659
DE HEER VAN LUNTEREN:
Helaas.
DE VOORZITTER:
De heer Hardorff.
DE HEER HARDORFF:
Ja het grappige is, en ik zeg het nou voor de 2e keer, zelfs bij de T motie van het CDA kan de
wethouder hem beter verdedigen dan de indieners van de motie zelf. Dus als je toch moties schrijft
voor je eigen fractie, stuur die dan volgende keer ook naar ons toe, dan kunnen we er alvast over
nadenken.
WETHOUDER BERGKAMP:
Dat is geen vraag voorzitter. Nee toch?
DE VOORZITTER:
En u hoeft het ook niet te beantwoorden.
WETHOUDER BERGKAMP:
Nee toch? Daar hoef ik ook niet op te reageren. Dat is het voordeel als ik geen vraag krijg.
DE VOORZITTER?
Dat was het?
Het woord is aan wethouder Akinci.
WETHOUDER AKINCI:
Volgens mij kunnen daar nog hele handleidingen over vol geschreven worden over moties van
tevoren doorsturen.
Voorzitter, 3 punten.
Allereerst in de richting van de heer Elbertse, excuses. Ik was u inderdaad nog een antwoord
verschuldigd. Op zich ja. Ik denk dat op het moment dat de samenwerkingsplannen tussen Bredaas
Museum en het Noord-Brabants concreet zijn, dat er dan uiteraard een moment is waarbij u als
commissie, - ik denk niet in de commissiesetting, maar in een andere setting -, het Noord-Brabants
kunt bevragen hoe die samenwerkingsplannen er dan uitzien. Maar dan wel graag in die volgorde.
We zijn nu nog in gesprek. Er zijn een hoop onderwerpen die je moet afpellen. Volgens mij moet je
het eerst daar samen over eens worden. Wat wordt de koers, wat wordt de bijdrage, wat is de rol
van de Provincie daarin en van de verschillende musea. En dat op het moment dat dat pakket klaar
is, je dat presenteert naar de buitenwacht en de binnenwacht. En de commissie is dan uiteraard de
binnenwacht. In die volgorde wil ik dat toezeggen. Verwacht dat dan niet meteen de komende
maand, maanden. Het zou mooi zijn denk ik als we bij de laatste cyclus daar nog iets over kunnen
zeggen. Maar u weet, ook via de raadsbrieven al, dat we ook een deel van het jaar 2014 willen
gebruiken om tot een goed gedegen samenwerkingsplan te komen wat inhoudelijk ook goed is. U
heeft zelf al aangegeven dat er van diverse kanten kritisch naar gekeken wordt en dat is maar
goed ook want als je ergens kritisch naar kijkt, dan wordt het uiteindelijke plan ook beter.
Het 2e onderwerp voorzitter, de zonnepanelen. Motie 17. De heer Scheltens heeft aangegeven deze
te willen handhaven. Ja, dan moet ik hem ontraden. Dat wordt dan een gevalletje tekstexegese.
Want u zegt wel in uw uitleg: ja, nee, vooral niet inbreken in de lopende contracten met de
aannemer, laat hem maar bouwen, geen meerkosten en daarna eens kijken wat de mogelijkheden
van zonnepanelen zijn. Maar dat staat in dit dictum niet. Want hier staat: de partners die de OV
Terminal ontwikkelen. Niet de mensen die hem straks gaan beheren en gebruiken. En er staat ook
bij: een zonnepaneelsysteem voor de energievoorziening van het dynamisch route informatie
systeem. Ja, daar hebben we al een contract voor. Maar panelen neerzetten die stroom leveren aan
het net in zijn algemeenheid, dat zou op een gegeven moment wel kunnen. Maar dan is toch
volgens mij de volgorde dat het plan gewoon eerst opgeleverd wordt volgens bestek, dan
vervolgens met de diverse gebruikers en partners en beheerders gekeken wordt of er
mogelijkheden zijn om daar panelen te plaatsen, energie te leveren aan het net en kunnen we daar
een businesscase van maken. En als dat zo is, dan zou je daartoe kunnen overgaan in het al
bestaande pand net zoals bewoners van een particuliere woning zonnepanelen neerzetten op een
dak wat al 20 jaar eerder gebouwd is, bij wijze van spreken. Dus dat moet de volgorde zijn. En
overigens kan ik die u ook best toezeggen. Als u nou vraagt van doe dat, dan wil ik hem in die zin
wel overnemen. Dat bespaart u straks weer een schorsing met een heel ingewikkelde aanpassing
van dit amendement.