711 MEVROUW VAN MAANEN: Wat ons betreft hoeft een visie dus niet een heel boekwerk te zijn. Het gaat erom dat je de stip op de horizon zet en dan vervolgens kijkt: hoe gaan we daar nou met z'n allen naar toe werken. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter mag ik dan een vraag, een andere vraag DE VOORZITTER: Nee, eerst mevrouw Van Beek nu. Mevrouw Van Beek. MEVROUW VAN BEEK: Ja, dan gaat dit helemaal weer de gort in. DE VOORZITTER: Mevrouw Van Beek. MEVROUW VAN BEEK: Volgens mij is op dit moment het vervolgplan op de visie Binnenstad dat er een bestemmingsplan komt voor de binnenstad. Dus dan vraag ik me een beetje af wat is dan het moment om zaken waar wij van vinden dat die belangrijk zijn, die op dit moment nog niet in de Visie Binnenstad op die manier er in staan, om die dan mee te geven. Volgens mij is toch dit het moment daarvoor. Bent u het daar dan niet mee eens? MEVROUW VAN MAANEN: Nee, daar ben ik het niet mee eens want natuurlijk volgt ook een bestemmingsplan. Maar er kunnen meer dingen parallel gaan lopen bijvoorbeeld. Volgens mij moetje de stad ook de kans geven om te zeggen wat zij willen gaan doen. Het risico is dat je nu als gemeente weer met z'n allen voor de troepen uit gaat lopen en zegt dit moet gebeuren en dat moet gebeuren en zus moet gebeuren. Laten wij nou ook eens vragen aan onze partners in de stad wat zij vinden dat moet gebeuren. Dan ben ik het met u eens, de voorstellen die u heeft, daar kan ik op zich inhoudelijk best mee instemmen. Alleen vind ik het te voorbarig om dat nu te doen en volgens mij hebben wij nog kans genoeg om dat soort dingen in te brengen en kan het college gerust komen met een uitvoeringsplan nog na de commissie. MEVROUW VAN BEEK: Nou ja, kijk er zijn insprekers geweest die het belang van bewegwijzering hebben benadrukt. En als u zegt ik vind het belangrijk om naar de stad te luisteren, dan is het misschien toch wel goed om te kijken, we hebben insprekers gehad en op wat voor wijze komt dat nu terug in de Visie Binnenstad of kunnen we daar op een positieve manier, in lijn ook met de Visie Binnenstad, daar nog net wat meer aan geven. MEVROUW VAN MAANEN: Ik denk dat het college dat ook gehoord heeft. En als je het hebt over een visie, dan moet je daarna de uitvoering in al zijn samenhang bekijken en er niet nu 3 voorbeelden uithalen. Want er zijn vast nog meer dingen te bedenken. En laten we nou gewoon die uitvoering oppakken in zijn geheel en dat samen doen met alle partners in de binnenstad en niet laten afhangen van een of twee insprekers. DE VOORZITTER: Dit is genoeg gewisseld. Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Ja voorzitter, ja ik wil niet over vergaderorde beginnen, maar dit is natuurlijk een ratjetoe. Ik hoop dat mevrouw Van Maanen nog weet waar wij zijn gebleven. Het gaat erom, wij hebben 2 jaar lang..., Mijnheer Arbouw heeft zich uit de naad gewerkt, om het even op mijn eigen manier te zeggen, om voor de hele stad een Structuurvisie neer te leggen, mijnheer Meeuwis heeft blijkbaar 2 jaar op zijn handen gezeten, er komt eerst broddelwerk, er komt nu een bij elkaar geraapte visie waarvan u nog zelfs zegt: ja, dan moeten we nu nog met de stad gaan praten. Maar wat heeft hij dan 2 jaar lang gedaan? Dit is toch geen voldragen visie in uw ogen waar 2 jaar met trots aan gewerkt is door de stad? MEVROUW VAN MAANEN:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 42