49
WETHOUDER BOELEMA:
Ja
MEVROUW GROENEWEG:
Dus het loopt vloeiend in elkaar over?
WETHOUDER BOELEMA:
Ja.
MEVROUW GROENEWEG:
Prima.
WETHOUDER BOELEMA:
Kijk op het moment datje in een Ik maak het maar even concreet. Je zit in een gezin als CJG
coach met eventueel vrijwillige ondersteuning en je weet niet precies of waar je met elkaar mee
bezig bent, of dat de juiste vorm is of dat misschien meer specialistische zorg nodig is, dan kun je
dus dat Adviesteam, wat uit die 10% zeg maar bekostigd wordt, inroepen om eigenlijk vanuit
verschillende disciplines te kijken welke hulp hier nou het meest gewenst is. En als het Adviesteam
tot een advies komt, dan wordt dat advies ook gehonoreerd. Dus zo zou u het eigenlijk in de
praktijk moeten zien.
MEVROUW GROENEWEG:
Zo klinkt het toch weer als indicatiestelling.
WETHOUDER BOELEMA:
Ja, what's in a word? Uiteindelijk heb je mensen nodig die een diagnose stellen die uiteindelijk
zorgt voor adequate hulpverlening. Zo simpel is het. En wat we doen, is daar onze beste
specialisten op zetten om dat snel, - want dat is ook een van de kaders die u instelt -, om dat snel
voor elkaar te krijgen. Dus in die zin, is het hetzelfde als een huisarts doet. Die verwijst ook door
omdat hij denkt dat hij het zelf niet meer kan oplossen het probleem. En die verwijst door naar een
specialist die bijvoorbeeld meer ervaring heeft met GGZ of met eerstelijns of tweedelijns GGZ, dat
maakt niet zoveel uit. Maar dat is een beetje zoals u het nou zou moeten zien in de praktijk. Maar
nogmaals, dat is ook een vorm van uitwerking waarbij ik die aandachtspunten die u in die motie
zet, wel degelijk ook ter hand neem en dat we natuurlijk ook gaan kijken hoe andere regio's dat
inrichten.
Dan nog een andere motie van het CDA. Die gaat in op wat ik maar even noem informele
opvoeders. Er zijn veel meer opvoeders dan alleen ouders die een rol spelen in het leven van
jeugdigen. En zeker ook bijvoorbeeld inderdaad nou ja, andere sportclubs of andere clubs waar
jeugdigen zich bewegen kunnen daar een rol in spelen. Zoals u in de krant heeft kunnen lezen
deze week, zijn we ook bezig met voetbalvereniging Boeimeer, waar we juist met vrijwilligers en
met ondersteuning van het CJG ook aan de gang gaan om juist dat informele opvoederschap vorm
te geven. En ik denk dat het goed is dat u daar nog eens een keer de nadruk op legt dat we dat
nadrukkelijk moeten betrekken als organisaties die ook in en rondom dat Centrum voor Jeugd en
Gezin en ook toeleiding kunnen zijn tot hulpvragen. De financiële consequenties daarvan zijn
eigenlijk gering. In principe proberen we dat juist met vrijwillig kader te doen. Maar als u daar prijs
op stelt, dan kunnen we dat in het uitvoeringsprogramma ook meenemen.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer, wethouder.
Wie heeft behoefte aan een 2e termijn?
De heer Koniuszek.
DE HEER KONIUSZEK:
Ik heb nog even een vraag aan de wethouder.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Van Hemel, D66, de heer Spapens.
Het woord is aan mijnheer Koniuszek.
DE HEER KONIUSZEK:
Ik was nog niet aan de 2e termijn toe want mijn vraag van de le termijn is nog niet beantwoord en
ik had eventueel een motie klaar liggen voor de 2e termijn, in afwachting van het antwoord van de
wethouder.