323
Wethouder Haagh memoreert het goede proces wat is gelopen naar de Wmo, zowel in de raad
als daarbuiten. Het proces zal vanaf 1 januari zowel kwalitatief als kwantitatief en financieel goed
moeten worden gemonitord.
De wethouder deelt de zorg om de mantelzorger met de fractie BOB. Vandaag heeft het college
een actieplan vastgesteld voor de mantelzorger n.a.v. een onderzoek wat is gehouden. Er is een
extra inzet van 63.000,-- voor jongere, allochtone en werkende mantelzorgers en mantelzorgers
die meer dan 20 uur in de week inzetbaar moeten zijn. Bovendien zal de mantelzorger betrokken
worden bij het maken van het ondersteuningsplan. In totaal is er volgend jaar ruim 7,5 ton voor
mantelzorg gereserveerd.
Met betrekking tot de onderwijsmotie van D66 memoreert de wethouder dat Breda als
onderwijsstad niet mag klagen. Zij is wel van mening dat de overgang van basisonderwijs naar
voortgezet onderwijs en van mbo naar hbo goed in de gaten moeten worden gehouden. Daarop
zijn volop actieplannen vanuit het onderwijsveld. Als de motie gelezen kan worden dat de
bestaande plannen voor het onderwijs worden samengevoegd met hieraan toegevoegd de extra
Bredase ambities, kan dat in de opvolger van Jong@Breda worden gezet en zal het er voor de
zomer zijn. Dan wordt het dus geen extra stuk. Met betrekking tot het dictum merkt de wethouder
op dat er niet over maar met de studenten gesproken moet worden.
De heer De Beer 1066) deelt mede voorgaande als positief te ervaren. Men kan leven met de
uitvoering van de wethouder.
Tot slot deelt de wethouder mede dat Breda klaar was voor de opvang voor de kinderen van
asielzoekers i.v.m. onderwijs. Het aantal kinderen is nog groeiend. Aan het begin van deze week
waren er 40 kinderen die onderwijs genoten.
Wethouder Akinci constateert dat er over 2 onderwerpen vragen zijn gesteld.
Inzake de museale voorzieningen in relatie tot de huurprijs gaat hij er van uit dat met de
beantwoording van wethouder Van Lunteren die vraag al beantwoord is. Uitgangspunt is: eerst de
inhoud en dan de huisvesting die bij die inhoud hoort.
Naar aanleiding van de vraag van de fractie BOB inzake parkeren, schets de wethouder de context.
Het op straat parkeren wordt iets duurder en dat geldt ook voor 2 parkeergarages. De overige
parkeergarages blijven op hetzelfde niveau. De dagkaarten bij Chasse parking gaan omlaag. De
basisvoorziening voor bewoners is gehalveerd. Vorig jaar zijn de tarieven niet aangepast. Hij
constateert daarom dat er dan in zijn totaliteit gelijke tred is gehouden met het prijspeil. Voorts is
hij van mening dat de tarieven in vergelijking met soortgelijke steden heel redelijk zijn.
In de richting van de fractie VVD deelt hij mede over het fietsparkeren dat het een politieke keuze
is geweest. Voorts is in de mobiliteitsaanpak Breda zoals die in de Structuurvisie is geformuleerd,
een ambitie neergezet om te proberen een model shift te bewerkstelligen wat inhoudt: meer
mensen uit de auto en in het openbaar vervoer of op de fiets. Behalve aan het milieu is hierbij ook
gedacht aan het feit dat bij groei van het autoverkeer de infrastructuur niet toereikend blijft en
hiervoor geïnvesteerd zou moeten worden. Het betekent dus een besparing op langere termijn.
De heer Elbertse fCDAÏ merkt op dat is afgesproken dat er een onderzoek zou komen naar de
parkeertarieven en eventuele verlaging daarvan.
De wethouder bevestigt dat dit inderdaad zo is maar dan in de context van de gehele
aantrekkelijkheid van de stad.
De heer Adank fVVDj vraagt of in de scope van het onderzoek ook wordt meegenomen dat het
gratis fietsparkeren het fietsgebruik stimuleert.
De wethouder antwoordt dat dit niet goed mogelijk is omdat de resultaten daarvan op dat
moment dan nog niet bekend zijn. Hij zegt toe dat er op een goede manier zal worden gekeken
hoe dit wel kan worden meegenomen.
Wethouder Van den Berg deelt inzake de vraag over de kosten op het stadskantoor het volgende
mede. De laatste jaren is er op het personele vlak een grote bezuinigingsslag geweest. De
opgelegde taakstelling blijft. Die lijn blijft dus dalend.
De heer De Beer ÏD66I deelt mede te duiden op het verschil tussen wat in de begroting is opgelegd
en wat wordt gerealiseerd in de bedrijfsvoering. Op welke specifieke punten zijn die bezuinigingen
gehaald?
De wethouder antwoordt dat het niet de bedoeling is dat de bezuinigingen alleen via het
natuurlijk verloop worden gehaald. Het gaat om de kwaliteitsslag en niet alleen om het wegstrepen
van fte's.
Hij deelt verder mede dat de tekening van het huurcontract met NAC de start was voor de
ontvlechting en het nieuwe exploitatiemodel. Binnen dat laatste moet gekeken wordt naar de
horeca. Het gaat dan om de ruimten waar gebruik van wordt gemaakt. Als derden daar willen
huren, zullen daarover afspraken moeten worden gemaakt met de horeca exploitant.
Met betrekking tot de motie over de flexibele schil van jonge zzp-ers deelt de wethouder mede dat
dit in feite al gebeurt. Hij noemt in dit verband Flexwerk Brabant waar zzp-ers zich kunnen
