33 wel dat er een kans dus is dat onze bewoners een stuk minder gaan betalen. En daarom is het goed om dat inzicht wel te krijgen zodat de raad daarna het besluit kan nemen of dat voorstel dan wel of niet ingevoerd gaat worden. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Andere leden nog van uw raad? Dan is het woord aan wethouder Bergkamp. WETHOUDER BERGKAMP: Ja voorzitter, 2 concrete vragen. Zowel een vraag als een voorstel voor de motie. Op de vraag van de heer Van Lunteren over de datum van een gesprek met de bewoners in het Ginneken heb ik dat nu niet paraat. Maar ik zorg dat u daar op korte termijn over wordt geïnformeerd. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, als de bewoners maar geïnformeerd worden. WETHOUDER BERGKAMP: Goed, ja. Natuurlijk. Maar u stelt aan mij de vraag. Dus ik zorg dat op korte termijn die informatie beschikbaar komt. Ik moet even ruggespraak houden met WonenBreburg. Ik ga wel over mijn eigen agenda maar van anderen is dat toch wat lastig. Ik zorg dat ik dat even oppak en binnen een paar dagen laat weten. En dat gaat natuurlijk primair ook naar de bewoners met afschrift aan uzelf. Dat is een. Wat betreft de motie, het volgende. Kijk ik begrijp de vraag van mevrouw Schokker wel. Maar ze vervat hem in een motie en in die motie staat de toch wat dwingender tekst dan dat ze in haar mondelinge toelichting verwoordt. Kijk, het college heeft in het kader van u als raad volledig informeren over mogelijkheden in de nota zelf een aantal opties voorgesteld maar kiest nadrukkelijk voor scenario 1 en dat scenario 1 is ook verwerkt in het tariefvoorstel zoals dat ook al in de richting van uw raad gegaan is. Scenario 3 is die variabele afschrijvingstermijn, gaat leiden tot een, - want in feite ga je dan sparen -, tot een hogere heffing, de komende jaren, afhankelijk van de keuzes die je maakt. En pas op termijn, ik heb even proberen in te schatten, maar dat is ook weer afhankelijk..., zo rond 2040, tussen 2040 en 2050 gaat uiteindelijk de heffing dan omlaag. En het college heeft er nadrukkelijk voor gekozen om op dit moment, in deze tijd van economische kommer en kwel en de situatie dat bewoners in onze stad door allerlei ontwikkelingen al geconfronteerd worden met allerlei stijgingen, weliswaar niet van onszelf maar wel van anderen, leek het ons niet verstandig om nu met een voorstel te komen waarbij de rioolheffing extra omhoog ging om daarmee te gaan sparen voor de periode na 2040. Dat is de reden dat we het voorstel gedaan hebben zoals we het gedaan hebben. In die zin ontraden wij ook de motie om die nu aan te nemen. Als vervolgens de fractie van GroenLinks vraagt om een keer in het kader van een brief of een notitie aan te geven om eens wat dingen uit te werken die inzicht geven wanneer die 2 lijnen elkaar gaan ontmoeten, dan ben ik daar natuurlijk als wethouder best toe bereid. Maar dan zou ik dat niet langs de lijn van een motie doen maar dan zou ik dat doen in de lijn van een antwoord op een vraag die u mij stelt. Dat heb ik de afgelopen 4 jaar meer gedaan bij vragen die u gesteld heeft. Dus ook hierin wil ik best een antwoord geven. Maar niet in de zin van een motie omdat die een lading in zich heeft die geen recht doet aan het voorstel zoals het college dat aan u doet. Dus a, ontraden van de motie en b, als u de motie intrekt, maar u stelt een vraag om in de komende tijd die informatie aan u te verstrekken, dan ga ik dat zeker doen. 2e termijn. DE VOORZITTER: Mevrouw Schokker. MEVROUW SCHOKKER: Dank u wel, voorzitter. Het belangrijkste is inderdaad dat de raad inzicht krijgt. En wij kunnen uitstekend leven met de toezegging die de wethouder nu heeft gedaan. Het maakt in ieder geval duidelijk dat we ons dus in die materie verdiepen en dat de raad daarna zelf kan zeggen: we gaan daar mee verder. Daarmee schuiven we het in ieder geval al nu niet voor ons uit maar zetten we er toch een stap in. Dus wij kunnen daar uitstekend mee leven. DE VOOZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 33