191 DE VOORZITTER: Even..., Het reglement van orde stelt voor dat de motie aan de voorzitter overhandigd wordt. DE HEER VAN DER HORST: Pardon. Zal ik verder gaan met de vragen? DE VOORZITTER: Nee, overhandig de motie, zou ik zeggen. DE HEER VAN DER HORST: O. DE VOORZITTER: De ene motie luidt: Met betrekking tot de kosten voor de gemeente van de opvang van 400 asielzoekers in het centrum van Breda, draagt het college de raad op in de bestuursrapportages de raad te melden, de aard en omvang van de extra kosten, de dekking voor de kosten, de genomen maatregelen om de kosten tot een minimum te beperken, de ondernomen acties om de kosten op het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers COA te verhalen. En dan de motie met betrekking tot de Actieve informatievoorziening door het college aan de raad. Draagt het college op aan te vangen met het opstellen van de beleidslijn op de actieve informatieplicht die geldt voor gemeentelijke bestuursorganen en deze na het zomerreces ter bespreking voor te leggen aan de raadscommissie Bestuur. Maakt deel uit van de beraadslagingen. En ik zou de wethouder willen vragen DE HEER VAN DER HORST: Ik heb nog meer? DE VOORZITTER: U wilt nog even? DE HEER VAN DER HORST: Ja. We hadden er nog een voor het draagvlak wat zo belangrijk werd geacht om over te gaan tot de beslissing om de 400 vluchtelingen in De Koepel te plaatsen. Pardon, is dat dezelfde? Dat is de motie voor het draagvlak voor een referendum. En die zouden we ook graag willen indienen. DE VOORZITTER: Motie met betrekking tot het houden van een referendum naar het draagvlak voor de opvang van 400 asielzoekers in het centrum van Breda. Draagt het college op een referendum te houden met de vragen: Vindt u dat de gemeente het besluit tot medewerking aan de opvang van 400 asielzoekers in de Boschpoort, ook al was zij daartoe niet verplicht, dat eerst voor inspraak had moeten voorleggen aan omwonenden? Vindt u dat de gemeente alvorens te besluiten tot een bestuursovereenkomst met het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers voor deze opvang, ook al is zij daartoe niet verplicht, deze eerst voor inspraak moet voorleggen aan de omwonenden? Dat was het mijnheer Van der Horst? DE HEER VAN DER HORST: Ja zeker. DE VOORZITTER: Dan geef ik het woord aan het college. Wethouder Van Lunteren. Ja, gaat uw gang. WETHOUDER VAN LUNTEREN: Ja, er worden nog wat moties rond gedeeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 10