114
Het woord is aan mijnheer Aartsen, voorzitter van de stemcommissie.
DE HEER AARTSEN:
Mijnheer de voorzitter, uitgebracht zijn in totaal 38 stemmen waarvan 0 ongeldig.
Op mevrouw Groeneweg zijn uitgebracht 34 stemmen voor, 3 stemmen tegen, 1 stem blanco.
Op de heer Uijl is uitgebracht 37 stemmen voor, 1 stem tegen, 0 stemmen blanco.
Op mevrouw Bijlsma zijn uitgebracht 38 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen blanco.
En op de heer Kluijtmans zijn uitgebracht 37 stemmen voor, 1 stem tegen en 0 stemmen blanco.
DE VOORZITTER:
Ik wens de nieuwe commissievoorzitters succes met de werkzaamheden. Fijn dat u die toch lastige
klus op u wilt nemen in de komende jaren. En de heer Aartsen en de andere leden van het
stembureau Jansen en Van het Hof, dank u voor het voortreffelijke werk van vanavond.
Raadsleden u heeft nu behalve een goede plaatsvervangend raadsvoorzitter en een 2e
plaatsvervangend raadsvoorzitter, ook weer 4 goede commissievoorzitters. Deze nieuw benoemde
club wil gezamenlijk een ontwikkeltraject ingaan met de plaatsvervangend raadsvoorzitters en wie
weet de raadsvoorzitter; ik meld me ook aan. Ik vind het een hele goede zaak dat u op die manier
in uzelf en daarmee ook in de kwaliteit van het stadsbestuur blijft investeren.
Wenst iemand nog een stemverklaring bij de beslispunten 1 en 3?
Wenst iemand stemming?
Dan is conform het voorstel besloten.
X. BEËDIGING COMMISSIELEDEN - NIET RAADSLEDEN.
DE VOORZITTER:
Ik ga nu door met de beëdiging van de commissieleden - niet raadsleden.
Ik richt me nu tot de beoogd commissieleden en niet - raadsleden.
De leden van de raadscommissies zijn op aangeven van hun fracties zojuist benoemd door de raad.
Naast raadsleden zijn daarbij ook commissieleden - niet raadsleden benoemd. Ik noem deze even
apart. Mevrouw Akga, de heer Bakker, de heer Van den Bosch, mevrouw De Bruijn, de heer Van
Etten, mevrouw Grosfeld-Buda, de heer De Heer, mevrouw Heijnen, de heer De Jong, mevrouw
Koenders, de heer Van Loon, mevrouw De Nobel, de heer Noorhof, de heer Planken, de heer
Spapens en de heer Zagers.
U als commissielid - niet raadslid heeft bij de uitoefening van uw functie te maken met dezelfde
belangen en dilemma's als de raadsleden. Naar analogie van de installatie van raadsleden, wordt
ook u gevraagd een vergelijkbare eed of naar keuze een verklaring en belofte af te leggen alvorens
u uw commissielidmaatschap daadwerkelijk kunt vervullen. En als u even ten overstaan van de
raad zou willen gaan staan? U staat dan met uw rug naar het zojuist geïnstalleerde college. Maar
dat moet u zeker niet te letterlijk opnemen. Dus als u even een slag wilt maken. Het hoogste
orgaan is altijd de gemeenteraad. Ja, dat is
Ik zal eerst de tekst van de eed en de tekst van de verklaring en belofte voorlezen. Daarna noem
ik in alfabetische volgorde de namen. Indien u de eed aflegt, antwoordt u met: zo waarlijke helpe
mij God almachtig. U steekt daarbij zoals u dat eerder vanavond al heeft kunnen zien, de 2 juiste
vingers op.
Ik lees nu de tekst van de eed voor.
Ik zweer dat ik om tot lid van de raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch
middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik
zweer dat ik om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk
of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de
Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik al mijn plichten als lid van de raadscommissie
naar eer en geweten zal vervullen en ten aanzien van mij bij het vervullen van het lidmaatschap
ter kennis gekomen stukken en informatie, nauwgezet dezelfde geheimhoudingsplicht, indien en
voor zover deze geldt voor leden van de raad, in acht zal nemen en dezelfde zorgvuldigheid zal
betrachten als te verwachten is van de leden van de raad.
Dan nu de tekst van de verklaring en belofte.
Ik verklaar dat ik om tot lid van de raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch
middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk,
enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn
aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik al mijn plichten als lid van de