5
WETHOUDER AKINCI:
Voorzitter, dank voor de vragen.
Eerst een kleine correctie als het gaat om het staande cultuurbeleid. Daar wordt het Huis voor
Beeldcultuur nog niet in genoemd. Dat was toen ook nog niet opgericht. Uiteraard wel de
speerpunten erfgoed enerzijds en beeldcultuur anderzijds die daarin genoemd zijn.
Als het gaat om de gesprekken met het Huis voor Beeldcultuur, hebben we de afgelopen weken, -
en we daarmee bedoel ik wethouder Meeuwis en ik zelf en omdat er twee diensten zijn betrokken
bij de activiteiten van het Huis -, hebben we daarmee gesproken en hebben we daar ook afspraken
over gemaakt. Die worden nu nog in detail uitgewerkt. En om die reden hebben wij u eerder nog
niet kunnen informeren. Wethouder Meeuwis zal daar straks nog even op doorgaan.
Wat MOTI betreft, het volgende. We hebben doorgaans, en dat staat ook in het cultuurbeleid
waaraan u refereerde, de regel dat wij voor instellingen uit de culturele hoofdstructuur een
beschikkingsperiode hanteren van 4 jaar. En die loopt samen met de kunstenplan periode. De
reden om dat meerjarig te doen, is dat je instellingen die behoren tot de culturele hoofdstructuur,
ook een perspectief kunt bieden en ook afspraken kunt maken over wat de doelstellingen zijn voor
de komende jaren en niet alleen maar voor het komende jaar. We hebben dat voor MOTI eenmalig
in 2013 niet gedaan, op verzoek van uw eigen raad omdat er een motie was ingediend naar
aanleiding van het wegvallen van middelen uit de fondsen die er eerder wel bij MOTI waren. Dat
was bij elkaar 8 ton. Waarop u eigenlijk als raad zei: gezien deze nieuwe situatie waarbij de
gemeente verreweg de grootste subsidiegever is van het museum, moet het museum werken aan
een plan om te komen in een aantal jaren naar een andere verdeling van de eigen inkomsten
versus gemeentelijke middelen. En dat hebben zij ook gedaan in het 3e kwartaal van het jaar in
een nieuw businessplan voor de periode tot en met 2016 waarin zij aangeven van 31% eigen
inkomsten te willen gaan naar 39% eigen inkomsten, buiten de gemeentelijke subsidie. Dat is
toen, begeleid met een raadsbrief, ook uw kant op gestuurd. Met dat plan was er in mijn ogen
volledig voldaan aan het verzoek om een ontwikkeling in te zetten waarbij die subsidieverdeling
anders wordt, - dus meer eigen inkomsten versus gemeentelijke subsidie -, maar is er ook vorm
gegeven aan de ambities als het gaat om een andere positie in de stad innemen,
verantwoordelijkheid nemen voor andere activiteiten in en rondom beeldcultuur en ook draagvlak
organiseren bijvoorbeeld in de bedrijven in de stad. Dus dat was aanleiding voor ons om met hen
te gaan werken alsnog voor een subsidiebeschikking voor de volledige periode van het
businessplan waarbij we ook de ontwikkelingen die geschetst zijn in het businessplan in de
prestatie afspraken vorm kunnen geven.
Dus op de vraag of dat klopt en hoe we dat moeten zien ten opzichte van de ontwikkelingen die u
zelf geschetst heeft, is het antwoord: ja.
DE VOORZITTER:
Wethouder Meeuwis, nog behoefte aan een aanvulling?
Dank u.
Dan de vragensteller.
Mijnheer Hardorff.
DE HEER HARDORFF:
Ik kan de uitleg van de heer Akinci volgen. Hij refereert aan een businessplan wat in het najaar
gemaakt is. Maar juist daarna is eerst aangekondigd dat MOTI en het Huis voor Beeldcultuur
zouden samengaan, daarna gingen ze ineens niet meer samen, en daarna komt ineens het nieuws
dat het Huis voor Beeldcultuur wordt opgeheven. Dus je kunt niet met droge ogen volhouden dat
de opdracht die samenhangt met die subsidiebeschikking niet aan een veranderende context
onderhevig is. En dat maakt dat in feite aan de gedachte voor de motie die we achter de hand
hadden, onvoldoende wordt tegemoet gekomen. Dus ik wil graag een motie in stemming brengen.
DE VOORZITTER:
Nog overige leden die willen reageren?
De heer Elbertse, CDA.
Ik zal eerst de motie voorlezen uiteraard.
Draagt het college op om op dit moment de beschikking voor de subsidie aan MOTI te beperken tot
de duur van een jaar. Niet: te bepreken. Ik neem aan dat u bedoelt: beperken.
In het overdrachtsdocument aan het nieuwe college aan te geven dat voor de zomer van 2014 tot
definitievere afspraken over subsidie en opdrachten te komen naar MOTI, daarbij de interactie
overwegende met de dossiers beeldcultuur in brede zin en het Bredaas Museum.
Dan moet eerst het college reageren, gezien de indiening van de motie.
Wethouder Akinci.