag
gemeente Breda. Dus ja, ik voel me nu als raadslid ook wel in een lastige positie zitten want mijn
democratisch hart zegt: laten we die 10 miljoen euro niet gelijk bestempelen want ik gun iedereen
daar zijn opinie over. Aan de andere kant denk ik, ja onze toezichthouder geeft wel aan dat we nog
een tekort hebben op die kapitaalgoederen. Dus misschien moet ik het in een concrete vraag
gieten richting het college: is het zo als we die 10 miljoen euro niet in het publieke, in het politieke
debat los vrij laten maar nu preprioriteren aan de kapitaalgoederen, is de kans dan kleiner dat de
Provincie haar toezichtregime aanpast?
Voorzitter, dan de moties...,
DE HEER ERNST:
Voorzitter
DE VOORZITTER:
Mijnheer Ernst, VVD.
DE HEER ERNST:
Ja, ik heb in mijn 2e termijn daar ook zelf al even een weging aan gegeven. Graag had ik die dan
ook even van u. Zou u bereid zijn om dat dan ook te doen?
DE VOORZITTER:
Mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER:
Ja vanuit professioneel bestuur zou je dat eigenlijk gewoon moeten doen. Want wij huldigen met
z'n allen raadsbreed de redenering dat we de toezichthouder heel serieus nemen, soms loopt de
ene partij daarin voorop, soms de andere, afhankelijk soms een beetje van de omstandigheden.
Het is allemaal mensenwerk, zullen we maar zeggen. Maar als je kijkt naar de aanbeveling van de
Provincie, zou je daar eigenlijk wel aan moeten voldoen. En dan kun je natuurlijk nog in het
raadsdebat of in het politieke debat zeggen: nou, we willen het ambitieniveau aanpassen of iets
dergelijks. 10 miljoen euro is niet nodig; dat kunnen partijen natuurlijk nog steeds zeggen in
campagnetijd. Maar ik vind het zo jammer eigenlijk dat het college nou besluit vanuit het principe
ze willen niet over ons graf heen regeren, we zetten die 10 miljoen euro, die voegen we toe aan
het investeringsbudget, dat dat mede nu de oorzaak lijkt te zijn dat de Provincie ons een tik op de
vingers misschien gaat geven van het kapitaalgoederenverhaal was nog niet helemaal gedicht. Ja
dat is wel vervelend. Ik vind het wel een dilemma.