656
Goed. Mag ik u vragen
Mag ik u vragen de plaatsen in te nemen.
Goed. Het woord is aan het college.
Ik geef als eerste het woord aan wethouder Boelema.
En daarvoor is een termijn voor het college, voor het hele college, van hooguit 15 minuten, zoals
afgesproken.
Wethouder Boelema.
DE HEER ERNST:
Voorzitter
DE VOORZITTER:
Het woord is aan de heer Ernst.
Gaat uw gang.
DE HEER ERNST:
Het ordevoorstel is dat wij na overleg, ook op uw initiatie de motie 1 eigenlijk veranderd hebben.
Mag ik die u overhandigen? Waar het ons om ging, is dat wij eigenlijk het onder verscherpt toezicht
stellen van de Provincie zouden willen voorkomen zonder dat wij eigenlijk onze eigen ruimte die wij
volgens mij allemaal heel belangrijk vinden, voor de komende verkiezingen kwijt raken. Dus
daarom heb ik het dictum veranderd. Ik zal het niet voorlezen; dat mag u dan doen.
DE VOORZITTER:
Besluit de 10 miljoen extra investeringsbudget 2014-2018 te preprioriteren ter dekking van de
aanbevelingen van het Rekenkamerrapport en de aanbeveling van de Provincie waar het gaat om
de kapitaalgoederen.
Als raad zo spoedig mogelijk in overleg te treden met de Provincie over het ontvangen antwoord op
de brief van de werkgroep Cyclische producten en daarbij te betrekken onze eigen analyse van de
Meerjarenbegroting Buitenruimte zoals geadviseerd door de Rekenkamer.
Mocht de uitkomst van dit gesprek zijn dat de preprioritering niet of niet geheel noodzakelijk kan
worden geacht, de preprioritering te laten vervallen.
Is door alle fracties ondertekend.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Hij wordt uitgereikt.
Wenst u dat nog verder toe te lichten mijnheer Ernst, als hoofd- en eerste indiener? Behoeft het
nog een toelichting?
DE HEER ERNST:
Volgens mij staat in het dictum eigenlijk precies wat we bedoelen.
DE VOORZITTER:
Goed.
Dan geef ik nu het woord aan de wethouder van Financiën, Onderwijs.
Wethouder Boelema.
WETHOUDER BOELEMA:
Dank u wel, voorzitter.
Is er voor mij ook een dictum van de motie? la, dank u wel.
Dat maakt het wat eenvoudiger om daar op in te gaan als college.
Waar ik u in le termijn al op geattendeerd heb, is dat, en ik denk dat de motie zoals u hem ook
heeft aangepast, ook recht doet zeg maar aan de aanbevelingen die de Provincie ons geeft. Of u
eigenlijk aan de werkgroep Cyclische Producten over de Begroting. Want indien u nu natuurlijk
geen aanpassing doet, ja dan gaat de Provincie natuurlijk dezelfde Begroting beoordelen als die ze
al hebben gedaan op de brief die ze u 8 november hebben toegestuurd.
Waar ik ook aan hecht, is om toch nog even de procesgang van zaken nog even kort te schetsen
voor iedereen die dat niet wist. Er is een brief gestuurd nadat onze Begroting openbaar is
geworden door de technische werkgroep Cyclische Producten met de vraag aan de Provincie: wilt u
alvast een soort conceptreactie op onze Begroting geven. En die brief is op 16 oktober door de
voorzitter verstuurd en de Provincie heeft daar op 6 november u over geadviseerd, waarover nu
deze polemiek ontstaan is. Nou, dus het is op uw eigen verzoek en het gaat natuurlijk met name
om het feit dat de Provincie eigenlijk zegt in de laatste alinea dat het er toe zou kunnen leiden dat
het oordeel van de Meerjarenbegroting niet structureel en reëel in evenwicht zou kunnen zijn en
daarmee dus niet zou kunnen voldoen aan de gebruikelijke vorm van repressief toezicht. Vandaar