290 De heer Quaars deelt mede meegevoerd te worden in een debat wat men niet wilde voeren. Hij is ervan overtuigd dat er geïnvesteerd moet worden in de buitenruimte. Hij wil het debat voeren over de dekking van de financiën en de manier waarop dat nu gebeurt. Hij is het daar niet mee eens omdat hij daar teveel risico's in ziet. Hij stelt vast van de wethouder geen antwoord te hebben gekregen waarom het niet andersom wordt gedaan. De heer De Beer stelt aan de wethouder de volgende financiële vraag: de eerder genoemde 1,9 miljoen euro komt uit het Rekenkamerrapport en staat in het overdrachtsdocument. Waarom is dat geen geldend bedrag meer? De heer Maes krijgt de kriebels van de discussie in le termijn tussen fractie VVD en de wethouder Financiën. De keuze die gemaakt wordt, is financieel degelijk, dat is ook de mening van de provincie. Hij adviseert de fractie VVD dit ook te accepteren. De heer Sips constateert nog geen uitspraken te hebben gehoord over het verlagen van het onderhoudsniveau van de fractie VVD. Met betrekking tot het amendement vraagt hij zich af, afgezien van de berekening rondom de vrije investeringsruimte, hoe men een exploitatielast als investering kan gaan behandelen. De heer Vuijk memoreert in de richting van de fractie D66 de inloopsessie met veel ambtelijke kennis die de wethouder heeft gehouden voor de commissiebehandeling. Het is mogelijk dat men het daar niet mee eens is maar politiek is een kwestie van kiezen. Hijzelf vindt de gemaakte keuze in ieder geval wel gezond. De heer De beer interrumpeert door aan te geven deze sessie ook bezocht te hebben en geconstateerd te hebben dat de 1,9 miljoen toen nog een feit was. Nu blijkt dat die 1,9 miljoen lang niet voldoende is om het kwaliteitsniveau te handhaven maar een veelvoud daarvan. Dde heer Vuijk deelt mede dat het gaat om een praktisch realiteitsgehalte wat wordt opgehoogd naar B- terwijl het theoretische B niveau al jaren niet meer gehaald wordt. Die discussie is tijdens die sessie ook duidelijk gevoerd. De heer De Beer benadrukt enthousiast te zijn over de systematiek in het voorstel. Hij wil echter wel de financiële basis duidelijk hebben voor datgene waartoe vandaag besloten wordt. De heer Vuijk antwoordt dat iedereen wat hem betreft kan uitgaan van de cijfers in het overdrachtsdocument. De heer Jansen vraagt aan de heer Quaars fractie of die het, los van de financiële discussie, eens is met het loslaten van het B- niveau. De heer Quaars antwoordt dat hij liever zou zien dat het eerder afgesproken niveau gehandhaafd blijft. De heer Jansen vraagt waarom de VVD dan niet komt met een voorstel om het behalen van dit B niveau ergens uit de begroting te halen. De heer Quaars antwoordt dat men dit niet doet omdat men inziet dat een dergelijk voorstel het niet gaat halen. Zelfs het voorstel wat nu voorligt, met een lager niveau, vindt men al niet goed gedekt. Vanuit het perspectief van de VVD wordt nu een poging gedaan om het voorliggende voorstel van een goede dekking te voorzien. De heer Jansen vraagt zich af of indien de dekking anders zou worden, de VVD akkoord zou kunnen gaan met een lager niveau. De heer Quaars vindt dit een suggestieve vraag. De heer Jansen neemt aan dat de VVD het B niveau wil handhaven en met een aanvullende dekking komt. De heer Vuijk geeft aan dat in het amendement 16 november wordt vermeld in plaats van 16 oktober. Dit zou moeten worden aangepast voordat het in stemming wordt gebracht. Fractie VVD dankt hem voor deze opmerking en zal dit graag aanpassen. Reactie van het college: Wethouder Van Lunteren deelt mede niets toe te kunnen voegen aan hetgeen al is gezegd over de systematiek. Inzake de 1,95 miljoen uit het overdrachtsdocument deelt hij mede dat men hierbij uit moet gaan van 1 miljoen die wordt gehaald door slimmer te werken, werk met werk te maken, etcetera. Hij verwijst verder naar hetgeen wethouder Van den Berg hierover al heeft gezegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 7