100
DE VOORZITTER:
Even een punt aan de orde. Ik denk dat het goed is dat we ook even de tijd in de gaten moeten
houden. Ik zou ook vooral willen vragen om in te gaan op de gestelde vragen en bemerkingen die
gemaakt zijn.
Mijnheer Elbertse.
DE HEER ELBERTSE:
Ja voorzitter, ik ga over mijn eigen tijd. Dus ik maak gewoon mijn eigen verhaal af.
DE VOORZITTER:
Ja maar ik...,
DE HEER ELBERTSE:
En als ik nog tijd over heb, dan beantwoord ik de vraag.
DE VOORZITTER:
Ja maar
DE HEER ELBERTSE:
Er groeide iets.
Voorzitter, het CDA Breda heeft tijdens de onderhandelingen geen ander belang gehad dan een
goed bestuur voor Breda. Programmatisch moest het kloppen. We hadden geen garantie op de
goede afloop maar er zaten 5 gedreven partijen aan tafel die op inhoud een goed bestuur voor
Breda wilden formeren. Het resultaat ligt voor ons. Wij zijn daar trots op.
En dan voorzitter, ter afronding.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, mag ik een interruptie plaatsen?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang.
DE HEER DE BEER:
Ik vraag me af welk inflatiecijfer u gaat hanteren de komende 4 jaar mijnheer Elbertse. Ja, we
zitten echt over de inhoud nu. Dus ik wil..., Ik heb een aantal vragen gesteld. En dat u die niet
allemaal kunt beantwoorden, dat is prima. Maar ik probeer toch een aantal antwoorden van u te
krijgen. En het is wel iets waar u mee heeft ingestemd. En het inflatiecijfers, dat belooft u de
komende 4 jaar, dat daarmee ook de lasten stijgen. Dus dan vraag ik me af welk percentage u
dan gaat hanteren.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Elbertse: de vragen proberen te beantwoorden. En dan moet ik echt naar een afronding.
DE HEER ELBERTSE:
Ja.
DE VOORZITTER:
Want anders gaan we wel erg uit balans lopen met spreektijden.
DE HEER ELBERTSE:
Ja. Nee, ik ga ook naar mijn eigen afronding.
En ik begrijp dat de heer De Beer het natuurlijk heel moeilijk aan zijn achterban kan uitleggen
welke fouten hij gemaakt heeft. Dat snap ik. Maar hij moet nog even luisteren.
DE VOORZITTER:
Ik vind dat u nu naar een afronding moet en de vraag...
DE HEER ELBERTSE:
Ja dat ga ik doen. Ja.
DE VOORZITTER:
moet beantwoorden.
DE HEER ELBERTSE:
