708 DE HEER VAN DER HORST: Dank u wel. we uiteraard alle bewoners en belanghebbenden van de stad van harte uitnodigen om een bijdrage te leveren aan deze realisatie. Even reagerend op een aantal moties die het CDA net heeft ingediend. Van sommigen vinden wij datje te ver in de uitwerking gaat zitten. Die uitwerking moet er natuurlijk komen, die moet er samen met bewoners komen. Voor dit moment gaan ze te ver, denken wij. Waarbij we overigens wel het benutten van winkelpanden en daar de urgentie van erkennen. Dank u wel. DE VOORZITTER: Mijnheer Van der Horst. DE HEER VAN DER HORST: Dank u wel, voorzitter. Zoals inderdaad besproken op de heisessie..., DE VOORZITTER: Mevrouw Van Beek wilde nog een interruptie. MEVROUW VAN BEEK: Nee, ik wilde vragen van de bewegwijzering, naar de binnenstad, volgens mij staat in het Mobiliteitsplan met inprikkers. Maar dat je ook een deel oplossingen kunt vinden met bewegwijzering. Die zie ik er niet in staan. Waar ziet u dat dan in staan. Aan mevrouw De Bie. DE VOORZITTER: Mevrouw De Bie. MEVROUW DE BIE: Dat heb ik zo niet paraat. Daar kijk ik zo nog even naar, mevrouw Van Beek. DE VOORZITTER: Goed. Dan DE VOORZITTER: Dan graag mijnheer Van der Horst. DE HEER VAN DER HORST: Dank u wel, voorzitter. Zoals besproken op de heisessie, effectief vergaderen, voldoende besproken in de commissie, daar akkoord gegaan, dus bij deze ook akkoord. De moties sympathiek maar te veel vormgevend tenminste, inhoudgevend, soms beklemmend. Dus ik ga die niet steunen. DE VOORZITTER: Mijnheer Bakker, GroenLinks. DE HEER BAKKER: Bij de behandeling in de commissie hebben we ingebracht dat met name het aantrekken van meer mensen van buiten de regio een aandachtspunt is. Daarbij is Breda vooral onderscheidend door de combinatie Bourgondische binnenstad en met name ook de ligging in een groene omgeving. Ook de bestaande hogesnelheidstreinverbinding kan daarbij publicitair veel beter benut worden. Dit vinden we in de nu voorliggende nota nog weinig terug. Maar er is alle kans om dat in de verdere uitwerking wel te doen bij de toeristische elementen. Dat wat, wat ons betreft, ook in de uitwerking meer zou moeten gebeuren, is een dwingender dan wel swingender aanpak van het binnenstadsmanagement. Wetenschap van de verschillende financieringsmodellen daaronder en de effecten daarvan op draagvlak horen daarbij. Wij ondersteunen dan ook de motie van het CDA op dit punt. Het zou ons overigens niet verbazen als uit dit onderzoek een van de inzichten zal zijn dat je in geen enkel model op 100% draagvlak mag rekenen en datje dus altijd op een of andere manier pijnlijke maatregelen zult moeten nemen om free riders binnenboord te krijgen. Wat in de uitwerking ook zou moeten gebeuren, is een aanpak van leegstand op inlopers en andere gebieden die transformatie behoeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 39