286 Fractie D66 brengt naar voren voor punt a te zijn maar wel met de aantekening het van groot belang te vinden dat de parkeerproblematiek op deze plek in gezamenlijkheid dient te worden aangepakt. De plaatsvervangend raadsvoorzitter brengt vervolgens de punten a t/m f in stemming en constateert dat alle fracties voor stemmen. Vervolgens brengt zij punt g in stemming en constateert dat alle fracties behalve de fractie D66 voor dit punt zijn. D66 stemt tegen. 2. Benoemen leden raadscommissies. De plaatsvervangend raadsvoorzitter leidt het punt in met de mededeling dat de fractie PvdA de mogelijkheid heeft nog een commissielid niet-raadslid te benoemen conform het Reglement van Orde van de raadscommissies. De fractie draagt hiervoor de heer Haarhuis voor. Door zijn komst is tevens de verdeling van raads- en commissieleden over de 4 commissies veranderd. Er dient een besluit te worden genomen over deze nieuwe verdeling zoals die in het raadsvoorstel is vermeld. Nadat de plaatsvervangend raadsvoorzitter heeft vastgesteld dat geen van de fracties het woord wil voeren en evenmin een stemverklaring wil afleggen, gaat zij over tot stemming over genoemd voorstel om vervolgens te concluderen dat dit unaniem wordt aangenomen. Na deze benoeming gaat de plaatsvervangend voorzitter over tot beëdiging van de heer Haarhuis. 3. Beëdiging nieuw commissielid niet-raadslid. Na de benoeming onder agendapunt 3 gaat de plaatsvervangend raadsvoorzitter over tot het voorlezen van de tekst van de verklaring en gelofte ten overstaan van de heer Haarhuis. De heer Haarhuis legt vervolgens de verklaring en gelofte af. 5. Vaststelling beleidskader kapitaalgoederen openbare ruimte. le termijn. De heer Quaars VVD) wil binnen dit onderwerp 2 zaken bespreken met de raad. Het eerste betreft het onderhoudsniveau. De raad heeft de verplichting om het kwaliteitsniveau wat men afspreekt, ook te financieren. Dit gebeurt ook in dit voorstel: er wordt 20 miljoen geïnvesteerd in de buitenruimte. Deze 20 miljoen is niet voldoende om het afgesproken niveau B te halen. Dit voorstel stelt echter een verlaging voor van het onderhoudsniveau. Voor wegverhardingen, openbare verlichting en bomen wordt voorgesteld het niveau te verlagen tot B-. Voor waterwegen, bruggen en viaducten wil men het niveau verlagen naar niveau C. Het college stelt voor om het onderhoudsniveau in de stad op alle gebieden naar beneden bij te stellen. De heer Maes (SP) vraagt bij interruptie waarom de VVD denkt dat er een achterstand van 20 miljoen is ontstaan in de afgelopen jaren. De heer Quaars stelt allereerst dat deze achterstand niet alleen in de laatste jaren is ontstaan. De investering van 20 miljoen is zeker een impuls. Het niveau wordt echter aangepast naar beneden. Met dat laatste kan de VVD het niet eens zijn. De heer Maes blijft van mening dat niveau B in feite nooit gehaald is in het verleden. De heer Quaars blijft van mening dat de 20 miljoen niet voldoende is om het afgesproken niveau te halen. Daarom wordt dit niveau ook bijgesteld. De heer Van de Velde vraagt of de fractie VVD zich kan vinden in de niveauverlaging. De heer Quaars kondigt aan dat dit duidelijk zal zijn wanneer men dit betoog heeft afgemaakt. Hij wil ten tweede spreken over de financiële dekking van het voorstel. Hierbij zet men vraagtekens. Hij memoreert de mail van gedeputeerde Pauli waarin wordt aangegeven dat deze zich in eerste reactie kan vinden in de manier waarop het onderdeel kapitaalgoederen is verwerkt in de begroting. Deze begroting zal na vaststelling aan genoemde gedeputeerde worden toegezonden. Daarna zal er een definitief oordeel volgen. De VVD gaat er van uit dat dit oordeel niet zal wijzigen. Gedeputeerde Pauli heeft als provinciaal bestuurder een toezichthoudende rol bij de begroting; dat is niet het geval bij de raad. Deze heeft een inhoudelijk verantwoordelijke rol. Vanuit die verantwoordelijkheid doet hij namens de VVD-fractie het volgende voorstel. Het voorstel behelst 20 miljoen voor het inhalen van de achterstand. Hiervan wordt 12,5 miljoen gedekt door geld wat er zéker is. Van 7,5 miljoen is dit niet zeker. Volgens het voorstel worden deze 7,5 miljoen pas in 2018 onttrokken uit de algemene reserve. Dit is geen solide financieel beleid omdat nu niet gesteld kan worden dat dit bedrag er in 2018 werkelijk zal zijn. De kennis van nu is beschikbaar; dat geldt niet voor de kennis van de situatie in 2018. Over de dekking moet echter wel nu besloten worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 3