53
Ik stel
Voorzitter, nou moet ze echt ophouden, voorzitter. Met alle respect, maar dit doet echt geen recht
aan de inbreng in de commissie en hier in de raad. Dus
DE VOORZITTER:
U krijgt nu de tijd voor het maken van de interruptie.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Tot drie keer toe is nou duidelijk gemaakt, nota bene complimenten voor de inspanningen van de
wethouder worden er gegeven, als ze dat niet wil horen dan moet ze hier geen
verkiezingscampagneretoriek gaan voeren. De debatten voeren we buiten in de wijken en dorpen
en hier debatteren we over wat er voor ligt. En de heer Spapens zegt: we hebben complimenten
voor de inspanningen, we hebben verbetervoorstellen gedaan in de commissie. Maar onze
algemene lijn is dat we richting Den Haag zeggen: u moet dat niet doen Den Haag want u geeft
ons te weinig geld. En ook al proberen we het hier goed op papier te zetten, we krijgen het niet
voor elkaar. Die boodschap wordt hier afgegeven, tot drie keer toe en de wethoudermoet nu
ophouden met dit soort
DE VOORZITTER:
DE HEER VAN LUNTEREN:
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik stel voor dat het gewisseld is. In voldoende mate. En ik sluit niet uit dat na deze
raadsvergadering u veel nog buiten dit huis gaat spreken met elkaar over deze en gene
vraagstukken.
De wethouder gaat nu verder.
WETHOUDER BOELEMA:
Dank u wel, voorzitter.
Ik constateer alleen dat wij proberen, en met mij een hele ruime meerderheid, de bestuurlijke
verantwoordelijkheid die wij hebben voor onze kinderen en onze jeugd in Breda, om die adequaat
hulp te verlenen, dat wij die vandaag met elkaar nemen. En volgens mij is dat ook onze taak met
elkaar.
Dan ga ik naar de motie van GroenLinks. Die is wat mij betreft, wat overbodig want volgens mij is
wat ik u aan toezeggingen heb gedaan, en volgens mij kom ik die ook altijd na want al mijn
toezeggingen die er lagen voor 19 maart zijn ook afgewerkt, is om u die mogelijkheden al voor te
leggen. En volgens mij heb ik daar net in de le termijn ook al op gereageerd.
DE VOORZITTER:
Goed dan hebben we in 2
Mijnheer Koniuszek.
Interruptie. Gaat uw gang.
DE HEER KONIUSZEK:
Mag ik daar heel even op reageren? Want we zitten eigenlijk al vanaf september te wachten op een
invulling van dat samenwerkingsverband. Het is er nog steeds niet. En wij bedoelen met deze
motie in ieder geval de druk wat op te voeren om toch alsjeblieft wel tijdig met dat
samenwerkingsverband en de juridische afdichting daarvan te komen.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Wethouder, nog een reactie?
WETHOUDER BOELEMA:
Voorzitter, volgens mij hebt u mij de afgelopen 4 jaar leren kennen als een bestuurder die de
toezeggingen gewoon nakomt die ze doet. Ik doe er niet veel maar als ik ze doe, dan kom ik ze na
en dat is hiermee precies hetzelfde. Dus ik zou het jammer vinden als u dat toch met een motie
denkt te moeten afdwingen. Dat zou ik jammer vinden. Dat doet volgens mij afbreuk aan de
manier waarop we met elkaar gewerkt hebben de afgelopen 4 jaar.