339 Zoals het Berlijn van Kennedy de eeuwenoude verbinding tussen Oost- en West-Europa modern vorm geeft, zo verbindt de stad West-Brabant/Zuidwest Nederland aan de westzijde en de rest van Brabant aan de oostzijde. Breda heeft de morele verplichting om de belangen van het westelijk gebied in het oosten te behartigen maar ook andersom. Ik heb de afgelopen 10 jaren gepoogd een bijdrage te leveren aan die kruispuntrol van Breda. Kruispunt, want ook voor het noorden en zuiden heeft Breda al zeven eeuwen een verbindende positie. Voor de Hollanders zijn we het Haagje van het Zuiden, voor de Belgen de meest noordelijke stad van Vlaanderen. De importantie van Breda die met de Bourgondische Nassaus in de vroege Renaissance begon, krijgt in de 21e eeuw weer steeds meer gestalte vanuit een oprechte wens van de Bredanaars om het goede leven vorm te geven. En het verbaast mij dan ook niets dat er zoveel sollicitanten zijn voor de functie van burgemeester van Breda in tegenstelling tot andere grote steden waar het aantal aanmerkelijk minder is. Bredanaars werken aan en genieten van het goede leven. En dat doen we met prachtige evenementen en voorzieningen in onze stad. En er is heel veel in ontwikkeling, zowel in de hardware, denk aan het nieuwe station bijvoorbeeld, als in de software van de stad, de grote sociale veranderingen die zich ook hier voltrekken. We hebben het goed met elkaar. Maar we moeten ons talent van verbinden, economische kracht en levensvisie ook inzetten voor anderen, zeker in de tijd waarin zoveel mensen zoekende zijn naar betekenis in hun leven maar ook naar het maken van de juiste keuzes. En dat brengt mij op een ander thema dat ik bij mijn afscheid als burgemeester graag aan u zou willen belichten. Naast de bestuurlijke strategische lijnen verdienen de levens van alledag onze volle aandacht en warmte. In een kersttoespraak die ik eens mocht houden in de Grote Kerk verwees ik eens naar Franciscus, een man die aandacht gaf aan iedereen, geen recalcitrant of revolutionair gedrag vertoonde maar binnen de grenzen van het mogelijke diezelfde grenzen wat oprekte waardoor het leven draaglijker werd voor hen die wat minder snel in de vaat der volkeren mee leken te kunnen. Ik zie hem als een voorbeeld voor bestuurders, ministers, burgemeesters, wethouders, raadsleden, werkgevers en anderen die verantwoordelijkheid dragen. Juist met de huidige snelheid van leven is het van belang de juiste attitude, de juiste mentaliteit te hebben om snel veranderende situaties ook oprecht tegemoet te treden. In vergelijking met 10 jaar geleden bij mijn aantreden komt de lokale overheid in een andere rol, steeds minder in een uitvoerende en steeds meer in een regisserende en participerende rol. Zijn we daarvoor voldoende toegerust? Zijn we vooruitstrevend genoeg? Is het Huis van Thorbecke niet aan een verbouwing toe? Met onze commissaris Wim van de Donk stel ik mij de vraag: hoe worden wij een wezenlijk, ik herhaal, een wezenlijk open en pluriforme samenleving? Dus niet alleen in naam. Maar juist, ja, in gedrag. De actuele Zwartepietendiscussie toont eens te meer dat de echte verbinding soms in onze samenleving ontbreekt. Het is goed om ons af te vragen, juist als lokaal bestuur, hoe wij nu recht doen aan verschillen. Hoe beschermen wij die, ontwikkelen wij die of stimuleren wij die? Thorbecke, van de Donk, de straat, als we een ding kunnen leren is het dat niets ooit hetzelfde blijft. Alles is meer dan ooit in ontwikkeling en alles vraagt dus voortdurend onderhoud, zeker als de ontwikkelingen elkaar in een hoog tempo opvolgen. Onderhoud dus ook aan de onderlinge verhoudingen. Tussen college en raad. Bij grote veranderingen kun je niet op dezelfde maat en schaal doorgaan. En we zien dat ook soms in ons communicatiegedrag. Recent gingen er 4 mails rond over de vraag of een bepaald voorstel wel of niet in behandeling moest worden genomen. Was het misschien niet beter geweest om ons met diezelfde energie in de inhoud te verdiepen? Ik begrijp dat soort dingen wel maar zou over mijn graf heen regerend toch willen pleiten voor het versterken van een cultuur van vertrouwen en co- creatie. Oude partijtegenstellingen vormen geen werkconcept meer in een wereld die gekenmerkt wordt steeds meer door kwetsbare verhoudingen maar ook door wederzijdse afhankelijkheid. Wat dat betreft, bewegen we richting een nieuwe democratie. En de commissaris verving in dat verband het begrip marktwerking door het veel bredere begrip gemeenschapswerking waarin overheid, markt en samenleving tot nieuwe verhoudingen komen, juist met meer ruimte voor variëteit en maatwerk. En hij had goed geluisterd naar mijn politieke vriend Ed Nijpels die bij het prachtige symposium over burgemeesters vorig jaar, de toekomst daarvan, vurig voor die lokale variëteit pleitte. En laat ik het dan aan het eind van mijn carrière nog eens een keer eens zijn met de liberalen. Diversiteit, variëteit, gedifferentieerde aanpak, het zullen woorden zijn van de toekomst. Zowel in politieke maar ook in pragmatische zin gaat het om de omgang met elkaar. Enige tijd geleden was ik op stage bij de Makro. En ik sprak met de mensen die daar aangepast werk doen en zo de kans krijgen om mee te doen ook al is dat dan misschien niet direct in een reguliere baan. Het was leuk, we hebben ongelooflijk veel gelachen samen en het was leerzaam met hen te praten over hun mogelijkheden tot aan het einde een van hen me wat somber zei: maar burgemeester, wij allen hebben hier een beperking. Nou dames en heren, en dan heb ik hem ook gezegd: ik heb ook een beperking. Met mijn diabetes moet ik iedere dag zorgen dat mijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2014 | | pagina 8