48
WETHOUDER BOELEMA:
Dank u wel, voorzitter.
Er zijn eigenlijk geen vragen gesteld behalve een vraag die ook in relatie staat tot een van de
moties die ingediend is. Dus daar wil ik het bij houden. Maar niet voordat ik heb opgemerkt dat ik
inderdaad een liberaal ben maar wel een sociale. Dus ik ben van D66, mijnheer Spapens.
Maar er moet mij nog iets van het hart eigenlijk, nu ik het toch heb over de SP. Ik vind eigenlijk
uw verhaal heel erg jammer. In die zin dat Kijk, u kunt vinden dat beleid wat zeg maar over
gemeenten, wetgeving die over gemeenten wordt uitgestrooid, dat u het daar niet mee eens bent
in Den Haag. Nou, dat is uw goed recht. U heeft daar ook tegen gestemd, in tegenstelling tot een
aantal andere partijen en niet alleen de regeringspartijen. Omdat er ook een aantal andere partijen
zijn die met waarborgen wel vinden dat deze beweging van de Jeugdzorg naar de gemeente door
moet gaan. En hoe jammer vind ik het ook dat u dan eigenlijk ook niet eerlijk wilt kijken naar het
verhaal wat hier ligt omdat we gewoon wetgeving met elkaar moeten uitvoeren en dat op de best
mogelijke manier in Breda willen doen en we daarjuist eigenlijk al op vooruit lopen. En ik haal
even een aantal andere sprekers aan in de decentralisatie van de Jeugdzorg war u echt aan de
beurt bent om kaders te stellen. En ik had van u ook heel graag kaders gehoord behalve dan het
kader van u moet maar terug naar Den Haag want wij willen dit niet. Dat is namelijk geen
realistisch kader. En hoe anders klonk uw partijgenoot in de commissie hierover die complimenten
gaf aan het college, in casu de wethouder, over de manier waarop we dit met elkaar gedaan
hebben en de manier waarop ook de instellingen in Breda hieraan werken. En ik zou dit toch wel
even willen memoreren hier. Dit is de laatste keer waarop ik hier misschien wel over kan spreken
en daarom dacht ik het moet me gewoon van het hart. Want ik heb wel hart voor de Jeugdzorg en
daarom spreken we vandaag ook over deze kaders.
Ik ga door naar de moties, voorzitter.
De motie van de VVD over de regionale samenwerking. Ja, voor juni gaan wij een keuze aan u
voorleggen die ook in het uitvoeringsprogramma aan de orde komt. Want mocht het komen tot een
gemeenschappelijke regeling, dan bent u natuurlijk altijd als raad aan zet. En dat betekent dat er
altijd een voorstel naar u moet gaan. Dat u daar geen fan van bent, evenals de andere 8
gemeenten waarmee wij in deze regio samenwerken, dat heb ik vaker gehoord en dat zal ook
hopelijk niet de uitkomst zijn. Maar u kunt zich wel voorstellen dat het bij andere gemeenten,
anders dan Breda, bij andere raadsleden, soms ook wat zwaar op de maag kan liggen dat alles dan
maar door Breda uitgevoerd moet worden. Daar moeten we met elkaar een beetje de middenweg
in zoeken. En ik denk dat het verzoek wat u aan mij stelt, vanuit uw perspectief heel redelijk is. En
dat zal ik ook bij de collega's neerleggen. Dus als ik het zo mag lezen, dan kan ik daar zeker
positief over adviseren.
Dan de motie over het CDA over de toeleiding tot de Jeugdzorg. In het jeugdhulpkader staat ook
een percentage van 5 tot 10% waarmee wij gemakshalve even 10% aannemen, de bovenkant...,
Kijk, ik ben het met u eens dat als dingen goedkoper kunnen, dat we dat natuurlijk niet moeten
nalaten. Dit is een maximaal percentage omdat we een realistische inschatting moeten maken van
wat dingen ons gaan kosten. Maar vanzelfsprekend proberen we die kosten natuurlijk te beperken,
daar waar mogelijk is. En uiteraard gaan we daar ook, - als ik het zo mag lezen dan, kunnen we
dat zeker overnemen uit van de professionaliteit van onze medewerkers. Want die toeleiding dat
zijn ook medewerkers, dat zijn mensen die kijken in het gezin, bij jeugdigen, wat is nou de beste
route tot zorg die aansluit bij de behoeften en de problemen die onderkend worden. Dus als ik het
zo mag lezen, denk ik dat we het met elkaar zeker eens zijn op dit punt.
MEVROUW GROENEWEG:
Mag ik daar nog een hele concrete vraag over stellen?
Dus zo'n Adviesteam is in feite ook
DER VOORZITTER:
Gaat uw gang.
MEVROUW GROENEWEG:
Pardon. Dank u wel, voorzitter.
Dat Adviesteam is in feit ook het toeleidingsteam? Er komt geen apart indicatie orgaan waar het
Adviesteam naar toe moet verwijzen?
WETHOUDER BOELEMA:
Nee...,
MEVROUW GROENEWEG:
Zo is het bedoeld? Zo is het ook bedoeld?