29 Het was geen vraag maar het was een opmerking. DE HEER AARTSEN: Ik geef er toch meteen antwoord op voorzitter. Want toevallig, - nou ja, niet helemaal toevallig natuurlijk -, heb ik de notulen van de afgelopen vergadering en ook het debat dat mijnheer Lips en ik toen hebben gehad. En als het aan mijnheer Lips had gelegen had, dan had dat voorstel er toen ook gelegen. Dan was het er klakkeloos doorheen gegaan, als het aan mijnheer Lips had gelegen dan had hij dat amendement van mij weg gehoond, weggestemd, dat heeft hij letterlijk gezegd, en waren we dus het pad op gegaan wat we nu niet inslaan. Volgens mij hebben wij toen duidelijk als VVD gezegd: dit willen we niet, we willen het anders, wethouder opnieuw dat huiswerk, niet instemmen met dit voorstel, kom met een nieuw voorstel. En voila het ligt er, en daar zijn we het mee eens. Nou, top. DE VOORZITTER: Goed. Ik stel voor: ik geloof dat u elkaar de komende weken menigmaal zult treffen met onze bevolking, en masse of niet, in rokerige zaaltjes. Ik zou zeggen: spreek er nog eens goed met elkaar over. Het woord is aan de wethouder. WETHOUDER BERGKAMP: Ja voorzitter ik wil, - de heer Van Lunteren zei het al, succes heeft vele vaders, ik zei het in de commissie ook -, dus ik wil alle vaders en moeders feliciteren met hun notitie die ik namens hen heb opgeschreven. Dan zijn de verhoudingen ook weer helder. DE HEER LIPS: Dat is nou echt dualisme. WETHOUDER BERGKAMP: En wat de motie betreft: in relatie ook tot de vraag van de heer Aartsen van wat in de pijplijn zit. Kijk we hebben De gemeente kan een hoop maar kan ook heel veel niet. En wat we niet kunnen en wat we niet doen: we bouwen zelf niet, we verbouwen zelf niet. Dus we creëren zelf geen kamers, we zijn altijd afhankelijk van de bereidheid en de inzet van derden. Wat we wel kunnen en willen is dat we stimuleren, dat we belemmeringen weg halen en dat we hopen dat langs die lijn, - en ik kijk ook collega Arbouw aan want we doen dat heel nauw samen -, dat we langs die lijn ook partijen bereid vinden om op de juiste plek de juiste investering te doen. Nou daar zijn we, met alle winden die we tegen hebben, vol mee bezig. En wat mij betreft, kan ik de uitwerking van de motie meteen combineren met het antwoord op de vraag van de heer Aartsen omdat in de notitie, - want er wordt een notitie gevraagd, nou is dat een van de core business van de wethouders, notities schrijven -, dus dat we in die notitie nog eens aangeven welke initiatieven er liggen om die doelstelling van die 1000 kamers de komende 4 jaar te kunnen realiseren. Dan laten we u zien wat er in de pijplijn zit, wellicht welke belemmeringen er nog zijn en dan laten we ook zien in hoeverre die ambitie realiseerbaar en haalbaar is. Dus ik denk dat het college de motie als een motie van aanmoediging beschouwt en die krijgen we graag. 2e termijn. DE VOORZITTER: Nog behoefte aan een 2e termijn? Niemand van u? Mevrouw Bijlsma nog. Anderen nog? Mevrouw Bijlsma. MEVROUW BIJLSMA: Dank u wel, voorzitter. Wij moeten misschien nu ook al even zeggen dat de motie ook wel heel erg sympathiek is natuurlijk. Maar wat ik nog wil vragen aan het CDA, - want daar was ik zojuist net iets te laat voor -, is eigenlijk hetzelfde als aan D66. Waarom nu? En dan hoop ik toch op een ander antwoord. Nou ja, dat verkiezingen binnenkort zijn. Maar de timing is wat raar. Want we hebben in de commissie meerdere malen gesproken over studentenhuisvesting, 5 keer in totaal. We hebben pas nog een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 29