714
U geeft aan dat de termijn van februari lastig is. Wat vindt u wel een haalbare termijn?
WETHOUDER MEEUWIS:
Nou dat Ik ga daar per motie wel even op in.
Ik begin met de motie Benut de winkelpanden. Dat is motie 4. Wat we wel kunnen doen, is dat we
in de commissie van 14, of 11 februari een overzicht kunnen neerleggen van het soort
instrumenten wat wordt ingezet en hoe die uitvoering er uit kan zien. Het zou dan een eerste stap
kunnen zijn in het proces van citymaking. En er gebeurt natuurlijk op dit moment ook op dit vlak al
het een en ander. In de Houtmarktpassage heeft wethouder Akinci vanavond nog het project Now
here geopend waarbij door leegstandsbeheerder Klip in opdracht van de Vereniging van Eigenaren
en dus ook de MAB ontwikkelaar van dat gebied in de Lange Stallen waar we zo meteen over gaan
wisselen, al op een hele interessante manier aan het leegstandsbeheer vorm geeft, iets wat wij
graag willen en wat we natuurlijk ook voor andere delen van de stad graag ingezet willen hebben,
willen zien. Dus ik kan, als u zegt van ik wil de eerste stap hebben in die commissie en dan verder
de termijn uithalen, dan kan ik niets anders doen dan die motie omarmen.
Als we naar motie 5 gaan, te weten Verbindt de unieke Bredase winkelstraten ook virtueel. Ja deze
motie, daar zou ik juist Daar kan zo'n datum dan weer wel op omdat we naar aanleiding van de
wisseling in de commissie al meteen daarmee aan de slag zijn gegaan en op dit moment met de
opdrachtformulering bezig zijn, dit eigenlijk al rond hebben, om daar ook de Bredase deskundigen,
Sint Joost, daarvoor te laten, ja wat doen die om een voorstel te laten doen hoe dat er precies
uit komt te zien. Dat hoeven we niet ik heb natuurlijk ook wel ideeën en daar hebben we het
ook over gehad maar om hen met het voorstel te laten komen. Dus misschien dat we dan ook aan
kunnen geven hoe wat we dat dan ongeveer in gedachten zouden kunnen hebben.
Ik vind de combinatie, - en daarom vind ik het een interessante motie -, om daar ook met een
soort Open Data denken aan de gang te gaan waarbij ook anderen dan wij als opdrachtgever
vanuit hun eigen overwegingen leuke dingen voor de bewegwijzering van de stad, met een App
door Breda lopen. Dat lijkt me alleen maar positief om dat op die manier in te vullen.
Dan kom ik bij motie 6. Dat ligt deels op het terrein van collega Akinci. En er zit een overlap met
de ambitie van motie 5. Dit is er meer een die, als we hem zo aannemen, onderdeel zouden
moeten laten zijn van de hele mobiliteitsaanpak omdat de verkeerscirculatie niet alleen maar op de
binnenstad geënt is, maar het in en uit is. En dat is toch wel een vak. Dus dat moet je juist ook
integraal benaderen ook met andere verkeersstromen. Maar verder dus ook prima.
En dan bij de citymaking. Daar speelt dus nou wel die datum omdat hier expliciet het draagvlak,
het overleg, het is..., We hebben dat eerder gewisseld: citymaking is niet iets wat de gemeente
doet. Het is ook niet iets wat de gemeente alleen financiert. We hebben daar middelen bij en die
willen we ook. Deels hebben we die nog niet en zullen die ook onderwerp zijn van nadere politieke
besluitvorming zoals u hier of in andere samenstelling zit, maar ook wat die bijdragen vanuit die
stad zelf zijn. We zien daar hoopvolle ontwikkelingen, we zien dat ondernemers zich verenigen in
nieuwe verbanden. We hebben daar vorige keer in de commissie ook verhalen over mogen horen
van ondernemers zelf en die moeten hier ook integraal onderdeel van zijn. Anders wordt het een
opgelegd plan. Dit moet ook juist, de inhoud zelf en ook een stuk van de financiering, van die
ondernemers zelf vandaan komen. Wij hebben, en daar ben ik het wel mee eens, misschien
moeten we daar wat nadrukkelijker op regisseren, want we hebben het nu wel heel erg van
onderop laten komen. Dus daar ga ik met u in mee, maar ik kan niet nu al voorspellen dat ik op 11
februari niets anders kan doen dan een soort voortgang met u doornemen over waar we dan staan
en hoe dat verder moet.
MEVROUW VAN BEEK:
Voorzitter, hij was met name bedoeld om te laten zien, - en in het land zijn er meer ervaringen
mee -, wat voor manieren er nou gebruikt worden en wat daar eventuele aandachtspunten bij zijn
bijvoorbeeld voor draagvlakorganisaties of andere voor- of nadelen. Zonder daar nou een oordeel
over uit te spreken maar om die inzichtelijk te hebben zodat we dat als handreiking aan de
ondernemers mee kunnen geven. Ondernemers kunnen op zich natuurlijk ook zelf dat werk gaan
doen. Maar die kennis is volgens mij ook heel goed aanwezig in het Stadskantoor. Zo is hij eigenlijk
bedoeld. Dus niet om verder al daarmee aan te geven hoe de hele citymaking er uit moet zien. Met
name die middelen.
WETHOUDER MEEUWIS:
Dus wat u dan feitelijk vraagt is een soort inventarisatie over wat voor type activiteiten hebben we
het dan en waarover zouden we dan met u moeten spreken. Dat kan ik u wel toezeggen.
Motie 8. Nee, de heer Akinci. Dus volgens mij heb ik daarmee de vragen en de moties beantwoord
voorzitter.
DE VOORZITTER: