685
D66 heeft in de commissievergadering positief op dit voorstel geadviseerd. Het is hoog tijd dat er
meer studentenhuisvesting komt in Breda. Wij willen echt dat Breda studentenstad blijft en dat
betekent dat we studenten op een fatsoenlijke manier moeten huisvesten. We weten allemaal dat
de wachttijd nog steeds fors is en dat internationale studenten hun heil buiten de stad zoeken, iets
wat we echt niet willen. We willen hen eigentijds huisvesten waarbij ook ik weet dat de prijzen
soms misschien wel wat fors zijn maar aan de andere kant heel veel studenten ook niet meer op
drie hoog achter willen wonen.
Omdat wij het ook zorgvuldig volgen, weten we dat er nogal wat initiatieven niet van de grond
komen, hoe graag we het ook allemaal willen. Dat er nu een plan ligt dat wel gerealiseerd kan
worden, is alleen maar lovenswaardig. Ook wij hebben stil gestaan bij de vraag of dit de juiste
aanpak is waarbij tijdelijke huisvesting gerealiseerd wordt door gebruik te maken van een
erfpachtconstructie. Daarmee kunnen we een braakliggend terrein herbestemmen en tegelijkertijd
studenten huisvesten. Wat ons betreft, is het een win win situatie. Wij willen met het goedkeuren
van dit plan echter, - en dat is in navolging van de vorige sprekers -, zeker niet betogen dat deze
oplossing de enige juiste is. Ook wij realiseren ons dat er in de stad de nodige kantoren leeg staan.
En wat D66 betreft, dienen we dan ook in de toekomst de nadruk te leggen op het herbestemmen
van deze kantoren.
Dank u wel.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Mevrouw Van Oosterhout.
Een termijn of een reactie?
Een termijn. Gaat uw gang.
MEVROUW VAN OOSTERHOUT:
Dank u wel, voorzitter.
Ja, naar aanleiding van de motie die hierbij wordt ingediend, wil ik nog eventjes kort gebruik
maken van mijn spreektijd.
Wij hebben in de commissievergadering toegelicht dat wij voor dit voorstel zijn. En ik kan me wat
dat betreft, aansluiten bij de woorden van mevrouw De Bie. Wat me dan ook wel verbaasd, is dat
D66 wel de motie ondersteunt die hierover wordt ingediend. Want in onze ogen is het toch echt zo
dat het verzoek aan het college om in de toekomst enkel nog studentenhuisvesting of huisvesting
voor arbeidsmigranten te realiseren in bestaand leegstaand vastgoed of tijdelijke eenheden op
braakliggend terrein, dat is toch echt wat ons betreft de deur op slot zetten.
En het is ook maar de vraag als er initiatieven zouden zijn die dus op andere locaties, als daar
nieuwbouw zou moeten worden gebouwd, is het maar de vraag of dat het juridisch te houden is om
daar dan met een dergelijke motie voor te gaan liggen.
Daarbij is het ook nog zo dat als er bestaand leegstaand vastgoed is, we ons moeten afvragen of
dat dat bijdraagt aan de discussie die we ook voeren over de overlast die er in de wijken is. Het is
natuurlijk niet zo dat er enkel leegstaande panden in woonwijken liggen, zeker niet. Maar als je
kijkt naar het feit, - en dat heeft mevrouw De Bie zojuist ook betoogd -, hoe moeilijk het toch
blijkbaar is om initiatiefnemers op dit gebied te verleiden zich te gaan vestigen in bestaande
leegstaande kantoorpanden, dan moeten we ons toch afvragen of dat je dit dan moet willen. En wij
zijn daar niet voor. De formulering van deze motie is wat dat betreft veel te vergaand. En je kunt
niet vast leggen in onze ogen, dat je in de toekomst voor initiatieven de deur op slot zet.
Daar zou ik het bij willen laten.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Mevrouw Bijlsma.
MEVROUW BIJLSMA:
Voorzitter, mag ik een vraag stellen?
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Interruptie. Ja.
MEVROUW BIJLSMA:
We gaan straks de discussie voeren over de Woonvisie. Dat hebben we afgelopen dinsdag ook in de
commissie gedaan. In diezelfde visie staat namelijk: het transformeren van bestaand leegstaand
vastgoed, tijdelijk invullen van braakliggende terreinen en ombuigen van bestaande projecten,
hebben prioriteit boven nieuwbouwprojecten. Dat is volgens mij ook exact wat we met deze motie
vragen. Dus...,