202 Ik word toch wel even getriggerd door deze motie. U heeft het er in het actualiteitenuur over dat toezeggingen hard zijn en dat u het college daarop vertrouwt. In het coalitieakkoord staat expliciet genoemd dat dit uitgewerkt gaat worden. Waarvoor is dan nog steeds een motie nodig? DE HEER MAES: Goede vraag mijnheer Adank..., voorzitter, van de heer Adank. Via de voorzitter. We hebben geconstateerd dat bijvoorbeeld de invoering van het betaald parkeren nog niet geheel vlekkeloos verloopt, - ik bedoel dan het betaald parkeren voor bezoekers en dat daar toch ook wel bezoekers benaderd worden die het offline willen regelen in plaats van online. En graag willen wij hierop een reactie van de wethouder. En nogmaals, wij vragen daar opnieuw aandacht voor. DE HEER ADANK: Maar ik had het over het schoolzwemmen met name ook. Dat staat expliciet in uw coalitieakkoord. U dient daartoe een motie in. Is dan de toezegging en het op schrift stellen binnen het coalitieakkoord niet voldoende dat u die zekerheid heeft dat het uitgewerkt gaat worden? DE VOORZITTER: Mijnheer Maes. DE HEER MAES: Dank u wel, voorzitter. Ja, als de heer Adank zou hebben opgelet voorzitter, dan had hij ook de beantwoording van onze schriftelijke vragen over dit onderwerp kunnen lezen. En daarin staat, even in mijn eigen woorden samengevat, dat er al heel veel gedaan wordt en dat we daarmee doorgaan. En dat is op zich een goede zaak. Alleen willen wij graag dat er toch een plan van aanpak komt met ook inbreng van de veldpartijen om te komen tot een betere oplossing. DE HEER DE BEER: Voorzitter DE VOORZITTER: Mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Ja, we kennen de onderzoeken inmiddels wel van de afgelopen maanden op de verschillende onderwerpen. Maar wat mag dit onderzoek kosten? Want als het nou een paar keer 10.000,— kost, dan gaat het wel ten koste van het budget voor deze post. En wij gaan liever voor dat Jeugdsportfonds wat heel goed werkt. En ik snap niet zo goed wat u daar dwingend aan vindt als je gewoon een good practice, zeg maar, suggereert. DE VOORZITTER: Mijnheer Maes. DE HEER MAES: Voorzitter, hetgeen dat wij ermee wilden bewerkstelligen, is in tegenstelling tot meer de top down benadering van D66 van wij denken de wijsheid in pacht te hebben en we gaan het zo doen, laten wij de bal graag bij het college liggen en vragen hen om een uitwerking te komen. Terugkomend op de vraag wat het mag kosten: dat hoeft niet veel te kosten mijnheer De Beer, in gesprek gaan met partijen die er al verstand van hebben. DE VOORZITTER: Gaat u verder. DE HEER VAN DER HORST: Voorzitter Mijnheer de voorzitter Ik ben Mag ik? DE VOORZITTER: Mijnheer Van der Horst. DE HEER VAN DER HORST: Dank u wel. Ik ben een beetje met stomheid geslagen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 21