13
invulling kunnen geven met elkaar met de partners aan het terugdringen van de lokale ernstige
criminaliteit. We hebben het over een ontwikkeling waar we volgens mij de komende jaren ook
nadrukkelijk rekening mee moeten houden. En in het verlengde daarvan wil ik daar ook met de
nieuwe raad verder over spreken, in het bijzonder met de commissie Bestuur.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Mijnheer Ernst heeft u nog behoefte aan een reactie?
Een korte reactie?
DE HEER ERNST:
Ja dank u wel, voorzitter.
We zijn verguld, we snappen ook de zorgen om de term. Maar ons gaat het er inderdaad om, om
creatief en innovatief aan de slag te gaan zodat inderdaad criminele organisaties gewoon wat
minder slagkracht hebben, dat we hen ook kunnen raken waar het pijn doet.
Ik ben tevreden met de uitleg en volgens mij gaat het de goede kant op.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Zijn er nog andere fracties die behoefte hebben aan een reactie?
Alleen de heer Van Lunteren?
Goed, ik geef het woord aan de heer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Dank u wel, voorzitter.
Of het nou aan de term ligt of niet, maar het hele verhaal van de burgemeester ook, we gaan op
een enorm hellend vlak zitten als gemeenteambtenaren zich gaan bemoeien met opsporing en
inlichtingendiensten. Ik bedoel: beelden van Stasi praktijken zoals in Oost Duitsland liggen
natuurlijk op de loer. Want wat gaan onze ambtenaren allemaal lopen te doen? Ik vind: veiligheid
en het geweldsmonopolie liggen bij de politie en dat moet daar blijven liggen. En als er een gebrek
is aan capaciteit, dan moet mijnheer Opstelten, de minister, dat zelf oplossen. Dat moeten we niet
vervagen door als gemeente daar tussen te gaan zitten. Ik vind dat een zeer zorgelijke
ontwikkeling en ik zou de burgemeester ook willen vragen om daar met klem ook afstand van te
nemen, dat dat niet de juiste weg is. We moeten als gemeente ver weg blijven van dat soort
praktijken.
Dank u wel.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
De heer Szablewski.
DE HEER SZABLEWSKI:
Dank u wel, mevrouw de voorzitter.
Het leek toen ik het las een beetje op Big Brother is watching you; als we overal inlichtingen
opvragen, dan lossen we alles op. En de Partij van de Arbeid maakt zich wel zorgen. En de
burgemeester refereert er ook al aan, van hoe zit het dan met de privacy en wie mag nou wat doen
met die gegevens die worden verzameld door die inlichtingendienst.
Dus als de gemeente Breda daar al toe zou overgaan, verwacht de Partij van de Arbeid een notitie,
een uitgebreide notitie, over wie nou wat mag, wie het mag inzien, hoe het wordt bewaard en wat
er vervolgens mee wordt gedaan, om er in ieder geval voor te zorgen dat de achteloze burger niet
zomaar ergens zijn eigen gegevens vindt of zijn eigen beeltenis ziet bij zaken waar deze niks van
weet.
Dus wij maken ons wel zorgen daarover en als we, - nogmaals daartoe overgaan dan is het
belangrijk dat de burgemeester of het college dan, de raad of uw raad of deze raad informeert over
hoe we dat gaan doen, op welke wijze we dat gaan doen en vooral hoe we de privacy van de
gewone burger beschermen.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
De heer Ügerler.
DE HEER ÜCERLER:
Een vraag aan de burgemeester. Het is prima, wij onderschrijven zijn antwoord ook, maar wat ik
heb begrepen is dat Eindhoven in relatie tot het Rijk een bijzondere positie heeft met het