6 WETHOUDER AKINCI: Voorzitter, ik heb hem nog niet. Dus als u mij even toestaat om het dictum te lezen. Voorzitter, misschien toch even het beleid wat wij rondom instellingen in de basis infrastructuur in de culturele hoofd excuses, in de culturele hoofdstructuur, hanteren. Het beleid, ook vastgesteld door uw raad, gaat uit van een subsidieperiode van 4 jaar gelijklopend met de kunstenplan periode van het Rijk. Dus ik heb ik eerste instantie weinig behoefte om daar nu van af te wijken, gelet op het feit dat aan de vraag die destijds is gedaan door u, via mij, aan MOTI, toch echt wel voldaan is. Anderzijds kunnen we wel stellen dat het cultuurbeleid zoals dat is, op een aantal plannen wel aan herijking toe is. Dat staat ook in de plannen vooren dat gaan we deze bestuursperiode uiteraard niet meer redden, voor de volgende periode. Waarom een herijking? Bijvoorbeeld het cultuurbeleid spreekt over een Graphic Design Museum in plaats van MOTI en spreekt over ambities als het gaat over culturele hoofdstad waarvan we nu ook weten dat die realiteit veranderd is. Dus het beleid is in zijn algemeenheid wel toe aan een herijking om ook te kijken hoe de visies die in de Structuurvisie staan rondom erfgoed en beeldcultuur, om die daar ook coüte que coüte een plaats in te geven. Anderzijds hebben we natuurlijk ook gewoon afspraken gemaakt met MOTI. Dus ik vind het nu wat lastig, gezien het feit dat zij ook een ambitie hebben uitgesproken om zich te doorontwikkelen naar 2016 naar een ander soort instelling met een bredere positie in de stad, om nu te gaan zeggen: jullie krijgen slechts voor een jaar subsidie. Dat is niet conform de afspraken die we gemaakt hebben. Maar er moet natuurlijk in de beschikking die nu uit gaat, wel ruimte zijn om de discussie, de uitkomst van de discussie rondom de herijking van het cultuurbeleid, ook een plek te geven. Want het kan van invloed zijn op de prestaties maar ook op de budgettering die er nu in staat. En je kunt dan denken aan het samenvoegen van back offices van bepaalde instellingen, je kunt denken aan wat je inhoudelijk met elkaar op projectbasis of structureel kunt doen. Nou ja, bij een herijking staan al die discussies open. Dus als u zegt, zorg nou dat er een clausule komt in die beschikking die zegt, met een intentie tot 2016 willen wij door met MOTI maar we pakken hem geclausuleerd omdat de uitkomsten van de herijking van het cultuurbeleid van invloed kunnen zijn op het verdere verloop van de jaren 2015, 2016 en 2017, dan wil ik u die toezegging wel doen. Om nu een beschikking te maken voor slechts een jaar, zonder verder perspectief naar de toekomst, dan zetje ook alle ontwikkelingen waar het museum aan wil deelnemen stil en is dat in mijn ogen niet de juiste ontwikkeling om het museum de positie te geven om echt voor de stad een waardevolle extra betekenis te creëren. Dus u wilt geclausuleerd of een beschikking voor een jaar met de intentie om het te verlengen tot 2016 afhankelijk van de uitkomsten van de herijking van het cultuurbeleid. Die toezegging wil ik u graag doen maar deze motie in deze vorm zou ik u willen ontraden. DE VOORZITTER: De heer Elbertse, CDA. DE HEER ELBERTSE: Ja voorzitter, ik heb goed naar de wethouder geluisterd. Maar ik wil ook toch wel even het probleem van onze fractie schetsen in dit dossier, zou ik bijna zeggen. Wat wij al lange tijd zien, is dat het met cultuur niet echt, of althans ook niet met het cultuurbeleid, niet echt heel erg goed gaat. We zien heel veel veranderingen, we zien het Bredaas Museum dat het moeilijk heeft, we zien MOTI, we zien het Huis voor Beeldcultuur. En in dat licht gezien en ook in die discussie die we daar met elkaar denk ik over moeten gaan voeren, lijkt het ons in ieder geval niet verstandig om een beschikking voor 3 jaar af te geven. Ik hoor ook natuurlijk wat de wethouder zegt, in die zin van ja goed, maar je maakt wel afspraken met een instelling en die moeten ook ergens op kunnen rekenen. Wat nu voor ons belangrijk is, in die toezegging die de wethouder doet, is dat de discussie, dus de herijking die hij benoemt, die we met elkaar gaan voeren, dat wat daar ook de uitkomst van is, en de rol die MOTI daar ook in krijgt of niet krijgt, is dat dan ook uitgangspunt in de beschikking, zou ik bijna zeggen. Dus zit dat dan ook in die clausule waarin we die zaken mee kunnen nemen? Dus met andere woorden: kunnen we vrijuit de discussie met de raad aan en kunnen we de uitkomsten, die discussie, dan werkelijk ook vertalen naar het culturele veld en dan ook inclusief MOTI? DE VOORZITTER: Andere leden van uw raad? Het woord is aan mijnheer Ernst, WD. DE HEER ERNST:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 6