713 dat we het aan onze stad verplicht zijn om aan die uitvoering en daarmee aan de laatste motie voortvarend aan de gang te gaan. Voorzitter, er zijn relatief geen echte vragen gesteld. Misschien een vraag van de SP. Laat ik daarmee beginnen. Ik wil daarbij echter aangeven dat het een wat lastig argument is als het enige argument is watje hoort dat jouw argumenten niet deugen zonder dat daar een tegenargument wordt ingebracht. Dus ik kan ook niet zozeer, en ik weet ook niet zozeer, wat ik met de visie van de SP moet omdat ik niet weet wat de visie van de SP is en ik dus ook niet kan beoordelen namens het college of we iets aan de visie van de SP hebben. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, dit We hebben afgesproken laatst nog in het fractievoorzittersoverleg dat we de inhoudelijke wisseling zouden doen in de commissies en hier aftikken. Nou gaat de wethouder zelf uitlokken om mijn hele visie hier weer op tafel te leggen. Het lijkt mij niet zo verstandig om dat te doen. En als de wethouder niet heeft opgelet in de commissie, dan is dat zijn eigen zaak, dan moet hij wat minder spelen met zijn iPad. DE VOORZITTER: De wethouder. WETHOUDER MEEUWIS: Ja voorzitter, daar kan ik natuurlijk flauw op doen maar de werkelijkheid is ook dat ik in de commissie geen inhoudelijke argumenten van de zijde van de heer Van Lunteren heb mogen ontvangen. DE HEER VAN LUNTEREN: Dat klopt want mijnheer Dirk Uijl deed het woord. WETHOUDER MEEUWIS: Ja, en die had ze ook niet. DE VOORZITTER: De wethouder gaat verder. WETHOUDER MEEUWIS: Dan even kijken, dan zal ik ingaan op de diverse moties die zijn ingediend. Ik ben van mening dat het uiteraard zo is dat mevrouw Van Maanen inbrengt dat een uitvoeringsplan een gebalanceerd verhaal is en dat dat in overleg met de betreffende stakeholders moet worden opgesteld. En dat zijn er veel in Breda. Het is echter niet zo, wat ook hier gesuggereerd werd, dat er tot nu toe niks gedaan is en dat er geen overleg is geweest. Er zijn uitgebreide consultatierondes geweest, er zijn visiemiddagen georganiseerd, er zijn stakeholdersoverleggen gepland en er is zowel door de organisaties, als de mensen die het plan maken alsook door het bestuur op vele mogelijkheden en momenten gekeken en geluisterd naar wat de stad wil. Daar komt een mooi beeld uit wat u dus in deze visie terug kunt vinden. Maar uiteraard ook met de accenten die we daar graag zelf bij willen stellen. En dat heeft u kunnen lezen en daar heeft u ook uw mening over gegeven. Het staat niet in de weg om desalniettemin accenten vanuit het orgaan wat u bent, daarbij aan te brengen en daarmee ook een voorkeur voor prioriteiten te geven. Dat is niet noodzakelijk conflicterend met de ambitie om het gezamenlijk met derden op te tuigen. Het heeft echter wel een consequentie, als het gaat, en dan ga ik gelijk even op de moties in, van het CDA, als het gaat over de termijnen die gesteld worden. Want er wordt in 2 moties opgeroepen, op zich prima moties maar het is nu 19 december, we gaan een periode in van toch afwezigheid van deze of gene in de stad, dan is het lastig om op 11 februari hier te presenteren met ook de termijnen die daar vooraf gaan om het stuk op de agenda te krijgen, om dat ook in overleg dan met die partijen te doen. Want dan zou dat feitelijk nu moeten gebeuren. Dus dat wordt volgens mij wel lastig. Dus als het gaat over die moties, dan begin ik bij voor mij motie 4, dus de motie..., MEVROUW VAN BEEK: Zou ik een vraag mogen stellen? DE VOORZITTER: Korte vraag. Gaat uw gang. MEVROUW VAN BEEK:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 44