41
een ziekenhuis ligt van de stress. Nou, ik zou al die andere mensen dat leed willen besparen. Dus
vandaar de vragen, voorzitter.
Wat vindt de wethouder van het feit dat mensen 4 weken na huisuitzetting nog geen adequate hulp
hebben gekregen in de zin van een woonruimte en hulp natuurlijk bij het onderliggende probleem?
Want waardoor komen ze op straat?
Onderkent de wethouder dat mensen door het uitblijven van die hulp alleen maar verder in de
problemen weg zakken?
Onderkent de wethouder dat het hebben van een formele inschrijving in de gemeentelijke
basisadministratie een van de belangrijkste voorwaarden is om überhaupt weer iets op te bouwen
en om rechten te ontlenen voor verzekeringen, voor uitkeringen en alle andere belangrijke zaken
en dat die basisadministratie het allerbelangrijkste is?
En wat vindt de wethouder er dan van dat bij Centraal Onthaal mensen uit Breda niet meer
ingeschreven worden voor een postadres zodat ze die noodzakelijke zaken wel voor elkaar krijgen.
Die inschrijving krijgen ze niet meer. God zij geprezen, dat ze dan bij iemand in Oosterhout in een
caravan tijdelijk mogen slapen, of bij vrienden, dat gebeurt ook wel eens, of bij anderen, of Fort
Oranje, in een bungalowpark, dat ze dan in een andere gemeente zitten, en dan zegt de gemeente
Breda: dan bent u niet meer ons probleem. Terwijl ze wel eerst 30 jaar in Breda hebben gewoond
en gewoon Bredanaars zijn die met dit probleem te kampen hebben en even tijdelijk onderdak
hebben gevonden zodat ze niet met hun kinderen bij de daklozen in het IJ hoeven te worden
ondergebracht.
Is de wethouder bereid om per direct die mensen uit Breda die dakloos zijn, in te schrijven voor
een postadres zodat ze in ieder geval die rechten op verzekering, uitkering en andere wezenlijke
zaken behouden?
En is de wethouder bereid om per direct voor die mevrouw, haar kinderen, en al die andere
mensen die nu op straat ronddolen of elders een noodvoorziening hebben gevonden, een postadres
te regelen en ook samen met de corporaties actief hulp te zoeken bij het vinden van een woning en
uit die problemen te geraken en dat we ook onderliggende problemen aanpakken? Ik hoor graag
wat de wethouder daarvan vindt.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer, mijnheer Van Lunteren.
Ik geef het woord aan de wethouder.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, dank u wel.
Laat ik eerst zeggen dat ik trots ben dat deze raad samen met het college zeg maar een van de
sluitstukken van de dak- en thuisloosheid in Breda in ieder geval in de laatste fase van zeg maar
de besluitvorming heeft gebracht en dat de directeur/bestuurder van SMO Breda en omstreken die
daar verantwoordelijk is voor de uitvoering heel blij en enthousiast, de wethouder zoenend, deze
ruimte heeft verlaten. Dus het beeld dat het zo'n drama is, wil ik in die zin met deze waarneming
even nuanceren.
Als het gaat over de eerste vraag van de heer Van Lunteren dat mensen 4 weken na huisuitzetting
geen adequate hulp hebben gekregen, het volgende. Voorwaarde is daarbij wel dat die hulp
gevraagd moet worden. De heer Van Lunteren weet dat wij hier in deze zaal geen individuele
gevallen bespreken. Dat doe ik dus ook niet. Maar het is wel gebruikelijk dat mensen die hulp
willen, dat die dan ook in dat geval die stappen zetten om die hulp aan te vragen. Daarnaast zou ik
u in zijn algemeenheid willen meegeven dat we op 11 maart, - dus dat is over 2 weken -, de
resultaten van het Stedelijk Kompas tot nu toe bekend maken. En daarin worden dus ook deze
cijfers en de echte feiten met u gedeeld.
Dan even of de wethouder vindt dat het hebben van een formele inschrijving een voorwaarde is om
het bestaan op te bouwen. Ik denk dat er vele zaken nodig zijn om een goed en menswaardig
bestaan te hebben. En het hebben van een adres is inderdaad een belangrijk gegeven om daarmee
van start te kunnen gaan.
Het Loket Centraal Onthaal verstrekt daarom ook een briefadres aan dak- en thuislozen, dus
dakloze mensen die echt op straat leven, pseudodaklozen, mensen die op verschillende adressen
verblijven maar niet echt een vaste verblijfplaats hebben, met een regiobinding. En aan deze
mensen wordt ook een tijdelijk adres verstrekt en daar wordt wel als voorwaarde bij gesteld dat
mensen zich inspannen om ook vanuit hun eigen verantwoordelijkheid op zoek te gaan naar een
eigen woonruimte. Ik denk daarbij overigens dat het hebben van een GBA adres alleen niet
zaligmakend is. Die inspanningen zullen deze mensen toch ook zelf, dus op het gebied van
inkomen, op het gebied van huisvesting, op het gebied van schuldsanering, in gang moeten zetten.
En het Stedelijk Kompas is erop gericht om cliënten uit het grijze circuit te halen en hen integraal
bij de zorg aan te bieden en onder te brengen. Het succes van deze trajecten, - en dat zal ook