301
Wethouder Van Lunteren deelt mede dat de heer Lamlih kookte en uitdeelde op plaatsen in de
stad zoals hij dat graag doet. De gang van zaken is gebaseerd op een misverstand tussen agent en
anderen.
De heer Maes (SP) deelt mede in de richting van de fractie VVD dat een sociaal ingesteld persoon
een grotere kans heeft om terecht te komen bij een bepaalde partij.
Naar aanleiding van het antwoord van de burgemeester deelt hij mede graag een meer structurele
oplossing te zien.
De burgemeester antwoordt dat het niet goed is om regelgeving aan te passen op basis van
individuele gevallen. Er is al veel oprechte inzet geweest om de heer Lamlih met zijn juiste
aspiraties te plaatsen. Als er knelpunten zijn, moet daar naar gekeken worden. Toezichthouders
moeten echter ook hun werk doen.
VI. Voorstellen tot besluitvorming.
1. Verzamelde punten.
De voorzitter deelt mede dat het gaat om de punten a tot en met f.
Hij vraagt vervolgens of er fracties zijn die een stemverklaring willen afleggen. Dat blijkt niet het
geval. De voorzitter constateert dat derhalve conform besloten is.
V. Vaststellen van de notulen van de vergadering van de Raad van de gemeente Breda
d.d. 16 oktober 2014.
De voorzitter vraagt of er opmerkingen zijn naar aanleiding van de notulen.
De heer Sips (PvdA) deelt mede dat pagina 286, onder punt 5, de 17e regel, de heer Van der
Velde vervangen moet worden door de heer Sips. Datzelfde geldt op pagina 287, onder het kopje
"plaatsvervangend voorzitter", in de op een na laatste regel.
Hierna worden de notulen vastgesteld.
2. Preventie- en handhavinqsplan Drank- en Horecawet Breda 2014-2015.
De voorzitter stelt vast dat hierover niet van gedachten is gewisseld tijdens de
raadscommissievergadering. Hij verzoekt vervolgens de plaatsvervangend raadsvoorzitter
mevrouw Van Maanen hem bij dit agendapunt te willen vervangen.
le termiin.
De plaatsvervangend raadsvoorzitter geeft het woord aan de fracties.
Mevrouw Kranenborg (VVD) deelt mede dat het goed is dat er verbinding is gezocht tussen
preventie en handhaving.
Zij mist een kwantificatie van de opgenomen doelen; deze zijn kwalitatief geformuleerd.
De handhaving zou naar tevredenheid verlopen. Waarom wordt dan toch gekozen voor extra inzet?
En betekent dat intensivering van de controles? De fractie is voorstander van handhaving maar dan
zeker niet alleen op de uitbaters, maar ook op de jongeren. Men hoopt dat de gemeente de
samenwerking met partners in de stad hierover zal opzoeken.
De heer Lemaire (CDA) noemt het verheugend dat de plaats van het gezin rondom de verlaging
van de alcoholgrens en de opvoeding daaromtrent, op de eerste plaats staat.
Er zijn enquêtes uitgevoerd door de GGD en een onderzoek door Novadic Kentron die een 0 meting
zouden geven (pagina 27). Er staat echter ook: Aan de hand van gesprekken met alle betrokkenen
wordt het effect van de maatregel getoetst en bijgesteld. Waarom vinden effectmetingen niet op
dezelfde basis plaats als de O-meting? Dit is niet goed voor het bijsturen op de langere termijn.
De fractie vraagt het college om een noodzakelijk toetsinstrument waarbij zuiver en eenduidig kan
worden gemeten en waardoor in de juiste richting kan worden bijgestuurd waarna het college over
de uitkomsten aan de raad zou kunnen rapporteren.
Afhankelijk van de reactie van het college zal de fractie mede namens SP en PvdA komen met een
motie voor toetsing en effectmeting.
Mevrouw De Bie (D66) noemt het voorliggend stuk behoorlijk compleet. Ook deze fractie is blij
met de link die wordt gelegd tussen preventie en handhaving, samenwerking tussen overheid,
politie en horecaondernemers en verantwoordelijkheid van ouders en jongeren.