134 volgens afspraken dit soort activiteiten uit de reguliere middelen doen. Dat staat er letterlijk in. Daar staat ook in dat we daarvan afwijken. Er staat niet in het voorstel waarom we daarvan afwijken. Die vraag heb ik in de le termijn gesteld. Daarop kreeg ik, de WD fractie, geen voldoende antwoord. Welke criteria zijn er nu gehanteerd? En de vraag die ik daar wederom op stel is: welke criteria hanteert u om geld uit de algemene middelen te halen? Want als ik die weet, dan kan ik die ook hanteren. DE HEER MAES: Voorzitter, volgens mij kreeg de heer Quaars wel een antwoord van de wethouder, alleen niet precies het antwoord wat hij graag wilde horen misschien. Ik heb volgens mij de wethouder duidelijk horen zeggen dat het een worst case is geweest. En ja, dat zou misschien niet uw keuze zijn geweest maar wel een bewuste. DE HEER QUAARS: Dat die bewust is genomen, kan ik me heel goed voorstellen. Ik vraag me alleen af aan de hand van welke criteria. Maar misschien kan de wethouder het me nog een keer uitleggen als ik het niet goed begrepen heb. En de SP fractie zou in de 2e termijn ook iets gaan zeggen. Dus het verbaast me. DE VOORZITTER: Goed, dus ik denk dat nu eerstAan D66 is een vraag gesteld. Misschien dat heer Toeset dat nu wil beantwoorden of kan beantwoorden. DE HEER TOESET: Ja dat is mogelijk maar ik had ook nog wel een ander punt wat ik aan de orde wilde stellen. Ik kan dat misschien combineren. DE VOORZITTER: Ik wil dan eerst..., Ik dacht, als u even deze vraag beantwoordt en dan gaan we naar de beantwoording van de wethouder. En de heer Scheifes krijgt nog het woord. Dus als u even dit antwoord nu wilt geven, dan kan ik de heer Scheifes het woord geven. DE HEER TOESET: Ja, ja. De vraag van de heer Quaars was, als ik hem goed heb gehoord, waarom nu juist dit voorstel voor een uitbreiding van de stallingsvoorziening. Die is niet helemaal toevallig. Er is al veel onderzoek gedaan naar allerlei opties voor stallingen. Dit is in een eerder onderzoek als een zeer plausibele oplossing naar voren gekomen omdat er dan ook een koppeling gemaakt kan worden aan de bestaande voorzieningen. Dus het leek de fractie D66 zinvol om daarop aan te sluiten en om bij de nabije infrastructurele werken in het Stationskwartier daar rekening mee te houden. DE VOORZITTER: Dan geef ik het woord aan de heer Scheifes, GroenLinks. DE HEER SCHEIFES: Ik kan heel kort zijn. We zijn best wel blij hiermee, gezien de brief die we vandaag hebben ontvangen en die ook naar de Fietsersbond is gegaan waarin wordt gesproken over een handhaving benutting fietsenstallingsysteem waardoor de capaciteit met 20% toeneemt. Wij denken dat er echt wel voldoende ruimte is om je fiets te parkeren en zeker aan de noordzijde. Dus wij zijn eigenlijk wel blij met de antwoorden. DE VOORZITTER: Goed. Dan geef ik het woord aan de wethouder. WETHOUDER VAN DEN BERG: Dank u wel, voorzitter. Ja, op zich wil ik graag gebruik maken van het antwoord wat de heer Toeset gaf naar de WD, want dat leek een soort retorisch antwoord waar ook een stukje van zijn eerste vraagstelling al aan bod kwam, dat er inderdaad werkelijk gekeken is naar allerlei opties en dat werk met werk maken als je het zo wilt noemen, of dat je nu kunt aansluiten bij reeds bestaande bouwplannen, daar toch inderdaad een stuk goedkoper was. Die link ook gebruiken richting de Willemstraat, de onderzoeken. Nou, de onderzoeken daar, nogmaals, ik neem u graag daarin mee, met allerlei resultaten, dat het een enkellaags fietsparkeergelegenheid zou blijven wat weer andere problemen met zich mee zou nemen zoals gevarenrisico's voor bestaande bouw en dat de afstand tot het station te groot zou gaan worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 15