660 Het 3e onderdeel voorzitter, waar ik een antwoord opmoet geven, is de verrassende motie, ingediend door de heer Van den Berg. We hadden een wedje gelegd over wie hem zou indienen van de oppositie. Ja toch hè? Weet u, ik ga deze, en dat heeft even niks te maken met gratis fietsenstalling ja of nee en ben je daar voorstander van of wat dan ook, maar ik ga deze motie zoals die hier ligt, ontraden. Om een hele simpele reden. Het gaat om bestendige bedrijfsvoering. Ik zou de exploitatie, de mindere inkomsten, zouden op een of andere manier prima op te vangen zijn binnen het Parkeerbedrijf. Dat is het probleem niet. Maar we hebben ook het afgelopen jaar abonnementen verkocht, we hebben ook het afgelopen jaar strippenkaarten verkocht en die zijn lang nog niet allemaal op en over en afgelopen. Dus dan moet je mensen gaan refunden. Daar moet een heel systeem voor opgetuigd worden want daar moet dan weer een loket voor met een kassa, een heel gedoe. Nou, dat is niet van de ene op de andere maand geregeld. Dus dat betekent sowieso dat we volgens mij januari niet gaan halen. En ik ben een beetje bang dat het dan inderdaad, zoals u allemaal al zegt, weer onderwerp wordt van verkiezingen, onderwerp van onderhandelingen. En ik wil het risico gewoon niet lopen dat een opvolger, wie dat ook is, of ik dat nou zelf ben of een ander op deze portefeuille, straks weer een systeemverandering moet gaan doorvoeren. Want de klanten van de fietsenstalling zijn het wel een beetje beu dat het om de zoveel tijd verandert. Dus als u, als u, ja, weet u, ik denk dan maar even, ik bedoel, als je dan toch voor een JSF bent, doe het dan ook in een keer. En dat geldt dan ook voor gratis of betaalde fietsenstallingen. En dan rond ik af, voorzitter. Ik zou u de suggestie mee willen geven, en dat geldt voor u en dat geldt ook voor andere mensen, om een hele duidelijke afspraak te maken bij het begin van de volgende periode over wat er gaat gebeuren met de fietsenstallingen. Dan kan ik een heleboel argumenten aandragen waardoor het best wel zinnig zou kunnen zijn om iets te doen aan dat bedrag wat er nu gevraagd wordt. En ik wens de lijsttrekker van GroenLinks heel veel succes om dit in de verkiezingscampagne te verdedigen. DE HEER SZABLEWSKI: Mijnheer de voorzitter DE VOORZITTER: Je zou haast zeggen dat de wethouder nu weg vliegt en misschien wel met de vliegenier Van den Berg. DE HEER SZABLEWSKI: Mag ik nog een vraag stellen, mijnheer de voorzitter? DE VOORZITTER: Eerst mijnheer Van den Berg. DE HEER VAN DEN BERG: Kijk, als je op puur pragmatisme gaat zitten, wat ik wel wil begrijpen, dan lijkt voor mij voor mensen 1 januari echt een prachtige datum om over te schakelen. Want dat begrijpen ze volgens mij beter dan dat je halverwege weer, en dan ben je maart, april en dan mei en welles nietes en den heb je net al weer een heleboel abonnementen verkocht, die je dan weer terug moet gaan geven. Dus ik snap dat pragmatisme maar het is natuurlijk wel een klein beetje doelredenatie. Want zeg nou gewoon dat u het niet wil. DE VOORZITTER: Goed. Mijnheer Szablewski. DE HEER SZABLEWSKI: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik wil een vraag stellen over het amendement over de Verlaging afvalstoffenheffing aan de wethouder. Want volgens mij, en dan blijf ik even in de beeldspraak van de heer De Beer, geeft hij nu 400.000,— als bakken geld uit. Dat is, als ik het even snel uitreken, ongeveer 4,— per jaar per huishouden. Dat geeft hij met een theelepeltje aan onze burgers terug. Het is een sympathiek amendement maar Want u geeft het met bakken weg, 400.000,— die u volgens mij goed kunt gebruiken. En ik denk dat 4,— per jaar per huishouden nou niet het bedrag is waar de burgers in Breda op zitten te wachten. Maar wij zullen het amendement steunen. Maar ik ben wel even benieuwd of u zich dat realiseert. WETHOUDER AKINCI: Ja, ik kan rekenen. Er zijn ongeveer 86.000 huishoudens in Breda. Een groot gedeelte daarvan betaalt Afvalstoffenheffing. Er zit nog een verschil in een- en meerpersoons huishoudens. Dat is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 74