243
DE VOORZITTER:
De motie Mandaat bij de raad en de motie Maximaal 11% tariefkorting.
MEVROUW HAAGH:
Ja nou, de motie Mandaat bij de raad is een motie die, als we over de verordening spreken,
volgens mij het onderwerp is waar je over moet praten. Wat houd je bij de raad en wat niet. Het
gaat mij nu wat ver om al uitspraken te doen over een verordening die we gaan vaststellen. Dus
volgens mij is dat het onderwerp wat u samen moet wisselen als we die verordening bespreken.
En dan, wat is de volgende motie voorzitter?
DE VOORZITTER:
Maximale 11% tariefskorting WMO.
MEVROUW HAAGH:
Daar heb ik al even op gereageerd richting mevrouw Nuijen. Daar hebben we ook in de commissie
over gesproken. Soms lijken het wel dagkoersen als het gaat over de kortingspercentages en de
verschillende uitleg daarbij. Met het hele zorgveld, zoals wij nu in gesprek zijn, laten we ons
daardoor niet gek maken. Wij gaan niet kijken: wat is de korting en dat doen we er af. Wij kijken
echt naar: wat kost de zorg en welke tarieven gaan we dan echt met elkaar afspreken. En dat
gesprek is gaande. En als dat meer dan 11% kan zijn, dat is dan een overeenstemming die je
samen hebt als gemeente en aanbieder. Volgens mij moeten we het dan vooral aanpakken. Want
dan blijkt dat er gewoon teveel marge op gezeten heeft. En als het minder is, het moet realistisch
blijven, we gaan niet afknijpen, maar we gaan kijken: wat kost de zorg en hoe kun je het voor de
cliënt goed houden. Dus dat is mijn leidraad waar ik het graag mee zou willen doen en in die zin
zou ik deze motie in deze vorm dus willen ontraden.
MEVROUW NUIJEN:
Voorzitter, mag ik nog even?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang.
MEVROUW NUIJEN:
Het gaat toch wel om een extra beschikbaar bedrag van 3,47 miljoen op basis van de informatie
die nu beschikbaar is? De staatssecretaris heeft 195 miljoen extra beschikbaar gesteld voor AWBZ
begeleiding en ik heb het even omgerekend: dat betekent voor Breda 3,47 miljoen. En ik heb
liever 100 euro te besteden dan 75. Dat..., ja. Dus het is voor u ook prettiger dat u wat meer
marge heeft.
WETHOUDER HAAGH:
Ja, nou zit die marge vooral in die zaken waar we als centrumgemeente weer verantwoordelijk
voor zijn. Dus die hebben weer net iets andere bestedingen. Maar ja, natuurlijk is het heel fijn als
je wat meer armslag hebt. Maar dan denk ik: dan kun je die betere zorg met elkaar gaan leveren.
Ik zou niet..., Ik wil niet in de fuik trappen waar andere gemeenten wel in trappen: weet je wat, we
doen er gewoon een percentage van af. Je hebt nu de kans om de zorg daadwerkelijk te
verbeteren om van dat product denken en dat aanbod denken af te gaan. En laten we die dan met
beide handen aangrijpen en die tarieven vaststellen die de zorg echt kost en niet zo maar een
percentage er af.
Voorzitter, als u het me permitteert, dan wil ik nog even naar de SP reageren. Die hadden het
namelijk nog even over de Balkenende norm waar we over spraken met elkaar. Ik denk dat het
belangrijk is om ons hier te realiseren dat we in onze subsidieverordeningen iets opgenomen
hebben over de Wet Normering topinkomens. Dus daar richten wij ons op. Dat geldt voor het hele
subsidieveld wat we voeren. In hoeverre dat echt houdbaar is, is echt een vraag. Want er bestaat
inmiddels wat jurisprudentie, bijvoorbeeld uit Eindhoven met Novadic Kentron, waar dat niet
houdbaar is gebleken. Ik ben nu volop aan het uitzoeken, ook even met wat Europese richtlijnen,
als het gaat om aanbesteden wat het totaalantwoord is. En dat gaat verwerkt worden in de
antwoorden op de vragen die D66 hierover gesteld heeft. En ik wil dat nog, - ja het is wellicht wel
in uw reces -, maar nog volgende week doen, zodat u die antwoorden in ieder geval zo snel
mogelijk heeft.
Volgens mij heb ik dan alles gehad, voorzitter.