686 MEVROUW VAN OOSTERHOUT: Nou, als het zo geformuleerd zou zijn..., Als ik mag reageren, voorzitter, DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Mevrouw Van Oosterhout. MEVROUW VAN OOSTERHOUT: dan is dat toch een andere toonzetting. In de bijdrage van mevrouw Bijlsma zojuist, gaf zij dat ook veel genuanceerder aan dan dat het hier verwoord staat in deze motie. In de Woonvisie staat inderdaad over die prioritering. En daar zijn wij ook voor. Het is ook niet zo dat wij alleen maar zouden willen zeggemnieuwbouw op nieuwe plaatsen en laat die leegstaande kantoorpanden dan maar. Nee, dat is het niet. Wij zijn ook voor hoe het in de Woonvisie is opgeschreven maar de manier waarop het verwoord is in deze motie, daar kunnen we absoluut niet achter staan. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: De heer Vuijk. Nog een interruptie? Of uw termijn? Mijnheer Vuijk? DE HEER VUIJK: Dank u wel, voorzitter. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: O. DE HEER VUIJK: Ik moet toch steun geven aan het betoog van mevrouw Van Oosterhout. In de commissie hebben we de inspreker ook gehoord. En die heeft ook inderdaad onderzoek gepleegd naar het omkatten van bestaande kantoren en uiteindelijk gezegd dat het niet haalbaar is. Nou, als je dus op een gegeven moment ziet dat er hier dus een kans is geboden aan studenten, weliswaar in de duurdere categorie om inderdaad een campus te organiseren, dan denk ik dat de motie jammer genoeg inderdaad te beperkend is en de boel op slot gooit voor dit soort investeerders. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Nog andere fracties? Ik zie mijnheer Stubenitsky en mijnheer De Jong. Ik geef het woord aan mijnheer Stubenitsky. DE HEER STUBENITSKY: Ik kan me helemaal aansluiten bij de heer Vuijk die het eens is met mevrouw Van Oosterhout. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dat is heel duidelijk. Mijnheer De Jong. DE HEER DE JONG: Ja, wat mij betreft hetzelfde. Ik kan me ook helemaal vinden in het commentaar van mijnheer Vuijk en me aansluiten bij mevrouw Van Oosterhout. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Dan hebben alle fracties hun tijd gehad. Dan geef ik het woord aan de heer Arbouw. O nee, de heer Bergkamp. WETHOUDER BERGKAMP: Ja voorzitter, zoals zo vaak is het een coproductie van collega Arbouw en ondergetekende. Dus als ik iets vergeet, dan vult hij me aan. Dat is een goede werkverdeling. Voorzitter, ik stel met genoegen vast dat het voorstel wat voorligt om tot ontwikkeling te komen brede steun heeft van de raad. Die conclusie hadden wij ook in de discussie in de commissie al getrokken en ik hoor dat in alle bijdragen. Nou, dat is goed nieuws denk ik voor de stad en voor het toevoegen van woonruimte voor studenten. Dat is een. Ten tweede de motie. Het is zo'n voorbeeld voorzitter, waarbij via een motie de raad als het ware richting wil aangeven. En in die motie staan 2 thema's die volgens mij breed gedragen worden door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 17