211 onderhandse aanbestedingen. Dat is waar we het over hebben. Niet over algemene aanbestedingen, over onderhandse aanbestedingen. In de huidige regelgeving staat dat bij een enkelvoudige aanbesteding, onderhandse aanbesteding dus, één opdracht, de voorkeur wordt gegeven aan een Bredaas bedrijf. Mits, en dat heeft dan te maken met. En dat bij een meervoudige onderhandse aanbesteding er tenminste een Bredaas bedrijf wordt uitgenodigd. Nou van tenminste een Bredaas bedrijf willen we er 2 maken, om uit te nodigen. Dat is de strekking van de brief die ik gestuurd heb en de opmerking. En er lijkt nu een hele discussie over te ontstaan terwijl ik denk dat we het over de principes op zichzelf eens zijn. Kijk, wat we gedaan hebben in het coalitieakkoord, is een vertaalslag maken van een signaal, een heel duidelijk signaal vanuit het Midden en Klein Bedrijf uit Breda dat als het gaat om de kleinere opdrachten, wil ons iets meer in de positie brengen om in die kleinere opdrachten wat mee te kunnen doen. Nou dat is de vertaalslag om als we bijvoorbeeld 3 partijen uitnodigen voor een meervoudige onderhandse aanbesteding, en het zijn altijd kleine opdrachten, om er dan tenminste 2 Bredase bedrijven uit te halen. In de huidige beschrijving..., DE HEER DE BEER: Voorzitter WETHOUDER BERGKAMP: Ik maak even mijn zin af, mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Ja. WETHOUDER BERGKAMP: In de huidige beschrijving van Bredaas bedrijf is die definitie ook al ruimer. In het huidige aanbestedingsbeleid. Daar zit al een regiocomponent in. Mijn voorstel zou zijn, want ik heb het idee dat we daar nauwelijks verschillen, misschien op dat ene puntje van hoe kan je nou dat lokale naast de MKB bedrijven iets meer positie geven zonder in protectionisme te vervallen want dat wilt u niet en dat wil ik ook niet, dat willen wij ook niet. Wij komen in september, ik praat ook even namens collega Van den Berg want het aanbestedingsbeleid valt eigenlijk in zijn portefeuille maar we leggen de link naar de economie en de arbeidsmarkt. In het najaar komen wij nog een keer terug met de uitwerking van een aantal van die gedachten. Want mij betreft inclusief het dictum uit uw motie. En laten we dan met elkaar even de tijd en de ruimte nemen om dan even goed tegen het licht te houden, maar dan in de breedte, waar we het over hebben en wat we wel en wat we niet willen doen. Dan halen we er niet een element uit maar dan pakken we hem even breder. Dat zou mijn voorstel aan u zijn. En dan kunnen we volgens mij ook evenwichtig die discussie voeren. Dat even als suggestie. Voorzitter, dat zijn de punten uit mijn portefeuille. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Wethouder Akinci. WETHOUDER AKINCI: Het zijn letterlijk de smalle marges van de politiek, dat kleine gangetje waar de bestuurders af en toe doorheen moeten. Het stimuleert ons ook om vooral niet al te veel aan te komen. Goed, ik zal niet al te veel quasi grappige inleidingen maken. Vier vragen die mij gesteld zijn, die in ieder geval gesteld zijn aan de portefeuilles die ik onder mijn beheer mag hebben. De heer Adank had het over het parkeerbeleid en stelde daarbij de vraag: waar willen we heen. Het is misschien een beetje raar om te zeggen: dat weten we niet. Maar op het moment dat je met ondernemers wilt gaan praten in de binnenstad en ook wilt kijken van wat zien zij nou als belang voor bijvoorbeeld hun inloopstraat omdat maar als voorbeeld te nemen en hoe willen ze die realiseren, wat voor mobiliteit hoort daarbij, wil je nog wel parkeren op straat of juist niet. Want dat soort discussies zie je spelen per straat eigenlijk. Dan vragen wij wel ook: zorg dat je samen georganiseerd bent en datje daar samen uit bent. Kom samen als alle ondernemers maar ook in dialoog met de bewoners met een plan. En wij gaan kijken hoe we daar ook vanuit de mobiliteitskant, en parkeren is daar een onderdeel van, mede uitvoering aan kunnen geven. Zo mag u de 2 zinnen die hieraan gewijd zijn op pagina 7 vertalen. Dat is niet per se is wat alleen maar in aanloop naar 2015 gerealiseerd hoeft te worden. Samen werken aan de aantrekkelijkheid van de binnenstad is volgens mij een soort on going proces. En mobiliteit is een faciliterend verhaal daarin.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 30