160 Waarom doen ze dat? Is het goedkoper7 Zit daar een deel van het omzetprobleem? Geldt dit ook voor ons? Kortom, hoe kan er voor worden gezorgd dat de OMWB meer omzet gaat maken? We zijn in dat verband ook benieuwd of door andere gemeenten wellicht omzetgaranties zijn afgegeven die niet waargemaakt worden. De gemeente Loon op Zand acht zich in ieder geval niet gehouden aan die garantie en heeft om die reden niet ingestemd met de ontwerpbegroting. Tevens zijn wij benieuwd naar de positie van de OMWB ten opzichte van andere partijen die niet deelnemen, in de begroting aangeduid als niet eigenaren. Wie zijn dat? Hoe verhoudt hun omzet zich tot de omzet van de eigenaren? Kunnen en willen zij meer werk neerleggen bij de OMWB? Dat de OMWB productiviteit verhoogt, vinden wij positief. De urennorm per medewerker stijgt van 1300 naar 1385 productieve uren. We zouden verwachten dat daardoor de baten stijgen maar niet de lasten en dat is kennelijk wel het geval. Wij verzoeken de wethouder een en ander toe te lichten. Ook vernemen wij graag het indexeringspercentage dat de OMWB hanteert alsmede of wij als gemeente door die indexering meer gaan betalen. Tot slot zijn wij ook geïnteresseerd in de kosten van de uitvoering van VVGB taken en de uitkomsten van de risico analyse. Wij merken daarbij overigens op dat wij als gemeente los van die inventarisatie ook goed moeten kijken naar de risico's die wij zelf lopen. In de begroting wordt melding gemaakt van een omzetgarantie. Die beperkt het risico van de OMWB. Maar als wij als gemeente die garantie afgeven, komt dat risico vervolgens bij ons te liggen. Voorzitter, wij zijn als CDA een voorstander van goede regionale samenwerking. De OMWB wil een bijdrage leveren aan een leefbare veilige woonomgeving en tegelijkertijd de aantrekkelijkheid van de regio voor bedrijven verhogen. Dat vinden wij zeer goede doelen. Wij zijn echter ook voorstander van een degelijke financiële huishouding en we hebben moeten constateren dat er nog losse eindjes zijn in de begroting. De voorgestelde zienswijze voorziet in onze zorgen. Daarnaast zouden wij graag de antwoorden vernemen op onze vragen en zouden wij graag zien dat er een mogelijkheid wordt gecreëerd om de begroting aan te passen aan de in de zienswijze genoemde tekortkomingen en/of onduidelijkheden. En daarom zijn wij voornemens om het amendement te steunen. Dank u wel. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Mag ik u feliciteren met uw maidenspeech? De heer Vuijk. Breda'97. Gaat uw gang/ DE HEER VUIJK: Ja heel kort, voorzitter. De zienswijze is, denk ik, heel erg oké. En ik vraag me af, en ik weet het bijna zeker, dat de wethouder zich in een betere onderhandelingspositie vindt geplaatst als het besluit geamendeerd wordt aangenomen. Ik denk dat de wethouder daar best even een goede reactie op kan geven. Dank u wel. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Nog anderen van de commissie..., of pardon, van de raad? Niemand? Dan geef ik wethouder Akinci het woord. Gaat uw gang. WETHOUDER AKINCI: Als u mij toestaat voorzitter, een klein beetje context als het gaat om de geschiedenis van de Omgevingsdienst, of de Regionale Uitvoeringsdienst zoals die nog heette toen eigenlijk. Vanuit het Rijk is bepaald dat een aantal milieutaken niet meer door de individuele gemeenten moeten worden uitgevoerd maar in gezamenlijkheid en bij voorkeur in een gemeenschappelijke regeling die samenvalt met de Veiligheidsregio. Want dat is in eerste instantie de oorsprong van de Omgevingsdienst. Niet omdat wij dat in Breda nou zo ontzettend graag wilden. Want Breda, een redelijk grote gemeente, kwalitatief goed ambtenarenapparaat, had het als het ging om deze basistaken, redelijk goed voor elkaar. Andere gemeenten, met name kleinere gemeenten, hadden daar wel meer moeite mee. En een BRZO bedrijf, een bedrijf met bijzondere risico's in een kleine gemeente, levert niet een kleinere ramp op dan een ongeval bij een BRZO bedrijf in een grote gemeente. Of zoals iemand anders het ooit gezegd heeft, die ik om politieke motieven nu maar niet zal citeren: rampen hebben de onhebbelijke eigenschap zich nooit aan gemeentegrenzen te houden. En ik geloof dat het de heer Spiegels was die ook een aantal voorbeelden gaf. Inderdaad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 18