197
De Voorjaarsnota geeft in grote lijnen aan waar u heen wilt met de begroting en is een afspraak
tussen coalitiepartijen, de eerste vertaling van het coalitieakkoord wat door de gemeenteraad
wordt vastgesteld.
Tijdens de behandeling van het coalitieakkoord hebben wij al een opmerking gemaakt over de
lastendrukontwikkeling. Hier heeft u 3 posten aan elkaar gekoppeld: de Afvalstoffenheffing, de
Rioolheffing en de OZB. Het is nobel om te streven naar een ontwikkeling van deze 3 met het
inflatiecijfer. De VVD Breda constateert dat dit zeer ongezonde verschillen in ontwikkeling kan
opleveren. In deze Voorjaarsnota zien we dat het allemaal redelijk met elkaar in balans is voor het
komende jaar en de OZB zelfs licht daalt.
Daar staat tegenover dat de Afvalstoffenheffing stijgt, maar allemaal binnen redelijke marges.
Maar de VVD Breda maakt zich zorgen om de toekomst. In het meerjarenperspectief zien we een
stijging van ruim 24% van de OZB op ons af komen. Een dergelijks stijging kan niet worden gezien
als een gezonde ontwikkeling.
De VVD heeft hier om 2 redenen moeite mee. Ten eerste: wanneer u de OZB wilt gebruiken om uw
hobby's te financieren, wees daar dan helder over. Ten tweede omdat wij een stijging van bijna
25% niet betitelen als verantwoord omgaan met lasten. Elke post verdient een goede balans en
een afweging. Appels en peren zijn nu met elkaar verbonden. De WD Breda dient hiertoe dan ook
een motie in om deze koppeling ongedaan te maken.
DE VOORZITTER:
Motie Ontkoppeling lastendrukontwikkeling.
Verzoek het college om de koppeling tussen de afvalstoffenheffing, rioolheffing en OZB los te laten
en een beleid en prognose per inkomstenbron te formuleren.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
DE HEER ADANK:
Breda is een stad in ontwikkeling. Verschillende kansen liggen voor. Onze positie in de regio is
goed. Economische ontwikkeling is hierin belangrijk. Werk, werkgelegenheid en ruimte creëren
voor succesverhalen. Allemaal zaken waar niemand tegen kan zijn. Houdhetsimpel@breda.nl moet
het loket worden voor de stad en medewerkers om met suggesties te komen.
Laat ik u er nu een doen.
Er is een bedrijf in Breda wat al 2 jaar in de Technologie Fast50 staat en een van de snelst
groeiende werkgevers is in Breda. Een parel waar we met elkaar trots op mogen zijn. Het levert
werk, het is een goede internationale exposure. Het probleem waar zij tegenaan lopen is dat zij dit
niet mogen laten zien op hun gevel. De gemeente blokkeert dit. Dit soort parels moet zich zelf
kunnen laten zien als je bedrijvigheid belangrijk vindt.
Ik zou blij zijn met een versimpeling en een "ja mits" houding bij de realisatie van de exposure op
hun bedrijfspand.
Parkeren. Hier wilden wij het ook tijdens het actualiteitenuur over hebben. De vragen zijn
inmiddels door de actualiteit ingehaald. Maar toegegeven, het is de zoveelste miscommunicatie.
In uw coalitieakkoord kondigt u een onderzoek aan. In de verschillende daarop volgende
vergaderingen meldt de wethouder dat de wens om ergens te parkeren leidend is, niet het tarief.
Dus het college..., Waarom nog een onderzoek? Schijnbaar heeft u alle conclusies al en weet u
waar u heen wilt. Bijzonder is dan dat er niets over terug te vinden is in de Voorjaarsnota. Behalve
dan dat de parkeertarieven bij de Galderse Meren moeten worden beperkt. Wat moet ik me daarbij
trouwens voorstellen? Gaat u nu pas vanaf 25 graden heffen?
Wethouder, kunt u duidelijkheid geven waar u heen wilt met het parkeerbeleid in deze stad?
Dank u wel voor de brief over de 350.000,— voor Veiligheid. In uw brief geeft u aan dat dit
bedoeld is voor het Jaarplan Veiligheid wat na het reces zal worden besproken. Nu heeft de
wethouder in de discussie rondom het AZC toegezegd extra te willen investeren in het gebied
rondom de Boschstraat. Hierover staat nu niets opgenomen in onze Voorjaarsnota. Kunt u
aangeven op welke manier hier financiële invulling aan gegeven zal worden? Anders lijkt het een
loze belofte aan de wijk. Veiligheid en het nakomen van afspraken zijn voor de WD Breda erg
belangrijk.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u wel.
Het woord is aan mijnheer De Beer, D66.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, de WD heeft al uitgebreid uiteengezet dat het college tot op heden nog niet echt
koersvast is geweest in haar optreden in een aantal dossiers.