235 U zit nog royaal in de tijd die mijnheer Aartsen al lang voorbij was. Dus gaat uw gang. DE HEER UIJL: Gelukkig. Nee, waarom wij die motie niet steunen, mijnheer Aartsen is omdat wij, wat ik net al aangaf, hebben gemerkt dat dit dossier een aardige vertraging heeft opgelopen met de behandeling door het vorige college. En zoals de wethouder ook zal aangeven straks, komt er nog een inhoudelijk beleidsplan. Daar ga ik in ieder geval vanuit, dat ze daarover zal praten. En in dat inhoudelijke beleidsplan, daarin staan de keuzes waarmee de zekerheid die u graag wilt horen gaat komen. Maar wat dat betreft, en daar moet ik toch DE HEER AARTSEN: Mijnheer de voorzitter, is de heer Uijl ervan op de hoogte dat die er in november komt? U weet wel, anderhalve maand voordat het daadwerkelijk in moet gaan? DE HEER UIJL: Absoluut, mijnheer Aartsen. Absoluut, mijnheer de voorzitter. Daar ben ik me van bewust. En ik heb ook DE HEER AARTSEN: En dat vindt u ruim de tijd mijnheer de voorzitter DE HEER UIJL: Laat mij..., De voorzitter: Ik stel voor dat even de heer Uijl de gelegenheid krijgt om uit te spreken. DE HEER UIJL: Laat mij even het antwoord inderdaad afmaken want u heeft klaarblijkelijk erg goed de notulen van de laatste commissie Maatschappij gelezen. Daarin heeft u mij ook horen zeggen, of kunnen zien teruglezen zeggend, dat ik vind dat er wel haast gemaakt moet worden, dat ik vind dat er absoluut vaart gezet moet worden achter dit soort stukken. Alleen kan ik het de wethouder niet kwalijk nemen dat op het moment dat er een dossier ligt waarin nog volop vertraging zit en waarin nog volop onduidelijkheid zit, dat zij wel de tijd neemt om als er dan een besluit wordt genomen, dat er een goed besluit wordt genomen en niet dat we een kaalslag gaan krijgen zoals 3 jaar geleden heeft plaats gevonden onder uw eigen wethouder destijds. Goed voorzitter, doorgaand met mijn betoog, ik gaf al aan dat we volop vertrouwen hebben in de wethouder dat zij met man en macht probeert om met beperkte middelen die wij als gemeente toe krijgen, een zo goed mogelijke zorg te organiseren. Maar ook wij voelen de spanning die hier in deze zaal leeft. Wij willen als SP graag meedenken maar wij moeten ook erkennen dat er een enorme bezuiniging vanuit Den Haag bij ons over de schutting gegooid wordt. Tijdens de commissie viel het al op dat er behoorlijk veel gesproken werd over de inhoud van de zorg. Tijdens de behandeling van het stuk vanavond valt dat ook op met de moties die voorbij komen. Voorzitter, als SP vinden wij dat wij dit nu op dit moment niet zouden moeten doen. Sowieso niet want de transitie in onze ogen terug geven van de verantwoordelijkheid aan de mensen die het het beste kunnen beoordelen hoe zij het werk moeten doen, namelijk de zorgverleners. Als politiek moeten we ons in dit dossier bezig houden met het faciliteren van deze zorgverleners. Daarom voorzitter, moet er in onze ogen goed vastliggen waar welke verantwoordelijkheid ligt. Wie is aanspreekpunt? Wie voert wat uit? Dat is waar dit Beleidskader over gaat en dat is waar wij achter staan in dit Beleidskader. En daarom ondersteunen wij dit. Wij vinden dat er in het Beleidskader goed gesproken wordt over het wegsnijden van onnodige bureaucratie. In dat oog kan ik ook behoorlijk meekomen. Ik vind het jammer dat ik daar niks meer van heb terug gezien van D66. Over het normeren van de salarissen van directeuren. Ik weet dat daar in het verleden door uw partij en onze partij onderzoek naar is gedaan naar een Van der Velden norm, waarvan ik denk dat het een mooi afscheidscadeau zou kunnen zijn, maar goed. Ik heb begrepen dat dat een..., Ja het is jammer dat de microfoon niet uit kan of dat maar goed misschien heb ik het dan verraden, maar goed. Ik heb begrepen dat die haalbaarheid er destijds niet was. Ik hoor graag van de wethouder hoe daar op dit moment over gedacht wordt en hoe dat we over een normering kunnen denken in de toekomst. DE VOORZITTER: Goed. U bent ruim aan de 3 minuten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 54