744 uitrekent, is dat wij, dat de evenementen, de bestedingen, dus direct en indirect, dus wat evenementen dus echt opleveren, dat wordt op een bepaalde manier berekend, dat is bijna 50 miljoen op jaarbasis. En dat het een directe werkgelegenheid, dus dat zijn betaalde banen, oplevert van 379 fte's. Dat zijn 758 parttimers. Bijna een Primark vol, zou ik zeggen. Dus het onderzoek toont aan, - die gegevens die krijgt u allemaal van mij -, dat die evenementen echt iets doen voor de stad. En daarom is het wel relevant om in zo'n notitie na te denken van wat we nou doen met die evenementen omdat zo'n belangrijk economisch instrument, nog even los van de culturele waarde en de verblijfswaarde voor de bewoners, natuurlijk wel een redelijk serieus verhaal is. MEVROUW GIEBELS: Voorzitter DE VOORZITTER: Korte interruptie, mevrouw Giebels. MEVROUW GIEBELS: Ja hoor. Ik heb het onderzoek net ook gezien maar het is nog interessanter om te kijken wat er nog meer te halen zou zijn. Dat staat volgens mij nog niet in het onderzoek. DE VOORZITTER: Wethouder. WETHOUDER MEEUWIS: Nee, dat klopt. De vraag was: wat voegen ze nu op dit moment toe. Dus het is een foto die we maken. Maar het is wel serieus. Dat blijkt uit dit onderzoek. En als ik dan kijk naar de evenementenpiramide die wordt voorgesteld door de PvdA, waarbij we feitelijk weer opnieuw beginnen langs een andere denklijn. Deze discussie hebben we namelijk in de behandeling in de commissie tot 2 keer toe gehad. Toen heette het geen piramide maar toen ging het over van wat nou je vertrekpunt is. En watje in een dergelijke inkadering doet, ik geloof dat mevrouw De Bie het een betonnen kader noemde, is dat je toch heel sterk fixeert op wat nu is. Je categoriseert, waarbij je dus de ruimte en de flexibiliteit die je eigenlijk zou willen hebben rondom evenementen, ook langs je lijnen van de prioriteiten die je gesteld hebt. We hebben criteria wat je moet toevoegen. En we kiezen niet zozeer over het soort evenement. Dat deden we vroeger wel. Dat heette de kroonjuwelen van de stad. Daar waren we heel lang heel blij dat we daar van af waren, en feitelijk introduceer je die hiermee weer terug in het verhaal. Dus ik zou zeggen: het is goed om de evenementen die wij met z'n allen belangrijk vinden ook belangrijk te laten zijn. En daar zijn we het snel over eens. Maar om het zo te categoriseren, dan creëer je feitelijk dan toekomstige..., hoe heet dat? Die dinosaurus die in die kalk zit? Die blijft er zitten maar die beweegt niet meer. Dus je weet dat het er ooit geweest is maar de vraag is of het over 5 of over 10 jaar nog iets toevoegt aan de stad. En die flexibiliteit moeten we ook echt aan de organisaties en de professionals laten. Daarnaast hebben we natuurlijk ook de dynamiek van de kleinere evenementen. Die laten zich niet inkaderen in zo'n piramide, vermoed ik. Dus ik wil u voorstellen om zo ver niet te gaan. De motie die door CDA en VVD is ingediend. Ik kan niet beoordelen of het gaat lukken, of die Vincent van Gogh middelen beschikbaar kunnen komen. Maar het is natuurlijk wel interessant genoeg om het serieus te gaan onderzoeken. DE VOORZITTER: Ik zie dat wethouder Akinci vandaag nog een belangrijk overleg heeft bijgewoond en misschien wel iets..., WETHOUDER MEEUWIS: Die heeft wat bij zich? DE VOORZITER: Misschien even kort een reactie van de wethouder. WETHOUDER AKINCI: Heel kort. Ik wilde alleen maar instemmend knikken dat we daar natuurlijk alles aan doen om dat te redden. En daar zijn we ook actief mee bezig. Dus dat even in aanvulling op wat de heer Meeuwis zegt. DE VOORZITTER: Wethouder, gaat u verder.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2013 | | pagina 75