132 WETHOUDER VAN DEN BERG: Ja, dat wij daar mee aan de slag gaan. Ik vind het zelf bijzonder dat wij nu weten dat er over, waar spreken we over, 16 jaar, dit soort aantallen aan tekorten zouden moeten zijn. Ik denk dat de casus er op dit moment ligt zoals die ligt. Ik denk dat ook vanuit het college, het voormalige college, dat er het maximale uitgehaald is met de partners op dit moment. Ja, en laat ik dan op de exploitatie nog maar ingaan. Een groot gedeelte van die exploitatie zit natuurlijk ook in een stukje extra handhaving wat sommigen ook hier toch zou moeten aanspreken om het zeker in het begin netjes op de rit te krijgen. Het onderzoek naar eventueel extra capaciteit, die onderzoeken zijn gedaan. Ik weet dat die gegevens er liggen. Ik neem daar de raad graag in mee. Wij kunnen daar samen naar kijken in het vervolg. Want zoals de motie er nu ligt, heb ik natuurlijk geen enkel idee wat dat financieel zal gaan betekenen. Dus u kunt van mij hopelijk niet verwachten dat ik toezeggingen kan gaan doen vanuit deze positie waarvan ik niet weet of die financiële implicaties hebben voor de rest van de exploitatie. Dus ik begrijp de strekking van de motie, ik wil daar graag samen met u op zoektocht met alle gegevens die we reeds hebben. Alleen ja, ik zou hem op dit moment toch willen ontraden want ik kan niet inzien wat dat voor financiële problemen zou kunnen opleveren. DE HEER TOESET: Voorzitter, mag ik daar ook nog even een vraag over stellen? DE VOORZITTER: Gaat uw gang. DE HEER TOESET: U heeft het over financiële consequenties. Ik stel u eigenlijk niet veel meer voor dan dat u met de fractie van D66 mee vooruit kijkt en snapt dat als er een tekort is van 1500 stallingsplaatsen, volgens uw eigen ambitieniveau, dat er dan nog ergens op termijn een aanvullende voorziening moet komen. De meest logische plek daarvoor is onder de Willemstraat. De motie houdt in: houdt met alle werkzaamheden die in de Willemstraat moeten plaatsvinden, rekening met het feit dat daar nog een fietsenstalling moet gaan komen om tegemoet te komen aan het tekort wat er nu ligt. DE VOORZITTER: Goed. Ik denk dat het goed is eventueel mee te nemen in de 2e termijn. Tenzij dat de wethouder daar nu al een reactie op kan en wil geven. WETHOUDER VAN DEN BERG: Ik wil graag in die zoektocht met de heer Toeset mee. Maar laten we dan een ding wel even nog een keer duidelijk en helder stellen hier dat..., DE VOORZITTER: Even luisteren want anders denk ik dat het over de hoofden heen gaat. WETHOUDER VAN DEN BERG: Dan begin ik even opnieuw. Dus ik wil graag met u in de zoektocht mee. Maar om dan weer eens een voormalig wethouder te quoten: laat het even volstrekt helder zijn dat we deze 2 dingen dan moeten gaan scheiden. Want als we nu geen akkoord, geen ja geven op dit plan, dan hebben we helemaal geen fietsenstalling aan de zuidkant. En dan zijn inderdaad de implicaties niet te overzien. Als ik u de toezegging doe om in de strekking van uw moties daar op zoektocht te gaan naar een eventuele Zou u daarmee kunnen leven? DE HEER TOESET: Ik kan daar een heel eind met u in mee gaan. DE VOORZITTER: Goed. Dan denk ik dat de conclusie zou kunnen zijn dat straks het voorstel in stemming gebracht wordt en ten tweede dat datgene wat de D66 fractie verwacht en aangeeft waarmee in wenselijkheid rekening gehouden moet worden, dat dan onderdeel zal zijn van studie en nadere terugkoppeling in de commissie en dat ook op relatief korte termijn. Want dat vind ik ook wel een punt. Mag ik dat zo met u toekomen? 2e termiin. DE VOORZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 13