223
DE HEER DE BEER:
Dit lijkt heel erg op de beantwoording in de le termijn. En naar aanleiding van die beantwoording
heb ik de bedragen doorgestreept in het dictum en heb ik gevraagd aan het college om dan met
een plan te komen bij de Begroting 2015. Dat is volgens mij een heel redelijk verzoek als je de
Voorjaarsnota bespreekt, wat de voorloper is naar de Begroting.
Dus voorzitter, misschien omdat ik hem nog niet heb kunnen kopiëren in die aangepaste vorm, dat
u er nog geen kennis van heeft kunnen nemen, maar ik zie hier niet in waarom dit dan een
probleem zou zijn. Kunt u dat dan...,
DE VOORZITTER:
Wethouder.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ik zeg: we gaan er mee bezig, we gaan het aanpakken, we gaan zoveel mogelijk in exploitatie
proberen onder te brengen zodat het dus wat structureel is ook goed gedekt wordt, structureel.
Mee eens. Maar gun ons nou gewoon de tijd. En als wij dan ondertussen ook nog plannen moeten
gaan schrijven hoe we Ik heb juist het idee dat we doelen willen bereiken en niet plannen In
plannen kunnen we natuurlijk eindeloos elkaar vinden maar, of verliezen, maar we moeten elkaar
vinden juist op de inhoud en op het realiseren van wat we willen. Dus geef..., Ik zou bijna zeggen:
heb een beetje vertrouwen in deze wethouder dat we elkaar volledig hebben begrepen en dat het
echt wel, ook in de Begroting tot zijn recht komt. En...,
DE HEER DE BEER:
Voorzitter
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Misschien niet dit jaar...,
DE HEER DE BEER:
Mag ik de wethouder nog één vraag stellen? Heeft hij nou echt het idee dat als we gewoon een
inhoudelijke motie indienen dat dat dan gelijk een gebrek aan vertrouwen is? Heeft hij echt oprecht
dat idee? Want dan wil ik dat idee weg nemen. Want dat is niet de bedoeling. Ik wil alleen de
kaderstellende rol van de raad...,
DE VOORZITTER:
Dat kan alleen de wethouder beantwoorden.
Wethouder.
WETHOUDER VAN LUNTEREN:
Ik ben blij dat u dat dan wegneemt bij deze. Maar goed, ik had niet dat idee. Maar u vraagt nu om
plannen of dingen waar we het helemaal over eens zijn en wat we in gang gaan zetten en dan wilt
u dan weer een heel plan bij hebben. Ik denk, laten we daar de mensen die daar mee bezig zijn
nou gewoon bezig gaan met waar ze goed in zijn, met financiële dekking zoeken en oplossingen
zoeken voor het probleem wat we allebei signaleren en ga dan niet vragen om hele
planontwikkelingen weer. Dat is eigenlijk mijn streven. Ik vind het ook niks voor D66. Maargoed,
ik ontraad dan verder die moties.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Wethouder Bergkamp.
WETHOUDER BERGKAMP:
Ja voorzitter, ik wil even reageren op de heer De Beer. Kijk, ik heb geprobeerd vanuit het college
een handreiking te doen om in september in alle openheid eens te kijken wat we nou op dit vlak
willen. Hij houdt per se vast aan zijn motie, inclusief de overwegingen. Het college kan zich niet in
de overwegingen vinden en ontraadt dus deze motie. Ik heb er niet zo veel aan toe te voegen.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Haagh. Wethouder Haagh.
WETHOUDER HAAGH:
Voorzitter, er waren geen vragen aan mij gesteld.