122
I. OPENING.
DE VOORZITTER:
Ik open de vergadering.
Mag ik vragen om de plaatsen in te nemen?
Dames en heren, u allen hartelijk welkom, ook de aanwezigen op de publieke tribune en de kijkers
uiteraard via internet.
II. MEDEDELINGEN.
DE VOORZITTER:
Berichten van verhindering voor vanavond zijn ontvangen van mevrouw Van Hemel wegens
dringende verplichtingen elders. Ook maakt wethouder Akinci deel uit van een door het Ministerie
georganiseerd werkbezoek op het gebied van Milieuzaken waarbij onze gemeente erg veel inbreng
levert. En daardoor is hij in het buitenland.
Een mededeling van andere aard is de volgende. Het is mij gebleken dat tijdens het afleggen van
de eed en gelofte door de 5 zeer gewaardeerde nieuwe raadsleden afgelopen week, een verkeerd
woordje is geslopen in de uitgesproken tekst van de eed. Op één van de plaatsen waar raadslid had
moeten klinken, was de tekst verkeerd en klonk het woord wethouder.
Allereerst, - laten we daar helder over zijn wil ik aangeven dat het zeker geen materieel gebrek
in juridische zin betreft, zodat aan de rechtsgeldigheid van het raadslidmaatschap, - en het betreft
de heer Rutten -, noch aan de vorige week in zijn aanwezigheid genomen besluiten, mag worden
getwijfeld. Dit is gecheckt en nog eens een dubbelcheck bij onze stadsadvocaat. Maar ik zelf vind,
en zo bent u mogelijk ook van mij gewend, en mag dat blijven verwachten, hecht ik er altijd aan
om ook zelfs de kleinste twijfel uit de weg te ruimen.
En daarom gaan we nu even in hoog tempo over tot het opnieuw afleggen van de eed door de heer
Rutten.
En ik zou de heer Rutten, Casper, willen vragen naar voren te komen, niet nadat ik hem vanavond
2 maal misschien mag feliciteren. Want vandaag is hij ook 48 jaar jong geworden. En het toeval wil
dat zijn opa ook op 48 jarige leeftijd op deze datum als politicus is beëdigd. Dus dat is ook wel een
heel bijzonder gebeuren.
Mag ik u allen vragen te gaan staan?
De tekst van de eed luidt: Ik zweer dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch
middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst of gift heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk
of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de
Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten
zal vervullen.
Wat is daarop uw antwoord?
DE HEER RUTTEN:
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
DE VOORZITTER:
Omdat ik het ongemak betreur natuurlijk maar vooral ook omdat ik blij ben dat jij als advocaat nu
deel uitmaakt van deze raad en ongetwijfeld mede zorg zult dragen om ons voor soortgelijke zaken
in de toekomst te behoeden, krijg jij, in tegenstelling tot je collega raadsleden vorige week, nu wel,
ook vanwege je verjaardag, een mooie bos bloemen. En de hele raad gunt je dat van harte.
Casper, doe je best.
III. VASTSTELLEN VAN DE AGENDA.
DE VOORZITTER:
Er zijn 2 vragen voor het Actualiteitenuur ontvangen.
Van D66 over het openbare subsidieregister en van de WD over het Bredaas Museum.
Ik kom daar straks op terug bij het betreffende agendapunt.
Ik stel overigens voor om aan beide inhoudelijke adviespunten onder 5 op de agenda 3 minuten
spreektijd toe te kennen.
Kunt u hiermee instemmen?
Aldus besloten.
IV. ACTUALITEITENUUR.