255 Mijnheer Vuijk, bent u het met me eens dat die Nota van Uitgangspunten wel een visiedocument is, naar de aard waarvan gehandeld moet worden in het bestemmingsplan? DE HEER VUIJK: Natuurlijk, dat ben ik helemaal met u eens. Ja. Maar ik wil nog heel even onze eigen dynamiek benadrukken, de dynamiek van het raadslid. Die is toch anders dan die van een heemkundekring. Dat wil ik nog maar even duidelijk stellen. Niet dat ik daar geringschattend over doe hoor. En ook in de Nota van Uitgangspunten in de geest, daar moeten we het inderdaad wel over hebben. Dan kom ik heel even terug op de motie. Want we moeten alternatieven onderzoeken waarmee de 3e verdieping van de appartementen in beeld en materiaal meer in de geest van de Nota van Uitgangspunten wordt gebracht. Ja, wilt u dan met 20 mensen gaan praten over de kleur van de tegeltjes? Dat gaat niet werken. Volgens mij hebben we daar toch echt zelf als raad, de commissie Ruimtelijke kwaliteit voor benoemd. DE HEER TOESET: Mag ik daar nog een verduidelijkende vraag over stellen? DE VOORZITTER: Korte reactie. DE HEER TOESET: Is de heer Vuijk ook op de hoogte van de verslaglegging van de commissie Ruimtelijke kwaliteit op dit punt? Heeft u ook begrepen dat juist die commissie het plan op dit vlak nog niet heeft goedgekeurd? DE HEER VUIJK: Nou volgens mij zijn er al, nou ja, volgens mij zijn er al diverse aanpassingen geweest die in samenspraak met de ondernemer en de commissie Ruimtelijke kwaliteit zijn genomen. Dus ik neem aan dat we daar wel uitonderhandeld zijn. DE VOORZITTER: Mijnheer Toeset, en dan mijnheer Quaars. En dan gaan we naar een afronding. DE HEER TOESET: Prima. Ik zal het heel kort houden. Ik wil het geheugen van de heer Vuijk wel even opfrissen. Op 3 juni heeft de commissie Ruimtelijke kwaliteit aangegeven dat er nog een verbetering en een verbijzondering zou moeten komen van de hoek van de Annevillelaan en de Dorpsstraat. En op 1 juli is het plan opnieuw in de commissie Ruimtelijke kwaliteit geweest en hebben ze aangegeven dat de verandering van het plan nog niet aan de voorwaarden van de commissie voldoet. Dat lijkt me van de commissie Ruimtelijke kwaliteit een tamelijk heldere uitspraak. DE VOORZITTER: Goed. Mijnheer Quaars. DE HEER TOESET: En daar houd ik me aan. DE VOORZITTER: Mijnheer Quaars. DE HEER QUAARS: Dank u wel, voorzitter. Ja het verbaast me wel een klein beetje de opmerking van de heer Vuijk. Want hij zegt: moeten we dan met 20 inwoners in gesprek gaan. Nou dat lijkt me niet zo heel veel in een stad van ruim 170.000 mensen. Maar laat nou precies deze motie gaan over de ruimte in Ulvenhout en de verbinding. En die 2 woorden zouden u toch aan moeten spreken. DE VOORZITTER: Ik stel voor dat mijnheer Vuijk tot een afronding komt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 74