98
Laat ik tot slot heel kort ingaan op de motie. Ik zou hem ontraden. Dat zal u niet verbazen. Ik denk
dat deze voorbarig is. Mede ook om hetgene wat ik net gezegd heb. En we hebben ook de
beantwoording weer in delen verdeeld. Dus de overige vragen zullen beantwoord worden door mijn
coalitiegenoten.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, mag ik een interruptie plaatsen?
DE VOORZITTER:
Mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER:
Ik wilde de heer Maes eigenlijk vragen hoe hij terug kijkt op een heleboel uitspraken die de SP de
afgelopen jaren heeft gedaan over het financieel beleid, die eigenlijk ervoor hebben gezorgd, dat
we nu een bepaald punt hebben bereikt dat het niet meer zeer urgent en heel fragiel is. Dat is
vraag een.
En de andere vraag is eigenlijk dat u net zegt van ja, een peilmoment na 2 jaar, dat moeten we
dan nog bekijken. Maar wat ik me dan afvraag, is waarom u juist op dat moment het
weerstandsvermogen gaat aanspreken of niet gaat aanspreken, maar gaat aanvullen. Komt dat
misschien omdat u het in die 2 jaar daarvoor, dus de komende 2 jaar, gaat aanspreken? Gaat u die
20 miljoen euro van die zorgrisicoreserve, gaat u er eigenlijk van uit dat die uitgegeven wordt en
dat dat de noodzaak is om het dan weer aan te vullen?
DE HEER MAES:
Ja voorzitter, duidelijke vragen.
Ja, laat ik daar toch mijn eigen antwoord op geven. Uiteraard. Al weken voor dat er überhaupt een
akkoord lag, heeft de heer De Beer natuurlijk het beeld proberen weg te zetten dat de geldkraan
weer open gaat en dat we binnen een week failliet zouden zijn met z'n allen. En ja, misschien viel
dat stiekem toch wel een beetje tegen toen het akkoord er ineens lag en het financieel best wel
heel erg degelijk in elkaar blijkt te zitten. En we staan er beter voor dan 4 jaar geleden. Dat is
mede te danken aan mevrouw Boelema, wethouder Boelema moet ik zeggen. Nou, haar keuzes
zouden niet de onze zijn geweest. Dat hebben we ook altijd gezegd. Maar desondanks hulde voor
het feit dat de stad er beter bij staat dan 4 jaar geleden. Maar we zijn er nog niet. Er is een flink
achterstallig onderhoud, er zijn nog allerlei risico's in het Grondbedrijf en een hoop onzekerheid
over wat we van Den Haag mogen verwachten. En daarom ook zeggen wij: het is op dit moment
echt nog te voorbarig om cadeautjes uit te delen a la WD over de parkeertarieven. Over 2 jaar
kijken we waar we dan staan en dan gaan we ook kijken, - herijken op dat moment waar we met
die belasting, waar we met die meevaller die er aan zit te komen, wat we daar dan mee gaan doen.
En op dit moment zeggen we: we gaan geen geld uitgeven voordat we het hebben. Dat moet u
toch ook geleerd hebben uit het verleden. En we gaan op dat moment kijken wat we met die
miljoenen gaan doen en op dit moment dus niet voortijdig uitgeven.
DE VOORZITTER:
Goed. Dank u.
DE HEER ADANK:
Voorzitter, mag ik nog een verduidelijkende vraag stellen aan de heer Maes.
U constateert dat wij een constatering weg zetten of dat u woorden anders ziet. Maar ik kan me
nog een uitzending van Zembla herinneren waarbij uw toenmalige partijleider niet zo gek lang
geleden zei dat het hele Stationsgebied maar terug gedraaid moest worden want dat zou in het
belang zijn van de stad. Dan is het toch niet raar dat ik daar een vraag over stel van hoe moet ik
dan de woorden in het coalitieakkoord lezen. Bent u dan in een keer van uw geloof afgestapt of hoe
moet ik dat dan duiden.
DE HEER MAES:
Ja voorzitter, de heer Adank gaat toch
Op hoofdlijnen zeg ik inderdaad wat ik erover gezegd heb. Daar blijf ik achter staan. We gaan niet
van de afgelopen 4 jaar alles terug draaien wat toen besloten is. Dat waren andere keuzes die wij
niet gemaakt zouden hebben. Maar om dat nu terug te draaien, dat kost gewoon onverantwoord
veel geld. Dat gaan we niet doen. En datzelfde geldt voor het Stationsgebied. Dat is nog steeds een
risico; dat is een risico in het Grondbedrijf. En we gaan daar de komende jaren kijken hoe dat zich
ontwikkelt. En op keuzes die we in dat proces maken, mag u ons altijd afrekenen.
DE VOORZITTER: