730 Nee, nee. Dat betekent dus dat de bevoegdheid bij het college blijft? Bij deze uitleg blijft de bevoegdheid bij het college. WETHOUDER ARBOUW: DE HEER SZABLEWSKI: U tekent een voorlopige overeenkomst en als wij nee zeggen, dan zegt u: dan hangen er juridische consequenties aan. Dan is er geen bevoegdheid naar de raad maar dan houdt het college de bevoegdheid. WETHOUDER ARBOUW: U luistert slecht. Het punt wat ik wil maken is dat, want u zou kunnen zeggen als de anterieure overeenkomst ter stemming vast ligt, als adviesstuk voor de gemeenteraad, zou u zeggen van ja, als ik gewoon nee zeg is het nee, nietwaar. Dan ben ik er van af. En ik geef u aan dat dat juridisch echt consequenties heeft. Dus als u dan nee zegt, - dat kan want het is een adviesstuk, dus die bevoegdheid ligt op dat moment bij de gemeenteraad -, dan zult u dat in voldoende mate moeten onderbouwen, wil de gemeente niet een grote schade oplopen. Dat is het punt wat ik wil maken. En dat hebben we overigens al eerder aan de orde gehad. As u bestemmingsplannen afschiet, zonder argumentatie, terwijl er in eerdere besluitvormingen al positieve besluiten zijn genomen, ook dan dreigt er schade. Dus met name die consequentie wil ik hier wel benoemen. Alleen nee zeggen, dan schaadt u de belangen van de gemeente. DE HEER SZABLEWSKI: Misschien even kort, mijnheer de voorzitter. Ik stel dan wel vast dat er geen bevoegdheid wordt gedelegeerd naar de raad. Het college onderhandelt, komt met een overeenkomst, en die overeenkomst heeft als de raad daar nee tegen zegt, juridische dan wel consequenties wat betreft claims. Want dat zegt u ja. WETHOUDER ARBOUW: U neemt dan een besluit in plaats van het college. Want de gemeenteraad besluit. Ik geef u alleen aan dat dat goed onderbouwd moet zijn als u dat anders wilt doen dan een positief besluit omdat daar altijd getoetst zal worden door een rechter, buiten of het college dat besluit neemt of de raad. Maar er zal altijd getoetst worden door een rechter of dat in voldoende mate onderbouwd is en u ook rechtens een negatief besluit kunt nemen. En daar wil ik u op wijzen. Op basis van de voorwaarden die nu gesteld worden. DE VOORZITTER: Goed. Ik denk dat dit gewisseld is. Ik kijk voor een 2e termijn. Wie van u voor een 2e termijn. Wacht even. Excuses. Wethouder Akinci nog over uiteraard de mobiliteit. Wethouder. WETHOUDER AKINCI: Ja, ik wil dit prachtige podium niet aan mij voorbij laten gaan. Kort. En ik zal het verder alleen over de motie hebben, motie 11 zoals die ingediend is omdat volgens mij de rest ook al door u onderling gewisseld is, ofwel door de 2 voorgangers gezegd is, ofwel in de commissie al besproken is. Motie van GroenLinks, D66, PvdA en Leefbaar Breda vraagt aan het college om met VOF in onderhandeling te gaan over de hoeveelheid parkeerplaatsen die gerealiseerd worden. Nou, op zich is er volgens mij naar aanleiding van de gedachtewisseling in de commissievergadering in ieder geval goed gekeken naar wat die parkeernorm nu eigenlijk betekent. En u zegt, de ondertekenaars van deze motie zeggen ook: de parkeernorm zoals die is vastgesteld, moet uitgangspunt zijn van de gesprekken met de ontwikkelaar. En dat is op zich ook logisch wantje moet nietje eigen regels halverwege de wedstrijd, om het zo maar te zeggen, veranderen. Wel vraagt u: kunt u niet eens met de ontwikkelaar gaan praten over een andere invulling van die parkeernorm, zij het in capaciteit die er elders in de stad nog is, zij het door andere vormen van mobiliteit aan te bieden. Ja, op zich zijn we natuurlijk bereid om dat gesprek aan te gaan. Of daarmee meteen een 3e parkeerlaag, zoals de heer Bakker dat zei in zijn bijdrage, van de baan is, is nog maar de vraag. Want zonder verder in het businessmodel van de ontwikkelaar te kruipen, - want dat businessmodel is van de VOF en niet van ons zit er natuurlijk behalve de kosten van het realiseren van een 3e parkeerlaag, ook nog een opbrengstenkant aan dat hele verhaal die natuurlijk ook is meegerekend. Dus ja, het signaal wordt door het college meegenomen dat u zegt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 61