159 DE HEER VAN DER HORST: Dank u wel, voorzitter. Als je met deze begroting naar een bank gaat, dan krijg je nog geen dubbeltje. Dit is super-, superslecht. Hij had eigenlijk in de commissie moeten komen. En je kunt natuurlijk zeggen van: ja, wat moeten we hierme?. En als je begint te lezen dan denk je: hoe serieus is dit, worden we voor de gek gehouden? Wij steunen van harte het amendement en het mag van ons nog veel krachtiger. We vinden het helemaal niks. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: De heer Spiegels, SP. Gaat uw gang. DE HEER SPIEGELS: Dank u wel. Als SP vinden wij goed werk door de Omgevingsdienst belangrijk. Het voorval bij Shell kort geleden onderschrijft maar eens wat de risico's kunnen zijn als het ergens mis gaat. Goed werk van de Omgevingsdienst kost dan misschien ook wel wat maar op de lange termijn kan het de maatschappij veel kosten besparen. We hebben als SP nog wel wat vragen. Ten eerste: wat zijn de mogelijkheden van de gemeente Breda om te sturen binnen de Omgevingsdienst? In hoeverre hebben wij invloed op het te voeren beleid? Ik begrijp dat wij als deelnemende gemeente eigenaar zijn als opdrachtgever en afnemer van die Omgevingsdienst. Welke eisen kunnen we stellen en hoe ziet die sturing er in de praktijk precies uit? Kunt u ook een toelichting geven over de frequentie van de controles bij de controle instellingen en hoe deze worden bepaald? Wordt er naar aanleiding van klachten gecontroleerd? Naar aanleiding van risico's? Is de controlelast ongeveer overal gelijk? Of heb je al last van een controlerende milieudienst als je een klagende buurman hebt die de weg naar de instellingen weet? En op welke onderdelen voeren wij als gemeente zelf de controles nog uit? Ten aanzien van programma onderdeel 2, het uitvoeren van diverse lucht- en bodemonderzoeken, het volgende. In hoeverre maakt of gaat Breda hiervan gebruik maken? En in hoeverre worden andere marktpartijen hierbij betrokken? En welke afwegingen worden hierbij gebruikt? De voorgestelde zienswijze lijkt ons nuttig en we willen er wel mee instemmen. Vooral het inzicht in de risico's beroeren behoeft volgens ons echt aandacht, zienswijze nummer 3. We vroegen ons wel af wat het worst case scenario is en als risico's niet voldoende gedekt worden, als de Omgevingsdienst niet voldoende werk kan aantrekken, kan dan de Omgevingsdienst failliet gaan? En wat gebeurt er dan? Kunnen de financiële problemen invloed hebben op de kwaliteit en frequentie van uit te voeren milieucontroles? Of op de kwaliteit van de te verlenen vergunningen? Tot slot de aanvulling die de VVD heeft. We staan daar op zich wel welwillend tegenover maar we zijn ook erg benieuwd wat de mening van de wethouder daarover is. Dank u wel. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Mag ik u feliciteren met uw maidenspeech? Dan geef ik het woord aan de heer Rutten, CDA. DE HEER RUTTEN: Voorzitter, voor ons ligt de begroting van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, een jonge organisatie die zich nog in de opstartperiode bevindt. De OMWB kan een belangrijke rol vervullen in het verwezenlijken van de noodzakelijke schaalvergroting en efficiency maar ook in het verhogen van kwaliteit en uniformiteit. De OMWB wil onnodige administratieve lasten voorkomen, een lovenswaardig streven waar wij volledig achter staan. Tegelijkertijd komen er bij de bestudering van de begroting de nodige vragen op. Allereerst zijn wij benieuwd wat deze samenwerking ons financieel oplevert. Wij kunnen onze bijdrage zien maar zouden ook graag vernemen wat we vroeger aan kosten hadden zodat wij ons voor- en nadeel kunnen bepalen. Daarnaast hebben wij geconstateerd, net zoals anderen, dat voor een bedrag van bijna 4,5 miljoen omzet is meegenomen die nog onzeker is. De OMWB wil graag als preferred supplier gezien worden. Kennelijk brengen gemeenten deze diensten elders onder of verrichten ze deze zelf.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 17